Ziektebeelden Tumoren Protonentherapie

Wat is protonentherapie?

Protonentherapie is een vorm van bestraling (ook wel radiotherapie genoemd) waarbij een tumor wordt bestraald met behulp van protonen.

Wat is het verschil tussen protonentherapie en gewone bestraling?

Bij protonentherapie wordt de tumor bestraald met hele kleine deeltjes die protonen worden genoemd. Bij de radiotherapie die nu de standaard behandeling is wordt de tumor bestraald met hele kleine deeltjes die fotonen worden genoemd.
Beide behandelingen zijn dus een vorm van bestraling, het verschil zit in het soort deeltjes die gebruikt worden voor de bestraling: fotonen bij de huidige vorm van bestraling en protonen bij protonenbestraling.

 

Wat is het voordeel van protonenbestraling?

Scherpe grens

Protonenbestraling heeft als voordeel dat heel precies kan worden bepaald waar de bestraling wel komt en waar de bestraling niet komt. Hierdoor kan een tumor heel precies bestraald worden, zonder dat de omliggende gezonde weefsels te veel onbedoelde straling krijgen. Dit heeft met name een voordeel wanneer een tumor een hele scherpe grens heeft en ligt naast een belangrijke ander onderdeel van het lichaam die liever geen bestraling moet krijgen (zoals de hypofyse die hormonen aanmaakt).
Ook voor tumoren die bijvoorbeeld naast een natuurlijk grens liggen zoals bot en die niet de neiging hebben om dit bot in te groeien, kan protonenbestraling een meerwaarde hebben.

Geen scherpe grens

Veel tumoren hebben geen scherpe grens en dat maakt dat het omliggende weefsel waarin op de scan geen tumor te zien is ook bestraald moet worden, om onzichtbare tumorcellen die daar liggen mee te bestralen. In die situatie heeft protonenbestraling niet veel meerwaarde boven fotonenbestraling. Zeker niet wanneer met fotonen bestraling gebruik gewordt gemaakt van heel veel kleine stralenbundels (dit wordt IMRT genoemd), waardoor ook heel precies bepaald kan worden waar de bestraling wel of niet komt.

Hogere dosering

Omdat protonenbestraling heel precies op de juiste plek kan worden gegeven, is het vaak mogelijk om een hogere dosering bestraling te geven dan met fotonenbestraling. Bij fotonenbestraling kan soms geen hogere dosering worden gegeven, omdat de omliggende weefsels rondom de tumor die hogere dosering bestraling niet kunnen verdragen. Omdat de omliggende weefsels bij protonenbestraling, veel minder bestraling krijgen, kan er meer bestraling op de tumor gegeven worden. Bij sommige typen tumoren heeft een hogere dosering bestraling meer effect, maar dit geldt zeker niet voor alle type tumoren.

Minder bijwerkingen

Omdat protonenbestraling preciezer op de tumor gericht kan worden en minder op de omliggende weefsels, is de verwachting dat protonenbestraling minder bijwerkingen zal geven als gevolg van schade aan de omliggende weefsels.

Wat zijn de nadelen van protonenbestraling?

Heel duur

Protonenbestraling is heel duur, veel duurder dan fotonenbestraling. Dit maakt dat er niet heel veel centra zijn die een behandeling met protonenbestraling kunnen verzorgen. We moeten in Nederland op het geld letten en daarom keuzes maken, een persoon protonenbestraling geven of tien personen een fotonenbestraling geven. Daarom zijn er regels gemaakt waarin staat aangegeven welke kinderen en volwassenen duidelijk meerwaarde hebben van protonenbestraling, zodat zij deze behandeling wel aan hen gegeven moet worden, ondanks de hogere kosten.

Behandeling in het buitenland

Omdat protonenbestraling zo duur is, kunnen kinderen en volwassenen deze behandeling niet in Nederland krijgen. Voor de behandeling moeten ze dus naar het buitenland en behandeld worden in een buitenlands ziekenhuis. Vaak is het al spannend voor kinderen onbehandeld te worden en al helemaal in een ziekenhuis waar de behandelaars een hele andere taal spreken. Voor de duur van de behandeling moet het kind en vaak een ouder in het buitenland blijven. Het is vaak niet te doen om op en neer te reizen, zodat het kind dat een behandeling krijgt een tijdje gescheiden is van de rest van het gezin. Dit kan voor het hele gezin zwaar zijn in zo’n periode.

Heel stil liggen

Bij alle vormen van bestraling is het belangrijk dat het te behandelen lichaamsdeel niet bewogen wordt tijdens de bestraling. Door beweging kan de bestraling buiten de tumor komen en zo komt er te weinig bestraling op de tumor en te veel op de omliggende weefsels wat niet de bedoeling is. Bij protonenbestraling komt dit nog nauwkeuriger dan bij fotonenbestraling. Daarom is het voor kinderen heel vaak nodig om een protonenbestraling onder narcose te krijgen. Kinderen moeten dus elke dag onder narcose gebracht worden om de protonenbestralingsbehandeling te krijgen.

Waar wordt protonenbestraling gegeven?

Buitenland

Protonenbestraling wordt op dit moment niet in Nederland gegeven. Kinderen en volwassenen die protonenbestraling nodig hebben, moeten voor deze behandeling naar het buitenland toe, bijvoorbeeld naar Duitsland (Essen, Darmstadt), Frankrijk (Orsay) of naar Zwitserland (Villingen)

Toekomst wel in Nederland

Er zijn wel plannen voor een protonenbestralingscentrum in Nederland. Dus in de toekomst is het waarschijnlijk ook mogelijk om ook in Nederland protonenbestraling te gaan krijgen. Dit zal nog wel een paar jaar duren.

Hoe komen kinderen of volwassenen in aanmerking voor protonenbestraling?

Radiotherapeut

Een radiotherapeut is een arts die alles af weet van bestraling. De radiotherapeut kijkt wat de beste vorm van bestraling is voor een kind of een volwassene. Wanneer de radiotherapeut vindt dat protonenbestraling duidelijk meerwaarde heeft boven fotonenbestraling, dan zal de radiotherapeut het kind of volwassenen verwijzen naar een centrum waar protonenbestraling gegeven kan worden.

Criteria

Protonenbestraling is nog schaars. Daarom zijn er criteria gemaakt wanneer protonenbestraling duidelijk meerwaarde heeft boven fotonenbestraling en wanneer een kind of een volwassene in aanmerking komt voor protonenbestraling.

Zo komen kinderen met bepaald type hersentumoren (hersentumoren in de hersenstam, craniopharyngeomen, hersentumoren in de buurt van de hypofyse, hersentumoren in de buurt van het schedelbot) in aanmerking voor protonentherapie, net als een melanoom in het oog, en een speciaal type tumor wat chordoom wordt genoemd en ook in de hersenen voorkomt en ook bepaald type tumoren die bij kinderen in het lichaam voorkomen. Bij volwassenen komen bepaalde hoofdhalstumoren, borsttumoren, longtumoren en prostaattumoren in aanmerking.

Hoe lang duurt een behandeling met protonenbestraling?

Aantal weken

De radiotherapeut bepaalt hoeveel behandelingen met protonenbestraling er nodig zijn. Dit kan per tumor verschillende. Voor de meeste tumoren is het nodig een aantal dagen per week, een aantal weken achter elkaar bestraling te geven.
Een behandeling met protonenstraling duurt in de regel even lang als een behandeling met fotonenstraling.

 

Wat zijn de bijwerkingen van protonenbestraling?

Zelfde als bij fotonenbestraling

De bijwerkingen van protonenbestraling zijn dezelfde als die van fotonenbestraling. De bijwerkingen hangen ook erg af van de plaats waar de bestraling wordt gegeven.

Bijwerkingen tijdens de bestraling

  • Huidreactie. De huid kan altijd reageren op de bestraling die wordt gegeven. Meestal wordt dit pas duidelijk nadat de bestraling al een paar weken bezig is. De huid kan dan rood verkleuren, droog aanvoelen en een jeukerig gevoel geven.
  • Haren. Wanneer de bestraling op de hoofdhuid wordt gegeven, dan kan het zijn dat er haren gaan uitvallen als gevolg van de bestraling.
  • Geen pijn. Bestraling doet geen pijn. Kinderen en volwassenen voelen niets van de bestraling.
  • Moeheid. Bestraling doet heel wat met het lichaam, ook al is dat aan de buitenkant niet te zien. Bestraling zorgt eigenlijk altijd voor moeheidsklachten. Deze moeheid kan heel heftig zijn en ook na de bestraling nog een aantal weken aanhouden.
  • Misselijkheid. Bestraling op het hoofd, de hals of de buik kan zorgen voor misselijkheidsklachten.
  • Verstopping. Veel kinderen en volwassenen krijgen tijdens de bestraling last van verstopping van de darmen, ook al worden ze bestraald op het hoofd. Verstopping van de darmen kan ook zorgen voor misselijkheid of voor buikpijnklachten.
  • Tekort aan bloedcellen. Bestraling op de botten kan maken dat tijdelijk minder bloedcellen worden aangemaakt. Dit kan zorgen voor bloedarmoede of voor minder bloedplaatjes of minder afweercellen.

Bijwerkingen op de lange termijn

  • Bindweefselvorming. Bestraling op gezonde weefsels kan zorgen voor het ontstaan van extra bindweefsel in die gezonde weefsels. Soms kunnen die daardoor minder goed functioneren. Een darm die in het bestralingsgebied heeft gelegen kan door het extra bindweefsel vernauwd raken waardoor voedsel minder goed naar beneden kan bewegen.
  • Ook kunnen bloedvaten vernauwd raken waardoor een bepaald orgaan minder bloed toevoer krijgt.
  • De hoop is dat deze bijwerkingen minder vaak zullen voorkomen bij protonenbestraling dan bij fotonenbestraling. Of dit daadwerkelijk zo is, zal de tijd moeten leren.
  • Problemen met leren en onthouden. Wanneer kinderen op de hersenen worden bestraald, heeft dit gevolgen voor de ontwikkeling en de functie van de hersenen. Door de bestraling ontstaan bijna altijd problemen met onthouden en problemen met de snelheid van het verwerken van informatie. Hoe jonger kinderen bestraald worden, hoe groter deze problemen meestal zijn. Daarom wordt tegenwoordig zo lang mogelijk gewacht met het geven van bestraling op de hersenen bij de minst kwaadaardige groep van hersentumoren. Hoe later de bestraling hoe kleiner de effecten op onthouden en tempo van informatieverwerking. Bij de kwaadaardige groep hersentumoren is het niet mogelijk om de behandeling met bestraling uit te stellen, omdat het anders niet mogelijk is om van dit type hersentumor te genezen.
  • Tweede tumor. Als gevolg van de bestraling kan jaren later ( meestal zo’n 20 jaar later) een tweede tumor in het bestralingsgebied ontstaan. Doordat protonenbestraling minder straling geeft op gezonde weefsels, zou het kunnen zijn dat deze kans lager is bij protonenbestraling, maar of dit daadwerkelijk zo is, is niet bekend.

Laatst bijgewerkt: 23 april 2014

Auteur: JH Schieving