Wat is een neurofibroom?
Een neurofibroom is een zwelling (tumor) die ontstaat uit zenuwcellen.
Hoe wordt een neurofibroom ook wel genoemd?
Het woord neuro verwijst naar de zenuwcellen waar een neurofibroom uit ontstaat. Het woord fibro verwijst naar bindweefselcellen die ook in het neurofibroom kunnen voorkomen.
Benign peripheral nerve sheath tumor
Soms wordt de Engelse term benign peripheral nerve sheath tumor gebruikt. Het woord benigne betekent goed aardig. Peripheral nerve verwijst naar de zenuwen die vanuit het ruggenmerg naar het lichaam toe gaan. Sheath verwijst naar de bekleding van de zenuw.
Gelokaliseerd, diffuus of plexiform
De meeste neurofibromen geven op een bepaalde plaats in het lichaam een duidelijk afgrensbare zwelling, dit wordt een gelokaliseerd neurofibroom genoemd. Soms is niet duidelijk waar de grens ligt tussen het neurofibroom en het normale weefsel, dit wordt een diffuus neurofibroom genoemd. Een plexiform neurofibroom is een speciaal type neurofibroom die zowel in als onder de huid als ook dieper in het lichaam kan voorkomen en die bestaat uit een netwerk van meerdere zenuwen.
Cutaan of subcutaan of diep liggend
Wanneer het neurofibroom in de huid zit wordt gesproken van een cutaan neurofibroom. Een neurofibroom die onder de huid ligt wordt een subcutaan neurofibroom genoemd. Wanneer het neurofibroom niet aan de buitenkant van het lichaam zichtbaar is wordt gesproken van een diep liggend neurofibroom.
WHO-indeling
De WHO (Wereld Gezondheidsorganisatie) heeft alle zenuwstelsel tumoren in vier groepen onderverdeeld: groep 1 t/m 4. Groep 1 zijn de minst kwaadaardige tumoren en groep 4 de meest kwaadaardige tumoren. Een neurofibroom is een tumor uit groep 1. Een deel van de mensen noemt een tumor uit groep 1 een goedaardige tumor.
Hoe vaak komt een neurofibroom voor?
Het is niet goed bekend hoe vaak neurofibromen voorkomen. Het is geen zeldzaam voorkomende aandoening. Een enkel neurofibroom (solitair neurofibroom) komt regelmatig voor. Bij negen van de tien mensen is er sprake van een solitair neurofibroom. Een op de tien mensen heeft meerdere neurofibromen. Bij hen is er vaak sprake van een onderliggende aandoening zoals Neurofibromatose type 1, neurofibromatose type 2 of schwannomatose.
Bij wie komt een neurofibroom voor?
Een neurofibroom kan zowel kinderleeftijd als op volwassen leeftijd voorkomen. Cutane en subcutane neurofibromen ontstaan vaak tijdens de puberteit, plexiforme neurofibromen zijn al vanaf de geboorte aanwezig maar kunnen ook tijdens de puberteit gaan groeien waardoor dan pas zichtbaar wordt dat er sprake is van een plexiform neurofibroom. Kinderen en volwassenen met Neurofibromatose type 1 hebben een grote kans om meerdere neurofibromen te krijgen. Andere aandoeningen waarbij meerdere neurofibromen voorkomen zijn schwannomatose of Neurofibromatose type 2.
Het neurofibroom komt even vaak bij jongens/mannen als bij meisjes/vrouwen voor.
Wat is de oorzaak van het ontstaan van een neurofibroom?
Zenuw
Een neurofibroom ontstaat wanneer de cellen in een zenuw onbedoeld te veel gaan delen. Zowel de zenuwcellen zelf als ook bindweefselcellen in de zenuw (endoneurium) en de schwannsse cellen delen zich, waardoor een zwelling ontstaat die bestaat uit zenuwcellen, uit bindweefselcellen en uit mestcellen.
Verstoorde balans tussen delen en niet delen van cellen
Het is normaal dat er nieuwe cellen in een zenuw ontstaan. Normaal gesproken is er een balans tussen groei van cellen en rem op deze groei. In de cellen van een neurofibroom is deze balans verstoord. Er is wel groei van de cellen, maar de natuurlijk rem op groei van cellen werkt minder goed, waardoor het neurofibroom langzaam groter kan worden.
Verandering in erfelijk materiaal
In het erfelijk materiaal staat precies beschreven hoe de groei van cellen is geregeld en ook hoe de rem op de groei van cellen is geregeld. In de tumorcellen van een neurofibroom blijken veranderingen in het erfelijk materiaal voor te komen, waardoor de informatie voor rem op groei van tumorcellen verloren is gegaan. Hierdoor blijven de cellen zich delen en blijft de tumor groeien Bij vrijwel alle neurofibromen wordt een fouten in het NF1-gen gevonden. Daarnaast kunnen ook nog andere fouten in het DNA worden gevonden.
Onderliggend syndroom
Er bestaan erfelijke syndromen die in families voorkomen en waarbij familieleden een verhoogde kans hebben op het krijgen van verschillende type tumoren, zoals een neurofibroom Vaak hebben mensen met deze syndromen meerdere neurofibromen. De meest voorkomende onderliggende aandoening is Neurofibromatose type 1. Kinderen en volwassenen met deze aandoening hebben vaak ook meerdere lichtbruine vlekken op de huid, zogenaamde cafe-au-lait vlekken. Andere aandoeningen waarbij ook neurofibromen kunnen voorkomen zijn: Neurofibromatose type II, schwannomatose, meningiomatose, Carney complex, CDKN2A-deletie syndroom en het DGCR8-syndroom.
Langzaam groeien
Neurofibromen zijn tumoren die heel langzaam groeien en ook uit zichzelf weer kunnen stoppen met groeien. Neurofibromen zijn geen tumoren die uitzaaiingen veroorzaken naar andere plaatsen in het lichaam. Een uitzondering hierop zijn de plexiforme neurofibromen.
Plaats in het lichaam
Neurofibromen komt het meest voor op de armen, benen, borstkas, buik, rug en nek. Ook kunnen neurofibromen langs de wervelkolom voorkomen. Dit worden spinale neurofibromen genoemd. Zelden ontstaan neurofibromen langs hersenzenuwen in de hersenen, in de spieren, de mondholte of in de darmen. Plexiforme neurofibromen kunnen ook in het gezicht voorkomen.
Veranderen in kwaadaardige tumor
Gewone neurofibromen veranderen niet in kwaadaardige tumoren. Plexiforme neurofibromen kunnen wel veranderen in kwaadaardige tumoren die sneller groeien en ook kunnen uitzaaiien naar andere plaatsen in het lichaam. Deze verandering ontstaat doordat in de plexiforme neurofibromen nieuwe fouten in het DNA ontstaan.
Wat zijn de symptomen vna het hebben van een neurofibroom?
Variatie
Er bestaat een grote variatie tussen de hoeveelheid en de ernst van de symptomen die verschillende kinderen met een neurofibroom hebben. Dit hangt sterk samen met de plaats van de tumor.
Zwelling
Een neurofibroom zorgt vaak voor een zwelling die geleidelijk aan groter kan worden, maar meestal kleiner dan 2 cm in doorsnede blijft. De meeste neurofibromen zitten in of onder de huid en zijn daardoor zichtbaar als een huidkleurige/roze zacht of meer stevig aanvoelende zwelling in of onder de huid. De huid boven de zwelling kan een normale huidskleur hebben, roze van kleur of (licht)bruin van kleur zijn. Wanneer het neurofibroom net ontstaat kan de bovenliggende huid juist een blauwige kleur hebben en wordt vaak gedacht dat er sprake is van een kleine baluwe plek.
Geen klachten
De meeste neurofibromen geven geen klachten.
Jeuk
Een deel van de kinderen en volwassenen heeft last van jeuk op de plaats van het neurofibroom.
Groei neurofibroom
Wanneer het neurofibroom groter wordt, gaat het meer ruimte innemen. Neurofibromen kunnen gaan groeien tijdens de puberteit of tijdens een zwangerschap. Een groter neurofibroom kan druk op de zenuw geven en zo klachten veroorzaken.
Pijnklachten
Aanraken van een subcutaan of plexiform neurofibroom kan als pijnlijk ervaren worden. Een klein deel van de neurofibromen geven pijnklachten omdat er druk op de onderliggende zenuw ontstaat.
Veranderd gevoel
Druk op de zenuw kan zorgen voor een veranderd gevoel in de loop van de zenuw. Er kan sprake zijn van tintelingen of prikkelingen of juist van een verdoofd gevoel.
Zelden krachtsverlies
Heel zelden zorgt een neurofibroom voor het ontstaan van krachtsverlies door druk op de zenuw. De zenuw is dan niet meer goed in staat om de spieren aan te sturen.
Neurofibroom in de rug
Een neurofibroom langs de zenuwen die uit het ruggenmerg komen, zorgt vaak voor het ontstaan van rugpijn. De rugpijn kan uitstralen naar een been, naar de voorkant van de rug of naar een arm, afhankelijk van de plaats waar het neurofibroom zit. Ook kan in het gebied wat pijn doet, het gevoel anders zijn, de huid kan verdoofd aanvoelen of juist tintelen. Spieren die aangestuurd worden door de zenuw die in de knel zit.
Schaamte
Kinderen en volwassenen kunnen zich schamen voor de neurofibromen die zij hebben.
Hoe wordt de diagnose neurofibroom gesteld?
Verhaal en onderzoek
Op grond van het verhaal van een langzaam groeiende zacht of wat vaster aanvoelende zwelling in of onder de huid kan worden vermoed dat er sprake is van een cutaan of subcutaan neurofibroom. Er zullen dan meestal geen andere onderzoeken nodig zijn om de diagnose te stellen. Aandoeningen die kunnen lijken op een neurofibroom zijn moedervlekken, skin tags, een fibroom of een lipoom.
Dieper gelegen neurofibroom zijn niet aan de buitenkant van het lichaam zichtbaar. Zij worden vaak ontdekt wanneer er een scan van het lichaam wordt gemaakt. Andere aandoeningen die op dieper gelegen neurofibromen kunnen kijken zijn een schannoom, een perineuroom, leiomuoom, ganglioneuroom of een desmoplastisch melanoom.
ECHO
ECHO onderzoek kan behulpzaam zijn bij het vaststellen van een neurofibroom in of onder de huid, wanneer er twijfel bestaat of er sprake is van een neurofibroom.
MRI-scan
Wanneer een kind of volwassene last heeft van uitvalsverschijnselen zoals pijn, een verdoofd gevoel of krachtsverlies, dan zal vaak een MRI-scan gemaakt worden om te kijken wat de oorzaak hiervan is. Op deze MRI scan kan een neurofibroom zichtbaar zijn als een gladde ronde zwelling in het beloop van een zenuw. Een plexiform neurofibroom heeft een kenmerkende vorm die doet denken aan een pot met pieren.
PET-scan
Wanneer er onduidelijkheid bestaat of er sprake kan zijn van een kwaadaardig neurofibroom kan een PET-scan behulpzaam zijn om onderscheid te maken.
Weefselonderzoek
Door middel van een biopt kan weefsel verkregen worden om onder de microscoop te bekijken. Dit is echter risicovol in geval van een neurofibroom, omdat op deze manier de zenuw zelf beschadigd kan raken. Het is vaak beter om door middel van een operatie de hele zwelling te verwijderen en zo weefselonderzoek te verrichten. Voor dit onderzoek zijn verschillende kleuringen nodig zodat de uitslag meestal pas na een paar dagen komt. De S100 aankleuring kan aantonen of er schwannse cellen in het neurofibroom voorkomen. CD34 aankleuring geeft aan dat er een bepaald type fibroblast voorkomt in het neurofibroom.
DNA onderzoek
Door middel van bloedonderzoek kan gekeken worden of er sprake is van een fout in het DNA die maakt dat het neurofibroom is ontstaan. Bij één op de tien mensen met een neurofibroom (vaak met meerdere neurofibromen) wordt een fout in het NF1-gen gevonden.
Hoe wordt een neurofibroom behandeld?
Geen behandeling
Wanneer het neurofibroom geen of weinig klachten geeft, is een behandeling niet nodig. Door middel van lichamelijk onderzoek wordt gekeken of er aanwijzingen zijn voor groei van het neurofibroom.
Operatie
Het is mogelijk een neurofibroom te verwijderen door middel van een operatie. Vaak wordt deze operatie uitgevoerd door een neurochirurg. Het is belangrijk dat de operatie wordt uitgevoerd door een neurochirurg die ervaring heeft met het opereren van neurofibromen of andere zenuwtumoren. De neurochirurg maakt tijdens de operatie gebruik van hele verfijnde technieken, dit wordt ook wel microchirurgie genoemd. Er bestaat een risico dat het neurofibroom na de operatie weer opnieuw gaat groeien. Dit risico is groter bij kinderen dan bij volwassenen.
Laserbehandeling
Het is ook mogelijk om neurofibromen die in de huid zitten te verwijderen door middel van een CO2-laser. Deze behandeling wordt meestal uitgevoerd door een dermatoloog.
Plexiform neurofibroom
Een groeiend plexiform neurofibroom wordt vaak behandeld met een operatie waarbij geprobeerd wordt om een groot deel van het neurofibroom weg te halen zonder al te veel schade te veroorzaken. Operatie heeft als risico dat er na de operatie sprake kan zijn van gevoelsverlies (bij een op de drie mensen) of van krachtsverlies (bij een op de twintig mensen). Helaas groeien ook plexiforme neurofibromen vaak weer aan. Daarom wordt gezocht naar andere behandelingen voor plexiforme neurofibromen maar tot nu toe zijn deze nog niet goed gevonden. Het dichtmaken van bloedvaten die naar het plexiform neurofibroom toe lopen (embolisatie) kan een optie zijn. Soms is er effect van chemotherapie. Er lopen onderzoeken om te kijken of zogenaamde MEK-inhibitors (selumetinib) ingezet kunnen worden om de groei van plexiforme neurofibromen bij mensen met neurofibromatose type 1 af te remmen en ze zelfs kleiner te maken. De eerste resultaten zijn veel belovend. Bij zeven van de tien kinderen was er sprake van meer dan 20% afname in grootte van het plexiforme neurofibroom. Dit effect hield bij achter van de tien kinderen tot in elk geval 3 jaar na start van de behandeling aan. In Nederland is dit medicijn anno 2022 nog niet goed gekeurd, er wordt hard gewerkt dat dit onder bepaalde voorwaarden wel mogelijk gaat worden. Soms is het mogelijk op basis van een compassionate use programma om toch kinderen waar geen andere behandelopties voor mogelijk zijn, deze kinderen toch te kunnen behandelen medicijn.
Pijnstilling
Wanneer een neurofibroom zenuwpijn veroorzaakt, is het mogelijk door middel van medicijnen de pijnklachten te verminderen. Medicijnen die hiervoor gebruikt kunnen worden zijn gabapentine, pregabaline of amytriptiline.
Begeleiding
Een maatschappelijk werkende of een psycholoog kan begeleiding geven hoe te leren om gaan met hebben van neurofibromen.
Contact met andere ouders
Via het forum van deze site bestaat de mogelijkheid om een oproepje te plaatsen om in contact te komen met andere ouders of betrokkenen met een neurofibroom.
Wat betekent het hebben van een neurofibroom voor de toekomst?
Stabiel blijven
Neurofibromen gaan vaak groeien tijdens de puberteit en kunnen daarna stabiel blijven van grootte.
Toename in grootte
Ook op volwassen leeftijd kunnen neurofibromen nog toenemen in grootte. Bij vrouwen bestaat hier een vergrote kans op tijdens een zwangerschap.
Nieuwe neurofibromen
Ook kunnen nieuwe neurofibromen op andere plaatsen in het lichaam ontstaan.. De kans hierop is groter bij mensen met neurofibromatose type 1, neurofibromatose type II en schwannomatose.
Kwaadaardig neurofibroom
Zelden ontstaat een kwaadaardig neurofibroom (maligne neurofibroom of maligne perifere zenuwschedetumor(MPNST)) uit een neurofibroom. De kans hierop is groter wanneer er sprake is van een plexiform neurofibroom en bij mensen met neurofibromatose type 1. Snelle groei van een neurofibroom, toegenomen pijnklachten, gevoelsveranderingen of krachtsverlies zijn redenen om een arts te laten kijken naar het neurofibroom.
Levensverwachting
De levensverwachting van mensen met een neurofibroom is gemiddeld genomen niet anders dan die van mensen zonder neurofibroom. Een plexiform neurofibroom die verandert in een kwaadaardig neurofibroom kan wel van invloed zijn op de levensverwachting. Ook kan een eventuele onderliggende aandoening van invloed zijn op de levensverwachting.
Kinderen krijgen
Het hebben van een neurofibroom heeft geen invloed op de vruchtbaarheid. Een neurofibroom in het kleine bekken kan van invloed zijn op het beloop van de zwangerschap of de bevalling, het is aan te bevelen dat vrouwen die een neurofibroom in het bekken hebben, tijdens de zwangerschap en de bevalling (mede) worden begeleid door een gynaecoloog. Kinderen van een volwassene met een neurofibroom hebben een licht verhoogde kans zelf ook een neurofibroom te krijgen. Deze kans kan oplopen tot 50% voor mensen waarbij er sprake is van een onderliggende aandoening zoals neurofibromatose type 1, neurofibromatose type II en schwannomatose.
Hebben broertjes en zusjes een vergrote kans om ook een neurofibroom te krijgen?
Bij een groot deel van de mensen die een neurofibroom krijgen, zijn er geen meerdere familieleden die een schwannoom hebben. De kans dat een broertje of zusje ook een neurofibroom krijgen is daarom klein, maar wel licht verhoogd. Wanneer er sprake is van een onderliggende aandoening zoals neurofibromatose type 1, neurofibromatose type II en schwannomatose dan bestaat er een veel grotere kans (tot 50%) dat broertjes of zusjes ook een neurofibroom krijgen.
Wilt u ook uw verhaal kwijt, dat kan: verhalen kunnen gemaild worden via info@kinderneurologie.eu en zullen daarna zo spoedig mogelijk op de site worden geplaatst. Voor meer informatie zie hier.
Heeft u foto's die bepaalde kenmerken van deze aandoening duidelijk maken en die hier op de website mogen worden geplaatst, dan vernemen wij dit graag.
Referenties
- Nerve Tumors of the Upper Extremity. Strike SA, Puhaindran ME. Clin Plast Surg. 2019;46:347-350
- Review and update in the diagnosis of peripheral nerve sheath tumors. Meyer A. Curr Opin Neurol. 2020;33:575-586
- Diagnostic Pathology of Tumors of Peripheral Nerve. Belakhoua SM, Rodriguez FJ. Neurosurgery. 2021;88:443-456
Laatst bijgewerkt: 27 augustus 2022
Auteur: JH Schieving