Wat is MELAS?
MELAS is een erfelijke aangeboren stofwisselingsziekte waarbij diverse organen in het lichaam (waaronder met name de hersenen en de spieren) problemen hebben met functioneren als gevolg van energietekort.
Hoe wordt MELAS ook wel genoemd?
MELAS is een afkorting van mitochondriele encefalomyopathie, lactaat acidose en stroke-like episodes. Mitochondrieën zijn de energiefabriekjes van de cellen. De term encefalomyopathie betekent dat de hersenen (encefalo) en de spieren (myo) niet goed functioneren. Lactaat acidose is de beschrijving van de afwijkingen in het bloed die bij deze kinderen kunnen worden gevonden, er is een overmaat aan het stofje lactaat (melkzuur) waardoor het bloed zuurder wordt dan normaal. Stroke is de Engelse term voor een beroerte.
Mitochondriële ziekte
MELAS behoort tot een groep aandoening waarbij de energiefabriekjes van de cellen, de mitochondriën, niet goed hun werk kunnen doen. Deze groep ziektes wordt mitochondriële ziekte genoemd. Andere mitochondriële ziektes zijn bijvoorbeeld Leigh syndroom, MERFF, MEGDEL of de ziekte van Alpers.
Hoe vaak komt MELAS voor bij kinderen?
MELAS is een zeldzame aandoening. Het is niet goed bekend hoe vaak MELAS bij kinderen voorkomt. Geschat wordt dat het bij minder dan één op de 25.000 kinderen voorkomt. Geschat wordt dat per jaar in Nederland gemiddeld 2 kinderen met MELAS worden geboren.
Bij wie komt MELAS voor?
De ziekte MELAS is al vanaf de geboorte aanwezig. De meeste kinderen krijgen hun eerste klachten tussen de leeftijd van twee en tien jaar. Er zijn echter volwassenen met MELAS bekend die pas op veertig jarige leeftijd voor het eerst klachten hebben ontwikkeld.
Zowel jongens als meisjes kunnen MELAS krijgen.
Wat is de oorzaak van MELAS?
Fout in erfelijk materiaal
MELAS wordt veroorzaakt door een fout in het erfelijk materiaal. Deze fout zit niet in het erfelijk materiaal van de chromosomen, maar op het erfelijk materiaal van de energiefabriekjes, de mitochondrieën, zelf. Er zijn verschillende fouten die het ziektbeeld van MELAS kunnen geven. De meeste voorkomende fout zit op een plaats in het erfelijk materiaal dat MTTL1-gen wordt genoemd. Deze fout wordt bij vier van de vijf kinderen met MELAS gevonden. De twee meest voorkomende fouten in het MTTL1-gen zijn m.3243A>g (80%) en m.3271T>C (10%).
Een klein deel van de kinderen heeft een fout in het ND5-gen wat ook op het mitochondrieel DNA ligt.
Overerving in de moederlijke lijn
Kinderen krijgen hun mitochondrieen alleen van de moeder en niet van de vader. Bij een deel van de kinderen heeft de moeder de fout in het DNA van haar mitochondrieen zitten en doorgegeven aan haar kinderen. Soms heeft de moeder zelf ook klachten, maar soms is dit niet het geval. Dit hangt samen met het deel van de cellen van het lichaam van moeder die fout in het mitochondrieel DNA bevat. Als dit maar een klein deel is, hoeft de moeder geen klachten te hebben.
Bij het kind zelf ontstaan
Bij een klein deel van de kinderen met MELAS is de fout in het DNA bij het kind zelf ontstaan tijdens de bevruchting van de eicel door de zaadcel. Dit wordt ook wel de novo genoemd. Dit betekent nieuw bij het kind ontstaan, het kind is dan de eerste in de familie met deze aandoening.
Gevolg van de fout in het DNA
Als gevolg van de fout in het DNA worden bepaalde vormen van tRNA niet aangemaakt. tRNA zorgt er voor dat de code van het mRNA wordt afgelezen waardoor aminozuren aan elkaar gekoppeld worden om een eiwit te vormen. Bij kinderen met MELAS worden bepaalde vormen van tRNA niet goed gemaakt, waardoor de aminzoren die dit tRNA vervoerd niet in eiwitten worden ingebouwd. Op deze manier hebben de gevormde eiwitten een andere vorm en andere werking dan gebruikelijk. Bij de ziekte MELAS worden vooral eiwitten die nodig zijn voor een goede bouw en werking van de mitochondrieën niet goed aangemaakt.
Tekort aan eiwit
Door de fout in het erfelijk materiaal wordt een belangrijk eiwit (complex I) in de mitochondrieën niet aangemaakt. Door het tekort aan dit eiwit kunnen de mitochondrieën niet goed functioneren en onvoldoende energie leveren om de cel goed te laten functioneren. Als gevolg van het tekort aan energie kunnen de cellen afsterven.
Mitochondrieën
Bij de meeste kinderen met MELAS bevatten niet alles mitochondrieën erfelijk materiaal met een fout. Een deel van de mitochondrieën bevat de fout, een ander deel niet. Hoe meer mitochondrieën de fout bevatten, hoe ernstiger het ziektebeeld zal verlopen. Dit wordt heteroplasmie genoemd.
Grote mitochondrieën
Bij kinderen met MELAS zijn de mitochondrieën veel groter dan zij normaal moeten zijn. Deze mitochondrieën zorgen ervoor dat de wand van de kleine bloedvaten verdikt raakt. Hierdoor kunnen de bloedvaten van de hersenen de hersenen niet meer goed van bloed voorzien, waardoor herseninfarcten kunnen ontstaan.
Veranderde werking van bloedvatwandcellen
Door de aandoening MELAS werken de cellen van de wand van de bloedvaten van de hersenen minder goed. Hierdoor kunnen ook tijdelijke vernauwingen van de bloedvaten ontstaan waardoor delen van de hersenen minder bloed krijgen. Dit is waarschijnlijk ook een deel van de verklaring waarom zogenaamde stroke-like episodes ontstaan bij kinderen en volwassenen met MELAS. Het stofje NO blijkt een belangrijke rol te spelen bij de minder goed werking van de cellen van de bloedvatwand. Kinderen met MELAS blijken te weinig van het stofje NO te hebben. De stof arginine blijkt behulpzaam te zijn bij het aanmaken van extra NO. Dit is reden dat bij kinderen met MELAS wordt gekeken of het geven van het voedingssuplement arginine kan helpen om meer NO aan te maken en zo minder lang en minder vaak last te hebben van stroke-like episodes. Er moet nog meer onderzoek gedaan worden om precies te begrijpen wat er met de bloedvaten van kinderen met MELAS gebeurd.
Wat zijn de verschijnselen van MELAS?
Variatie
Het aantal symptomen en de mate van ernst kan van kind tot kind met een MELAS verschillen. Dit hangt samen met de hoeveelheid mitochondrieën die aangedaan zijn. Kinderen waarbij de ziekte al op jonge leeftijd klachten geeft, hebben vaak meer en ernstiger klachten dan bij kinderen waarbij de ziekte pas op latere leeftijd klachten geeft.
Normale ontwikkeling
De meeste kinderen met een MELAS worden normaal geboren en ontwikkelen zich in de eerste levensjaren volkomen normaal. Zij gaan net als andere kinderen lachen en brabbelen, leren rollen, zitten, staan en lopen.
Kleine lengte
Wel zijn de meeste kinderen met MELAS kleiner van lengte dan het gemiddelde kind. Dit is ook al het geval voordat de eerste klachten ontstaan. In de periode nadat de eerste verschijnselen ontstaan hebben kinderen vaak weinig eetlust waardoor ze slecht groeien en klein van lengte en licht van gewicht blijven.
Epilepsie
Een van de eerste verschijnselen van MELAS is het voorkomen van epilepsie aanvallen. Meestal gaat het om grote aanvallen met schokken van beide armen en benen waarbij het kind buiten bewustzijn is. Deze grote aanvallen worden gegeneraliseerde tonisch clonische aanvallen genoemd. Ook andere soorten epilepsie aanvallen zoals een korte schok in een lichaamsdeel (myocloniëen) of regelmatige schokken in een deel van het lichaam (focale aanval) worden wel gezien bij kinderen met MELAS.
Kinderen met MELAS hebben een vergrote kans om een status epilepticus te krijgen, dat wil zeggen een epilepsie aanval die langer dan 30 minuten aanhoudt.
