Ziektebeelden Ongeval Hersenschudding

Wat is een hersenschudding?

Een hersenschudding is een letsel van de hersenen veroorzaakt door een val of stoot op het hoofd waardoor de hersenen tijdelijk niet meer goed kunnen functioneren.

Hoe wordt een hersenschudding ook wel genoemd?

Hersenschudding verwijst naar de hersenen die door een ongeval heen en weer geschud worden, waardoor ze tijdelijk hun werk niet goed kunnen doen.
 

Licht traumatisch schedelhersenletsel
Een hersenschudding wordt ook wel licht traumatisch schedelhersenletsel genoemd. Dit kan worden afgekort met de letters LTSH. In het Engels wordt gesproken van mild traumatic brain injury.
 

Commotio cerebri
De Latijnse benaming voor een hersenschudding is commotio cerebri.
 

Mild traumatic brain injury
Soms wordt de Engelse term mild traumatic brain injury gebruikt. Dit wordt afgekort met de letters MTBI.

Hoe vaak komt een hersenschudding voor bij kinderen?

Geschat wordt dat één op de tweehonderd kinderen heeft ooit een hersenschudding meegemaakt. Dit is waarschijnlijk een onderschatting omdat kinderen met een lichte hersenschudding niet allemaal bij een dokter zullen zijn geweest, waardoor niet bekend is dat ze een hersenschudding hebben gehad.

Bij wie komt een hersenschudding voor?

Een hersenschudding kan op elke leeftijd voorkomen, het meest wordt het gezien bij kinderen tussen de één en zes jaar en bij kinderen groter dan 14 jaar. Jongens hebben vaker een hersenschudding dan meisjes (6:4).

Wat is de oorzaak van een hersenschudding?

Ongeval
Een hersenschudding wordt veroorzaakt door een letstel van het hoofd, vaak gaat het om een val of een stoot tegen het hoofd.

Plaats ongeval
Jonge kinderen lopen het vaakst een hersenschudding op thuis bij het spelen, oudere kinderen het vaakst in het verkeer.

Kindermishandeling
Kindermishandeling is helaas ook nog steeds een van de oorzaken van het ontstaan van hersenletsel bij kinderen. Soms gaat het om een hersenschudding, soms ook om ernstiger hersenletsel.

Tijdelijke geen goede hersenfunctie
Door de klap die de hersenen te verwerken krijgen, kunnen ze tijdelijk niet meer functioneren waardoor tijdelijk hersenfuncties uitvallen.
Wanneer de hersenen zich weer hersteld hebben, keren de hersenfuncties weer terug.

Wat zijn de verschijnselen van een hersenschudding?

Bewusteloosheid
Door de hersenschudding kunnen de hersenen tijdelijk niet meer goed functioneren. Hierdoor raakt een kind kortdurend buiten bewustzijn en reageert niet meer op de omgeving. Bij een hersenschudding duurt deze periode van bewusteloosheid meestal kort enkele seconden tot maximaal enkele minuten. De duur van de bewusteloosheid mag niet langer duren dan 30 minuten, duurt de bewusteloosheid langer dan 30 minuten dan is er niet meer sprake van een hersenschudding maar van een ernstiger hersenkneuzing.
Hoe langer de duur van de bewusteloosheid hoe ernstiger meestal de hersenschudding.

Verwardheid
Wanneer de hersenen weer voor een deel normaal functioneren, komt het kind weer bij bewustzijn. Vaak zijn kinderen dan nog wel verward, ze weten niet goed waar ze zijn en wat er gebeurd is. Ze kunnen angstig zijn en huilen. Grotere kinderen kunnen steeds dezelfde vragen stellen. Wanneer de hersenen weer normaal functioneren, verdwijnt ook deze verwardheid. De duur van de verwardheid bij een hersenschudding kan variëren van enkele minuten tot 24 uur (= 1 dag). Deze periode van verwardheid wordt ook wel posttraumatische anmnesie genoemd. Duurt de periode van verwardheid na de hersenschudding langer dan een dag, dan is er niet meer sprake van een hersenschudding maar van een ernstiger hersenkneuzing.

Geheugenverlies
Door de hersenschudding zijn de hersenen niet in staat om informatie op te slaan in het geheugen. Dit wordt amnesie genoemd. Ook gebeurtenissen die vlak voor de hersenschudding gebeurd zijn worden meestal niet goed opgeslagen in het geheugen. Daarom kan een kind een stukje tijd kwijt zijn van de periode vlak voor de hersenschudding en van de periode na de hersenschudding. Dit wordt retrograde amnesie genoemd.
De periode van geheugenverlies voor het ongeval kan met het verstrijken van de tijd wel iets korter worden, maar verdwijnt nooit helemaal.
Het geheugenverlies na het ongeval wordt posttraumatische amnesie genoemd. Deze informatie is niet opgeslagen in het geheugen, kinderen missen een stuk tijd.

Hoofdpijn
Als gevolg van de klap of stoot op het hoofd komen vaak hoofdpijnklachten voor in het hoofd. Deze hoofdpijn kan enkele uren tot dagen aanhouden. Meestal verdwijnen de hoofdpijnklachten bij een hersenschudding binnen een week, soms houden de hoofdpijnklachten een week of zes tot twaalf aan voordat ze verdwijnen.

Misselijkheid en braken
Als gevolg van de hoofdpijn en als gevolg van de hersenschudding kunnen misselijkheid en braken voorkomen.

Uitwendige verwondingen
Als gevolg van de val of stoot tegen het hoofd kunnen ook uitwendige verwondingen zichtbaar zijn zoals blauwe plekken op het hoofd, een bult op het hoofd of een open wond.

Veranderd gedrag
In de eerste dagen-weken na een hersenschudding kunnen kinderen ander gedrag vertonen dan voor het hebben van de hersenschudding. Kinderen kunnen vaak minder goed prikkels verdragen en worden sneller boos of verdrietig dan voor de hersenschudding. Er bestaat risico op overprikkeling. Ook kunnen kinderen zich verdrietig of somber voelen. Deze verandering in gedrag verdwijnt vaak weer in de loop van meerdere weken tot maanden na de hersenschudding.

Hoe wordt de diagnose hersenschudding gesteld?

Verhaal en onderzoek
De diagnose hersenschudding wordt gesteld op grond van het verhaal van het kind aangevuld met informatie van omstanders. Vooral de manier waarop het letstel ontstaan is, de mate waarin het bewustzijn verlaagd is geweest, de duur van de bewusteloosheid en de duur van de verwardheid na de hersenschudding bepalen of er sprake is van een hersenschudding of van ernstiger hersenletsel. Bij een hersenschudding mag de EMV-score als maat voor de ernst van de bewusteloosheid niet lager zijn geweest dan 13, de duur van de bewusteloosheid niet langer zijn dan 30 minuten, mag de duur van de verwardheid niet langer zijn dan een dag
Ook een uitgebreid lichamelijk en kinderneurologisch onderzoek zijn belangrijk. Daarbij wordt met name gelet op tekenen die wijzen op ernstiger neurologische schade. Bij een hersenschudding worden in principe behalve eventuele uitwendige verwondingen geen afwijkingen bij het kinderneurologisch onderzoek gevonden.

CT-scan
Meestal is het in geval van een hersenschudding niet nodig om een scan van het hoofd te maken om de hersenen afgebeeld te krijgen. Bij een hersenschudding zijn er namelijk meestal geen afwijkingen te zien. Wanneer er twijfel is of er toch sprake zou kunnen zijn van ernstigere hersenschade zal er wel een scan gemaakt worden. Ook bij hele jonge kinderen (< 6 jaar) die nog geen verhaal kunnen vertellen en waarbij het kinderneurologisch onderzoek moeilijk is zal sneller een scan gemaakt worden.

Hoe wordt een hersenschudding behandeld?

Wekadvies
Bij een klein deel van de kinderen met een hersenschudding ontstaat er in de eerste uren na het ontstaan van de hersenschudding een ernstige complicatie zoals een langzaam groter wordende bloeding in het hoofd. Hierdoor zal een kind steeds suffer worden en uiteindelijk buiten bewustzijn raken. Om deze ernstige complicaties die indien tijdig ontdekt goed behandeld kunnen worden op het spoor te komen, wordt in de eerste 24 uur na een hersenschudding een wekadvies gegeven. In het kort houdt dit in dat een kind om een bepaalde tijd (30 minuten tot 2 uur) wakker gemaakt zal worden om te kijken of het nog goed wakker te krijgen is. Meer over het wekadvies leest u in de folder wekadvies.
Bij een hele kleine kans op zulke complicaties mag het wekadvies thuis worden uitgevoerd zodat het kind in zijn vertrouwde omgeving kan zijn. Wanneer de kans op complicaties iets groter is, zal het wekadvies in het ziekenhuis worden uitgevoerd. Dat betekent dat het kind voor 24 uur zal worden opgenomen in het ziekenhuis. Tegenwoordig wordt dit wekadvies voor thuis alleen nog gegeven aan kinderen onder de leeftijd van 6 jaar, wanneer boven die leeftijd een wekadvies nodig is, zullen kinderen altijd worden opgenomen in het ziekenhuis. Dit omdat het wekadvies in de thuissituatie meestal niet goed uitgevoerd wordt bij kinderen ouder dan 6 jaar.

Rust
De hersenen moeten zelf herstellen van een hersenschudding. Er bestaat geen behandeling om dit herstel te beïnvloeden. Wel wordt geadviseerd om de hersenen rust te geven zodat ze alle energie kunnen gebruiken om te herstellen.
Kinderen geven meestal zelf wel aan hoeveel rust ze nodig hebben. Bij ernstig hersenschudding hebben kinderen vaak behoefte om veel te slapen. Volledige bedrust is niet nodig. Bij minder ernstige hersenschuddingen zoeken de kinderen een rustig plekje en hebben ze geen behoefte aan veel drukte, veel lawaai en veel licht. Wanneer de hoofdpijn minder wordt kunnen de activiteiten geleidelijk worden uitgebreid, in die mate dat de hoofdpijn niet erdoor verergerd. Wanneer de hoofdpijn helemaal verdwenen is, kan het kind weer naar school en vlot daarna ook de sportactiviteiten weer hervatten.
Voorkomen moet worden dat een kind kort na een hersenschudding een nieuwe hersenschudding oploopt.

Pijnstillers
Bij heftige hoofdpijnklachten kan het goed zijn regelmatig een pijnstiller te nemen. