Wat is kattenkrabziekte?
Kattenkrabziekte is een infectieziekte door een bacterie (Bartonella henselae) die overgebracht op een kind of volwassene door een beet of een krab van een kat.
Hoe wordt kattenkrabziekte ook wel genoemd?
Kattenkrabziekte wordt ook wel Bartonella henselae infectie genoemd, naar het “beestje” die deze infectie veroorzaakt. Het wordt afgekort met de letters KKZ.
Omdat besmetting met deze bacterie vaak veroorzaakt wordt door een krab van een besmette kat, wordt deze aandoening kattenkrabziekte genoemd. De Engelse term voor deze aandoening is cat-scratch fever.
Zoönose
Kattenkrabziekte is een zogenaamde zoönose. Dit is een infectie ziekte die via een dier wordt overgedragen op een mens.
Hoe vaak komt kattenkrabziekte voor?
Het is niet goed bekend hoe vaak kattenkrabziekte voorkomt. De meeste kinderen en volwassenen hebben weinig last van klachten als gevolg van het oplopen van de kattenkrabziekte en gaan met deze klachten dan ook niet naar een dokter toe. Een klein deel van de kinderen en volwassenen krijgt klachten en bezoekt een dokter. Geschat wordt dat in Nederland jaarlijks 300 tot 1000 personen kattenbrabziekte krijgen.
Geschat wordt dat jaarlijks één op de 50.000 mensen kattenkrabziekte krijgt.
Bij wie komt kattenkrabziekte voor?
Kattenkrabziekte kan op elke leeftijd voorkomen. Kinderen en jong volwassen hebben de grootste kans om kattenkrabziekte te krijgen.
Zowel jongens als meisjes kunnen kattenkrabziekte krijgen.
Kinderen en volwassenen die zelf een kat hebben, hebben een grotere kans om zelf kattenkrabziekte te krijgen.
Wat is de oorzaak van het ontstaan van kattenkrabziekte?
Beet of krab van kat
De bacterie wordt overgebracht door een beet of een krab van een kat die zelf besmet is met deze bacterie. Ook kan een kind of een volwassene besmet raken doordat er speeksel van de kat terecht komt in een oog of in de mond.
Je kan aan een kat zelf niet zien of deze besmet is met deze bacterie of niet. Katten hebben er namelijk zelf meestal geen last van. In Nederland draagt één op de vijf katten deze bacterie actief bij zich. Vooral jonge katten (jonger dan 1-2 jaar) dragen deze bacterie actief bij zich. Met het ouder worden van de kat, kan de bacterie weer uit het lichaam van de kat verdwijnen. Ook kunnen vlooien van een besmette kat de bacterie overdragen wanneer deze vlooien mensen bijten.
Uiterst zelden raakt een mens besmet door beet van een teek die daarvoor een besmette kat heeft gebeten.
Bartonella henselae
De bacterie die de kattenkrabziekte veroorzaakt wordt Bartonella henselae genoemd. Deze bacterie valt onder de groep van de spirocheten. Het is een kleine gramnegatieve bacterie die zich in de cellen van een kind of een volwassene verstopt.
Afweer
Wanneer het lichaam besmet raakt met Bartonella henselae dan gaat het lichaam afweer maken om deze bacterie te doden en op te ruimen. Deze afweer reactie kan zorgen voor koorts en voor zwelling van de lymfeklieren en voor pusvorming. De afweer zorgt er voor dat de bacterie zich niet verder verspreid over het lichaam. Vaak vormt de afweer een kapsel om de bacterie heen zodat de bacterie zich niet verder kan verspreiden. Binnen dit kapsel wordt de bacterie dan door de afweer van het lichaam gedood.
Wanneer een kind of een volwassenen een verminderde afweer heeft, dan kan de bacterie zich wel verspreiden over het lichaam en in verschillende plaatsen een ontsteking veroorzaken. Kenmerkend is dan ook dat er vaak nieuwe kwetsbare bloedvaatjes worden gevormd op de plaats van deze ontsteking.
Ontsteking in organen
De bacterie kan zich vanuit de huid en de klieren uitbreiden naar andere organen in het lichaam. De hersenvliezen, de hersenen zelf, het ruggenmerg en de zenuwwortels kunnen ontstoken raken als gevolg van de kattenkrabziekte. Maar ook andere organen zoals de lever, de milt, de longen, het hart of de botten kunnen ontstoken raken. Ook hier kunnen kleine abcessen ontstaan.
Katten besmetten elkaar
Katten die besmet zijn met deze bacterie kunnen deze bacterie overbrengen naar andere katten in de buurt. Dit overbrengen van kat naar kat verloopt via vlooien. De kat die besmet is met deze bacterie wordt gebeten door een vlo, wanneer deze vlo vervolgens een andere kat bijt, dan kan via de beet van de vlo deze kat ook besmet raken met de bacterie. Katten hebben zelf niet zichtbaar last van deze bacterie. Zelden raken honden ook besmet door beet van een vlo. Het is niet duidelijk of een mens ook besmet zou kunnen raken door beet van een besmette vlo.
Niet van mens naar mens overdraagbaar
Deze bacterie is niet van mens naar mens overdraagbaar. Een mens kan dus niet een ander mens besmetten.
Verlaagde weerstand
Kinderen of volwassenen met een ernstige verlaagde weerstand (tijdens behandeling met chemotherapie, na een transplantatie van een orgaan) hebben vaak een ernstiger verloop van de kattenkrabziekte.
Co-infectie
Wanneer een kind of een volwassene met een normale afweer tegelijkertijd besmet raakt met Bartonella en met een andere bacterie of virus (zoals Borrelia, EBV of parvovirus), dan bestaat er ook een grotere kans dat de Bartonella bacterie zich gaat verspreiden naar andere organen in het lichaam.
Wat zijn de symptomen van kattenkrabziekte?
Variatie
De meeste mensen krijgen weinig klachten wanneer ze besmet raken met deze bacterie door een krab of een beet van een kat. Vaak zo weinig dat ze zelf niet weten dat ze besmet zijn. Een klein deel van de mensen krijgt meer opvallende klachten. Het valt van te voren niet goed te voorspellen of iemand weinig of veel klachten zal gaan krijgen. Mensen met een verminderde weerstand hebben vaker last van meer klachten.
Bultjes
De eerste symptomen zijn vaak een of meerdere kleine rode bultjes op de huid in de buurt van de krab of beet van de kat. Deze ontstaan vaak 3 tot 6 dagen na de beet of krab van de kat. Deze bultjes zijn klein, 2 tot 3 millimeter groot. Na een paar dagen veranderen deze bultjes in blaasjes en snel daarna komt er een korstje op deze blaasjes te zitten. De bultjes verdwijnen vanzelf weer binnen 1 tot 3 weken.
Gezwollen klieren
Gemiddeld twee weken na de beet of krab van de kat valt op dat er een zwelling ontstaat in de buurt van de beet of krab die pijnlijk is. De huid over deze zwelling heen ziet er rood uit en voelt warm aan. Deze zwelling is een gezwollen lymfeklier die ontstoken is geraakt. Soms zijn meerdere lymfeklieren tegelijk gezwollen. De lymfeklier die gezwollen raakt ligt meestal tussen de plaats van de krab of beet en het hart in, vaak in de hals, achter het oor, de oksel of de elleboog, zelden in de lies.
Bij een op de zeven mensen ontstaat er een abces in deze lymfeklier, dit zorgt voor nog meer pijn, zwelling en roodheid.
De lymfeklieren blijven een aantal weken (gemiddeld 6) ontstoken, soms een aantal maanden, maar verdwijnen dan weer spontaan.