Hoofdpijnaanvallen
Een ander vroeg symptoom van MELAS is het voorkomen van aanvallen met heftige bonezende hoofdpijn. Vaak gaan deze hoofdpijnaanvallen samen met misselijkheid en heftig braken.Deze hoofdpijnaanvallen lijken veel op migraine aanvallen.
Aanvallen met braken
Kinderen met MELAS kunnen ook aanvallen van braken hebben zonder dat er sprake is van hoofdpijn. Er komen vaak clusters van deze braakaanvallen voor.
Sneller moe
Kinderen met MELAS merken dat zij sneller moe zijn na enige tijd inspannen. Ze kunnen minder ver lopen en minder lang spelen als andere kinderen. Dit wordt ook wel inspanningsintolerantie genoemd.
Spierzwakte
Bij kinderen met MELAS zijn de spieren sneller vermoeid en minder sterk. Dit valt het eerst op bij de spieren van de schouders en bij de spieren van het bekken. Kinderen met MELAS kunnen waggelend lopen en hebben moeite om iets boven hun hoofd te doen. De oogleden van kinderen met MELAS kunnen gaan hangen wanneer ze moe zijn. Dan kunnen er ook problemen met het bewegen van de ogen zijn waardoor de kinderen last hebben van dubbelzien.
Stoke-like episodes
Kenmerkend voor MELAS is het voorkomen van zogenaamde stroke-like episodes. Plotseling zijn kinderen halfzijdig verlamd, kunnen ze niet goed praten of zien ze minder goed dan normaal. Vaak reageren kinderen ook anders tijdens zo’n stroke-like periode. Tijdens deze stroke-like periodes komen regelmatige epileptische aanvallen voor.
Na enige tijd verdwijnen de uitvalsverschijnselen die ontstaan zijn tijdens een stroke-like episode, weer spontaan. De stroke-like episodes komen regelmatig terug. Meestal herstellen kinderen na een stroke-like episode weer voor een groot deel, maar blijven er na elke stroke-like episode restverschijnselen achter die niet volledig herstellen. Daarom hebben jongeren met MELAS in toenemende mate last van verlammingen, problemen met spreken of problemen met zien.
Achteruitgang van de ontwikkeling
Als gevolg van de steeds toenemende uitvalsverschijnselen na een stroke-like episode kunnen kinderen stil gaan staan in hun ontwikkelen. Het leren gaat steeds moeilijker. Kinderen krijgen problemen met onthouden en hebben moeite hun aandacht en concentratie te bewaren. Ook kunnen kinderen dingen verleren die zij voorheen al wel beheersten. Dit wordt dementie genoemd.
Gedragsveranderingen
Bij pubers en volwassenen met MELAS komen vaker gedragsveranderingen voor. Met name angst, depressies en psychoses komen vaker voor bij MELAS. Ook kan de persoonlijkheid van een kind of volwassene met MELAS veranderen.
Slechthorendheid
Een groot deel van de kinderen met MELAS is slechthorend of doof. De slechthorendheid neemt geleidelijk aan toe.
Problemen met zien
Kinderen met MELAS hebben ene vergrote kans op het krijgen van problemen met zien. Meestal komt dit omdat het netvlies geleidelijk aan steeds minder goed functioneert. Een van de eerste klachten kan problemen met zien in het donker zijn. Soms kunnen de ogen minder goed naar rechts of links bewegen. Ook kunnen kinderen en volwassenen last krijgen van hangende oogleden. Dit wordt ptosis genoemd.
Problemen met de zenuwen
Bij een op de vijf kinderen met MELAS functioneren ook de zenuwen in de armen en benen geleidelijk aan minder goed. Dit wordt een polyneuropathie genoemd. Hierdoor kan een verdoofd of juist prikkelend gevoel ontstaan in de voeten en in de handen. Ook kan er krachtsverlies ontstaan eerst in de voeten en later in de handen. Er kunnen platvoeten of juist holvoeten ontstaan.
Suikerziekte
Vier op de tien kinderen met MELAS ontwikkelt suikerziekte. Het gaat meestal om de zogenaamde type II diabetes, een vorm van diabetes waarbij er geen insuline tekort is, maar waarbij het lichaam onvoldoende reageert op insuline. Maar ook type 1 diabetes waarbij een tekort aan insuline voorkomt is mogelijk.
Hartproblemen
Een deel van de kinderen met MELAS heeft ook hartproblemen. De hartspier raakt verdikt waardoor het hart minder goed bloed rond kan pompen. Dit wordt een cardiomyopathie genoemd. Ook kunnen er hartritmestoornissen voorkomen. Soms is er sprake van het Wolf-Parkinson White syndroom een specifiek type hartritmestoornis.
Nierproblemen
Als gevolg van MELAS kunnen de nieren ook steeds slechter gaan functioneren. Kinderen gaan dan steeds minder plassen. In de urine verschijnt eiwit. Nierziekten die vaker kunnen voorkomen zijn Fanconi tubulopathie en focale segmentale glomerulosclerose.
Maagdarmproblemen
Kinderen met MELAS hebben een vergrote kans op problemen van het maagdarmkanaal. Met name een ontsteking van de alvleesklier, een ontsteking van de dikke darm of een verstopping in het maagdarmkanaal komen vaker voor bij kinderen met MELAS. Ook wordt diarree vaker gezien bij kinderen met MELAS.
Huidafwijkingen
Bij kinderen en volwassen met MELAS komen vaker huidafwijkingen voor. Het gaat dan om rode of witte vlekken op de huid (erytheem en vitiligo), en/of een toegenomen beharing (hypertrichosis).
Bloedarmoede
Een deel van de kinderen en volwassenen met MELAS heeft last van bloedarmoede.
Hoe wordt de diagnose MELAS gesteld?
Verhaal en onderzoek
Op grond van het verhaal en de bevindingen bij onderzoek kan vermoed worden dat de hersenen problemen hebben met functioneren. Wanneer er kenmerkende stroke-like episodes zijn, kan vermoed worden dat er sprake is van MELAS. Aanvullend onderzoek is nodig om deze diagnose te bevestigen.
Bloedonderzoek
Door middel van bloedonderzoek kunnen een aantal afwijkingen in het bloed gevonden worden die wijzen op het voorkomen van een stofwisselingsziekte van de mitochondrieën. Zo is het stofje lactaat (melkzuur) verhoogd in de het bloed waardoor de zuurgraad van het bloed toeneemt. Dit verschijnsel wordt lactaat acidose genoemd wat terug komt in de term MELAS. Bij een op de drie kinderen is ook het spierenzym creatinekinase (CK) verhoogd. Met regelmaat zullen de glucose waarde in het bloed en de HBA1C-waarde worden bepaald om suikerziekte op te sporen.
Bloedonderzoek kan nodig zijn om de nierfunctie in de gaten te houden. Bloedarmoede kan aangetoond worden door middel van bloedonderzoek.
Bij een deel van de kinderen is er een tekort aan schildklierhormoon, bijschildklierhormoon of geslachtshormonen, dit kan ook onderzocht worden door middel van bloedonderzoek.
Genetisch onderzoek
Bij een groot deel van de kinderen met MELAS is het mogelijk om de fout in het erfelijke materiaal van de mitochondrieën aan te tonen. De twee meest voorkomende fouten in het MTTL1-gen zijn m.3243A>g (80%) en m.3271T>C (10%).
MRI scan
Op een MRI scan van de hersenen wordt vaak het beeld gezien van meerdere herseninfarcten. Deze herseninfarcten bevinden zich in het begin van de ziekte vaak aan de achterkant van de hersenen (parieto-occipitale schors). Later komen de herseninfarcten ook voor in andere delen van de hersenen, zowel van de kleine als de grote hersenen en in de diep gelegen hersenkernen (basale ganglia en thalamus). Kenmerken voor de herseninfarcten bij MELAS is dat zij zich niet bevinden in het stroomgebied van een bepaald bloedvat. Ook kunnen de infarcten op een MRI die later gemaakt wordt, ineens helemaal verdwenen zijn. Op de diffusie gewogen opnames is bij MELAS op de DWI het signaal vaak hoog, terwijl het signaal op de ADC vaak normaal of licht verlaagd is (terwijl dit bij een herseninfarct als gevolg van een andere aandoening vaak sterk verlaagd is op de ADC). Met behulp van een MRS techniek kunnen lactaat pieken worden aangetoond. Later in het beloop van de ziekte is vaak te zien dat het hersenvolume sterk is afgenomen (atrofie) en kan kalkneerslag in de basale kernen worden gezien.
EEG
Wanneer er verdenking is op de aanwezigheid van epilepsieaanvallen, dan zal een EEG gemaakt worden. Kenmerkend voor MELAS is dat de epileptische actviteit vaak aan de achterkant in de hersenen zichtbaar is.
Urine onderzoek
Door middel van urine onderzoek kan bekeken worden hoe de nieren functioneren. Eiwitverlies in de urine wijst op problemen met de nieren.
Liquoronderzoek
Door middel van een ruggenprik kan vocht verkregen worden dat normaal rondom de hersenen en het ruggenmerg stroomt. In dit vocht bevindt zich ook een te grote hoeveelheid van het stofje lactaat. Ook is het eiwitgehalte vaak enigszins verhoogd.
Spierbiopt
Ook in een spierbiopt kunnen afwijkingen aangetoond worden die passen bij het niet goed functioneren van de mitochondrieën. In de spieren zelf worden vaak insluitsels gevonden die ragged red fibers worden genoemd. Kenmerkend voor MELAS is dat deze insluitsels positief reageren op een aankleuring met cytochroom-c oxidase (COX). Ragged Red Fibers komen namelijk ook voor bij andere mitochondriële ziektes zoals MERRF en Keanes Sayres, maar kleuren dan niet aan met cytochroom-c oxidase (COX).
Wanneer de spiercellen onder de elektronenmicroscoop bekeken worden valt op dat de mitochondrieën veel groter zijn dan normaal.
EMG
Door middel van EMG onderzoek kan aangetoond worden dat de zenuwen in de armen en benen minder goed werken. Er ontstaat het beeld van een gemengde axonale en demyliniserende polyneuropathie.
Kindercardioloog
De kindercardioloog kan door middel van ECHO onderzoek beoordelen of er aanwijzingen zijn voor veranderingen van de hartspier.
Hartfilmpje (ECG)
Vaak zal bij kinderen met MELAS een hartfilmpje gemaakt worden om te kijken of er sprake is van hartritmestoornissen.
ECHO van de buik
Door middel van een ECHO van de buik kan er gekeken worden of er aanwijzingen zijn voor afwijkingen van de alvleesklier.
Oogarts
Kinderen met MELAS zullen met regelmaat gezien worden door de oogarts om te controleren of er afwijkingen ontstaan van het netvlies of van de oogbewegingen.
KNO-arts
Ook zullen regelmatig controles van het gehoor verricht worden om te controleren of er aanwijzingen zijn voor slechthorendheid.
Hoe wordt MELAS behandeld?
Geen genezing
Er bestaan geen behandeling die MELAS kan genezen. De behandeling is er op gericht om zo min mogelijk last te hebben van de gevolgen van MELAS en zo goed mogelijk om te kunnen gaan met de beperkingen die las gevolg van MELAS ontstaan.
Medicijnen
Hoewel niet overtuigend aangetoond dat het daadwerkelijk helpt, krijgen veel kinderen vitaminepreparaten voorgeschreven die de functie van de mitochondrieën ondersteunen. Veel gebruikte vitaminepreparaten zijn co-enzym Q10 (5-10 mg/kg/dag), riboflavine, L-carnitine (100 mg/kg/dag) en carnitine (100 mg/kg/dag)
Arginine
L-arginine wordt gebruikt om stroke-like episodes te verkorten. L-arginine zorgt voor toename van de hoeveelheid NO in de bloedvatwand, waardoor de bloedvatwand ontspant en de doorstroming van het bloedvat toeneemt.
Dit wordt tijdens een stroke-like episode gegeven via een infuus (500 mg/kg als bolus en daarna 500 mg/kg/dag gedurende 3-5 dagen). Bij sommige kinderen heeft arginine wel effect, bij andere niet. Wanneer het infuus met arginine effect heeft, kan daarna overwogen worden om te starten met onderhoud L-arginine (150-300 mg/kg/dag verdeeld over 3 doseringen) om te proberen nieuwe stroke-like periodes te voorkomen.
Vaccinaties
Kinderen met MELAS kunnen baat hebben bij het halen van een griepprik om zo griep te voorkomen of minder ernstig te laten verlopen. Dit omdat griep kan zorgen voor toename van klachten.
Behandeling epilepsie
De epilepsie wordt behandeld met medicijnen die epileptische aanvallen kunnen voorkomen. Er bestaat geen specifieke voorkeur voor een bepaald medicijn bij de behandeling van MELAS. Het medicijn valproaat (Depakine®) wordt echter liever niet gebruikt. Ook zijn de meeste atsen voorzichtig met het gebruik van fenytoine en carbamazepine.
Behandeling migraine
De hoofdpijnaanvallen worden hetzelfde behandeld als migraine aanvallen zonder dat er sprake is van MELAS.
Behandeling suikerziekte
Kinderen met suikerziekte worden behandeld met een dieet en suikerverlagende medicijnen, vaak zal ook een behandeling met insuline nodig zijn.
Goede voedingstoestand
Het is voor kinderen met MELAS van groot belang om in een goede voedingstoestand te blijven. Daarom is regelmatig eten erg belangrijk. Een diëtiste kan extra adviezen geven om een goede voedingstoestand te behouden. Wanneer kinderen met MELAS suikerziekte krijgen wordt dat vaak in eerste instantie ook behandeld met een dieet. Een diëtiste kan hier adviezen over geven.
Fysiotherapie
Een kinderfysiotherapeut kan kinderen helpen hoe zij zich zo goed mogelijk kunnen bewegen ondanks de problemen die zij met bewegen hebben. Ook probeert de fysiotherapeut er voor te zorgen dat kinderen geen vergroeiing van hun gewrichten krijgen omdat ze zelf onvoldoende bewegen.Daarnaast kan de fysiotherapeut helpen om de spieren van kinderen met MELAS in een zo goed mogelijke conditie te houden.
Logopedie
Een logopedist kan helpen bij het stimuleren van de taalontwikkeling en adviezen geven bij drinkproblemen.
Ergotherapie
Een ergotherapeut kan tips en adviezen geven hoe de verzorging en de dagelijks activiteiten van een kind zo soepel mogelijk kunnen verlopen. Ook kan de ergotherapeut advies geven over materialen die de ontwikkeling van een kind kunnen stimuleren. Een ergotherapeut kan adviezen geven wanneer kinderen problemen hebben met de fijne motoriek zoals met schrijven, knippen, plakken of zelf eten en drinken. Er bestaan speciale hulpmiddelen die bijvoorbeeld zelf eten of schrijven gemakkelijker kunnen maken.
Revalidatiearts
Een revalidatiearts coördineert de verschillende therapieën en adviseert ook over hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld een aangepaste buggy, steunzolen of aangepaste schoenen.
Ook is het mogelijk via een revalidatie centrum naar school te gaan en daar ook therapie te krijgen.
KNO-arts
De KNO-arts beoordeelt kinderen met MELAS regelmatig op het voorkomen van gehoorsverlies. Sommige kinderen met ernstig gehoorsverlies komen in aanmerking voor een cochleaire implantatie om weer enige gehoorsfunctie te hebben.
Oogarts
De oogarts zal bij kinderen met MELAS regelmatig de ogen controleren. Wanneer er problemen ontstaan met zien, kan de oogarts adviezen geven hoe hier mee om te gaan.
Wanneer kinderen met MELAS veel last hebben van hangende oogleden, kan dit probleem soms verminderd worden door middel van een operatie.
Kindercardioloog
De kindercardioloog zal met regelmaat beoordelen of er sprake is van problemen met de hartsspier of met het hartritme en hier indien mogelijk een behandeling voor geven.
Kindernefroloog
De kindernefroloog is een kinderarts die zich gespecialiseerd heeft in nierziekten. Wanneer kinderen met MELAS nierproblemen ontwikkelen begeleidt de kindernefroloog deze kinderen.
Antibiotica
Kinderen die veel infecties hebben, kunnen baat hebben bij een dagelijkse lage dosering antibiotica om nieuwe infecties te voorkomen. Het dagelijks gebruik van antibiotica kan ook nadelen hebben, het dood ook goede bacterieen in de darm. Daarom zullen per kind de voor- en de nadelen van het gebruik van antibiotica tegen elkaar afgewogen moeten worden.
Kinderen met MELAS kunnen beter geen antibiotica uit de groep aminoglycoside krijgen (zoals gentamicine) omdat dit de symptomen van MELAS kan verergeren.
Onderzoek
Er wordt onderzoek gedaan of het gebruik van het voedingssuplement taurine in staat is om stroke-like episodes te voorkomen bij kinderen met MELAS.
Ook wordt onderzocht of het meerwaarde heeft om citrulline te geven aan kinderen met MELAS.
Daarnaast loopt er anno 2021 een onderzoek om te kijken naar het effect van het medicijn sonlincromanol. Dit medicijn is een zogenaamde redox-modulator. Bij kinderen en volwassenen met een mitochondriele ziekte wordt de redox-route overmatig geactiveerd. Deze redox route leidt uiteindelijk tot het afsterven van zenuwcellen. Het medicijn sonlincromanol remt deze overmatige redox-reactie af, daarnaast onderdrukt de ontstekingsreactie in de hersencellen die ook zorgt voor schade aan de hersencellen.
Financiële kant van zorg voor een kind met een beperking
De zorg voor een kind met een beperking brengt vaak extra kosten met zich mee. Er bestaan verschillende wetten die zorg voor kinderen met een beperking vergoeden.
Daarnaast bestaan regelingen waar ouders een beroep op kunnen doen, om een tegemoetkoming te krijgen voor deze extra kosten. Meer informatie hierover vindt u in de folder financiën kind met een beperking.
Begeleiding
Begeleiding en ondersteuning van ouders van een kind met MELAS is heel belangrijk. Een maatschappelijk werkende of een psycholoog kan begeleiding geven bij het verwerken van de diagnose en om de ziekte een plaats te geven in het leven.
Contact met andere ouders
Via de patiëntenvereniging van de Nederlandse vereniging van stofwisselingsziekten kunnen ouders in contact komen met andere ouders met dezelfde aandoening. Ook via het forum van deze site kunt u een oproepje plaatsen om in contact te komen met ouders met dezelfde aandoening of met andere aandoeningen die vergelijkbare problemen geven.
Wat betekent MELAS voor de toekomst?
Geleidelijke achteruitgang
Jongeren met MELAS krijgen geleidelijk aan steeds meer problemen met lopen, met bewegen, met praten, met zien en met horen. Ook komen er in toenemende mate problemen met leren en onthouden. De meeste volwassenen met MELAS worden uiteindelijk meer of mindere mate dement.
Niet roken
Het is belangrijk voor volwassenen met MELAS om niet te gaan roken. Dit kan zorgen voor toename van klachten.
Transitie van zorg
Tussen de leeftijd van 16 en 18 jaar wordt de zorg vaak overgedragen van kinderspecialisten naar specialisten die de zorg aan volwassenen geven. Het is belangrijk om tijdig hierover na te denken. Is er behoefte de zorg over te dragen naar specialisten voor volwassenen of kan de huisarts de zorg leveren die nodig is.En als er behoefte is aan overdragen van de zorg naar specialisten voor volwassenen, naar welke dokter(s) wordt de zorg dan overgedragen? In welk ziekenhuis kan de zorg het beste geleverd worden. Het proces van overdragen van de zorg wordt transitie genoemd. Het is belanrgijk hier tijdig over na te denken en een plan voor te maken samen met de dokters die betrokken zijn bij de zorg op de kinderleeftijd.
Ook verandert er veel in de zorg wanneer een jongere de leeftijd van 18 jaar bereikt. Voor meer informatie over deze veranderingen verwijzing wij u naar het artikel veranderingen in de zorg 18+.
Levensverwachting
De levensverwachting van kinderen met MELAS is verkort. Kinderen komen vaak te overlijden als gevolg van complicaties zoals bijvoorbeeld een longontsteking of een ernstige verstopping van de darmen. Ook overlijden als gevolg van hartproblemen komt voor.
De meeste kinderen met MELAS worden tussen de tien en vijftig jaar oud, er zijn echter ook mensen die een nog oudere leeftijd bereiken. Meestal gaat het dan om mensen die pas op latere leeftijd de eerste klachten van MELAS hebben gekregen.
Kinderen krijgen
Volwassenen met MELAS kunnen kinderen krijgen. De vruchtbaarheid van vrouwen met MELAS kan verminderd zijn. Kinderen van een moeder met MELAS hebben een verhoogde kans om ook MELAS te krijgen. De kans hierop varieert tussen 0 en 100% en hangt af van het aantal afwijkende mitochondrieen die de moeder via de eicel meegeeft. Een kind van een vader met MELAS zal geen MELAS krijgen. De zaadcellen geven geen mitochondrieën door aan het kind.
Hebben broertjes en zusjes ook een vergrote kans om MELAS te krijgen?
Erfelijke aandoening
MELAS is een erfelijke aandoening. De fout op het erfelijk materiaal bij MELAS ligt in de mitochondrieën. Alle kinderen krijgen alleen de mitochondrieën van hun moeder, er komen geen mitochondrieën van de vader. Wanneer de moeder draagster is van de fout in het erfelijke materiaal kunnen al haar kinderen deze fout overerven. Meestal zijn niet alle mitochondrieën aangedaan. De mitochondrieën worden willekeurig verdeeld over de verschillende eicellen. De kans dat broertjes en zusjes daarom ook MELAS zullen krijgen kan enorm variëren van bijna 0 tot bijna 100%.
Een klinisch geneticus kan hier meer informatie overgeven.
Prenatale diagnostiek
Het is mogelijk om prenatale diagnostiek naar MELAS te verrichten. Het valt echter niet goed te voorspellen wat de ernst van het ziektebeeld zal zijn. Dit zal afhangen van de verhouding tussen mitochondrieën met een fout en mitochondrieën zonder fout. Deze verhouding kan in het vruchtwater of in de placenta anders zijn dan in het kind.
Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.
Wilt u ook uw verhaal kwijt, dat kan: verhalen kunnen gemaild worden via info@kinderneurologie.eu en zullen daarna zo spoedig mogelijk op de site worden geplaatst. Voor meer informatie zie hier.
Heeft u foto's die bepaalde kenmerken van deze aandoening duidelijk maken en die hier op de website mogen worden geplaatst, dan vernemen wij dit graag.
Links
www.spierziekten.nl
(Nederlandse vereniging voor mensen met een spierziekte)
www.stowisselingsziekten.nl
(Nederlandse vereniging van mensen met een stofwisselingsziekte)
Referenties
- Scaglia F, Northrop JL. The mitochondrial myopathy encephalopathy, lactic acidosis with stroke-like episodes (MELAS) syndrome: a review of treatment options. CNS Drugs. 2006;20:443-64.
- Matsumoto J, Saver JL, Brennan KC, Ringman JM. Mitochondrial encephalomyopathy with lactic acidosis and stroke (MELAS). Rev Neurol Dis. 2005;2:30-4.
- Stroke-like episodes, peri-episodic seizures, and MELAS mutations. Finsterer J, Wakil SM. Eur J Paediatr Neurol. 2016;20:824-829.
- Taurine supplementation for prevention of stroke-like episodes in MELAS: a multicentre, open-label, 52-week phase III trial. Ohsawa Y, Hagiwara H, Nishimatsu SI, Hirakawa A, Kamimura N, Ohtsubo H, Fukai Y, Murakami T, Koga Y, Goto YI, Ohta S, Sunada Y; KN01 Study Group. J Neurol Neurosurg Psychiatry. 2019;90:529-536
- Arginine therapy in mitochondrial myopathy, encephalopathy, lactic acidosis, and stroke-like episodes. Ikawa M, Povalko N, Koga Y. Curr Opin Clin Nutr Metab Care. 2020;23:17-22
- Therapeutic Potential of Citrulline as an Arginine Supplement: A Clinical Pharmacology Review. Rashid J, Kumar SS, Job KM, Liu X, Fike CD, Sherwin CMT. Paediatr Drugs. 2020;22:279-293
- Moving towards clinical trials for mitochondrial diseases. Pitceathly RDS, Keshavan N, Rahman J, Rahman S. J Inherit Metab Dis. 2021;44:22-41
Laatst bijgewerkt: 7 februari 2021 voorheen: 24 februari 2020, 15 oktober 2019, 9 maart 2019, 15 december 2018 en 23 september 2017 en 6 februari 2008
Auteur: JH Schieving