Oogontsteking
Wanneer een kind of volwassenen een krab of beet in het gezicht heeft gekregen dan kunnen de ogen rood en ontstoken raken. Hierdoor kunnen kinderen of volwassenen wazig gaan zien.
Koorts
Een op de drie van de kinderen en volwassenen heeft in de eerste weken na de beet van de krab van de kat verhoging van de lichaamstemperatuur of koorts. Er wordt van koorts gesproken wanneer de lichaamstemperatuur boven de 38 graden komt.
Hoofdpijn
Een deel van de kinderen en volwassenen heeft in de eerste weken na de beet of krab van de kat last van hoofdpijn. Vaak gaat het om een zeurende, drukkende pijn in het hele hoofd.
De hoofdpijn gaat vaak samen met een misselijkmakend gevoel. Een heel klein deel van de kinderen of volwassenen moet ook spugen als gevolg van de hoofdpijnklachten. Fel licht en harde geluiden worden vaak als vervelend ervaren.
Ziek voelen
Als gevolg van de besmetting kunnen kinderen en volwassen zich ziek voelen. Grieperig noemen we dat ook wel, zonder dat er bij kattenkrabziekte sprake is van griep. Kinderen zijn vaak hangerig, hebben niet zo’n zin in eten of drinken en geen zin om te spelen. Spieren en gewrichten kunnen pijnlijk aanvoelen.
Vermoeidheid
Kinderen en volwassenen kunnen zich als gevolg van de koorts en de hoofdpijn ziek en vermoeid voelen. Deze vermoeidheid houdt vaak een aantal weken aan en verdwijnt daarna weer.
Epilepsie
Een heel klein deel van de kinderen en volwassenen (ongeveer één op de 50) krijgt last van epilepsieaanvallen als gevolg van ontsteking van de hersenen zelf. Kinderen of volwassenen krijgen dan last van trekkingen of schokjes in het gezicht, een arm of een been.
Verwardheid
Wanneer de bacterie heeft gezorgd voor ontsteking van de hersenen zelf, dan kan dit er voor zorgen dat het kind of de volwassene in de war is. Niet meer de juiste antwoorden geeft, in wartaal praat en onrustig in bewegen is.
Minder alert
Een ontsteking van de hersenen zelf kan er ook voor zorgen dat een kind of een volwassene minder alert is en veel slaapt. Wanneer de ontsteking ernstig is, en dat is zeer zeldzaam, dan kan een kind of een volwassene ook comateus raken als gevolg van de ontsteking.
Huid
Een heel klein deel van de kinderen of volwassenen krijgt een rode huiduitslag over grote gebieden van de huid als gevolg van het hebben van kattenkrabziekte. Soms ontstaan ook kleine rode niet wegdrukbare plekjes (trombocytopenische purpura)
Andere organen
Bij kinderen of volwassenen die een ernstig verlaagde weerstand hebben, kan er ook een ontsteking ontstaan van de botten, de longen, het hart, de lever of de milt. Deze ontsteking kan overgaan in een abces. Kinderen en volwassenen met een verminderde afweer hebben een grotere kans dat er abcessen ontstaan in andere organen.
Hoe wordt de diagnose kattenkrabziekte gesteld?
Verhaal en onderzoek
Op grond van het verhaal van een krab of beet van een kat gevolgd door de kenmerkende huidafwijkingen en lymfeklierzwelling kan de diagnose worden gesteld. Vaak zijn mensen echter vergeten dat ze gebeten of gekrabd zijn door een kat, waardoor het lastig kan zijn om te achterhalen dat deze beet of krab van een kat de oorzaak is van het ontstaan van de klachten. Ook kunnen andere bacteriën of aandoeningen klachten geven die veel lijken op kattenkrabziekte.
Bloedonderzoek
Door middel van bloedonderzoek kan aangetoond worden dat het lichaam afweer aan het aanmaken is tegen de bacterie Bartonella henselae. Er worden dan IgM of IgG antistoffen in het bloed gevonden. Het kan nodig zijn twee weken later opnieuw bloed af te nemen om te kijken naar veranderingen in de concentraties van deze afweerstoffen. Het onderzoek kan vals negatief zijn ( de sensitiviteit van deze test ligt tussen de 53-65%)
Puskweek
Wanneer pus op de normale manier gekweekt wordt, dan lukt het vaak niet om hierin de bacterie Bartonella henselae terug te vinden. Wanneer gedacht wordt aan deze aandoening, dan moet het pus gekweekt worden op speciale bloed verrijkte platen en zelfs dan is het heel moeilijk om de bacterie aan te tonen. Door middel van een zogenaamde PCR-techniek is het vaker mogelijk om aan te tonen dat de bacterie in de pus aanwezig is.
Kweken van bloed of ander weefsel is niet zinvol, omdat zo de diagnose niet gesteld kan worden.
Biopt uit lymfeklier
Wanneer er een sterke verdenking is op kattenkrabziekte en bloed en pus onderzoek geen duidelijkheid geeft, kan een biopt uit een lymfeklier helpen om de diagnose te stellen. Op dit biopt kan PCR onderzoek verricht worden (dit heeft een opsporingskans (sensitiviteit) van 69-95%). De patholoog kan in het biopt aspecifieke granulomateuze afwijkingen vinden. Met behulp van de Warthin-Starry kleuring kunnen in een vroege fase van de ziekte groepjes bacterieen worden aangetoond die de diagnose ondersteunen.
MRI hersenen
Wanneer er aanwijzingen zijn dat de hersenen ontstoken zijn geraakt als gevolg van de kattenkrabziekte zal vaak een MRI scan van de hersenen gemaakt worden. Meestal worden op deze MRI scan weinig tot geen afwijkingen te zien. Soms is te zien dat de hersenvliezen ontstoken zijn of dat er sprake is van een ontsteking in de bloedvaten van de hersenen.
Ruggenprik
Ook zal vaak een ruggenprik worden verricht wanneer er aanwijzingen zijn dat de hersenen ontstoken raken. Wanneer het vocht wat zo verkregen wordt, onderzocht wordt, worden hierin een licht verhoogd aantal cellen en een licht verhoogd eiwit gevonden.
ECHO van de buik
Door middel van een ECHO onderzoek kan gekeken worden of er aanwijzingen zijn voor ontsteking of kleine abcessen in de lever of in de milt.
Foto of scan van de borstkas
Een foto of scan van borstkas kan aantonen of er sprake is van een ontsteking of abcesvorming in hart of in de longen.
Hoe wordt kattenkrabziekte behandeld?
Geen behandeling
Kattenkrabziekte gaat vanzelf over. Het lichaam zorgt er zelf voor door middel van afweer dat de bacterie wordt opgeruimd. Meestal is behandeling dan ook niet nodig.
Pijnstilling
De ontstoken klieren kunnen zorgen voor pijnklachten. Pijnstillers zoals paracetamol of ibuprofen kunnen zorgen dat een kind of volwassene minder last heeft van pijnklachten.
Abces ontlasten
Wanneer er in een lymfeklier een abces is ontstaan, dan is het goed de pus uit het abces weg te halen door middel van opzuigen van pus met een naald en een spijt of door het maken van een sneetje in het abces zodat de pus eruit kan lopen.
Antibiotica
Wanneer de kattenkrabziekte ernstige symptomen veroorzaakt, dan is het mogelijk de bacterie te behandelen met antibiotica. Meest gebruikte antibiotica zijn azitromycine, rifampincine, erytromycine en doxycycline. Deze antibiotica kunnen in tablet vorm gebruikt worden.
Wanneer de bacterie een ontsteking van de hersenen of van andere organen veroorzaakt, zal antibiotica via het infuus nodig zijn.
Voorkomen besmetting
- Wanneer een kind of volwassene wordt gekrabd of gebeten door een kat dan is het belangrijk om de wond daarna zo spoedig mogelijk uit te spoelen onder stromend water. Op die manier kan een deel van de bacteriën uit de wond gespoeld worden. De huid rondom de wond kan ontsmet worden met alcohol 70% of betadine jodium.
- Katteneigenaren moeten zorgen voor een goede vlooienbehandeling van hun kat.
- Mensen met een verminderde weerstand moeten afwegen of zij met katten willen spelen. Vooral jonge katten kunnen onverwachts uit speelsheid gaan krabben.
- Het is niet mogelijk om gevaccineerd te worden tegen deze bacterie.
Mensen zijn niet besmettelijk voor anderen
Een kind of een volwassene met kattenkrabziekte is niet besmettelijk voor andere kinderen of volwassenen in de omgeving.
Wat betekent het hebben van kattenkrabziekte voor de toekomst?
Genezen
Vrijwel alle kinderen en volwassenen die kattenkrabziekte hebben gehad genezen hiervan volledig en zonder restverschijnselen. Klachten zoals vermoeidheid kunnen een aantal weken, soms maanden, aanhouden, maar verdwijnen uiteindelijk ook weer.
Restverschijnselen
Kinderen of volwassenen die een hersenontsteking of oogontsteking hebben gehad of ontsteking van andere organen, kunnen wel restverschijnselen overhouden als gevolg van het doormaken van een kattenkrabziekte.
Overlijden
Kinderen en volwassenen met een normale afweer overlijden niet als gevolg van kattenkrabziekte.
Kinderen en volwassenen met een sterk verminderde afweer kunnen uiterst zelden komen te overlijden als gevolg van deze ziekte. Dit kan alleen indien de ziekte zich uitbreidt naar verschillende organen in het lichaam.
Immuniteit
Kinderen of volwassenen die een keer kattenkrabziekte hebben doorgemaakt zijn in de regel immuun voor deze bacterie. Zij krijgen dan geen tweede keer kattenkrabziekte omdat het lichaam afweer heeft gemaakt tegen deze bacterie.
Hebben broertjes of zusjes een verhoogde kans om kattenkrabziekte te krijgen?
Kattenkrabziekte is niet van mens tot mens overdraagbaar. Broertjes of zusjes kunnen alleen zelf ook kattenkrabziekte krijgen wanneer zij zelf worden gekrabd of gebeten door een kat of speeksel van een besmette kat binnen krijgen. Dan valt nog niet te voorspellen hoeveel last zij van de kattenkrabziekte zullen krijgen.
Wilt u ook uw verhaal kwijt, dat kan: verhalen kunnen gemaild worden via info@kinderneurologie.eu en zullen daarna zo spoedig mogelijk op de site worden geplaatst. Voor meer informatie zie hier.
Links
Referenties
- 1. Status Epilepticus Due to Cat Scratch Disease: Recognition, Diagnosis, and Thoughts on Pathogenesis. Schuster AL, Honeycutt TC, Hamrick HJ. Pediatr Emerg Care. 2016;32:789-791
- 2. Treatment outcomes of human bartonellosis: a systematic review and meta-analysis.
- Prutsky G, Domecq JP, Mori L, Bebko S, Matzumura M, Sabouni A, Shahrour A, Erwin PJ, Boyce TG, Montori VM, Malaga G, Murad MH. Int J Infect Dis. 2013;17:e811-9
- 3. Challenges of the treatment of pediatric hepatosplenic bartonellosis: case report and literature review. Kanık-Yüksek S, Gülhan B, Hürmüzlü S, Özkaya-Parlakay A, Güneş A, Oğuz-Erdoğan AS, Tezer H. J Infect Dev Ctries. 2022;16:712-716
Laatst bijgewerkt: 22 juli 2023 voorheen: 28 januari 2017
Auteur: JH Schieving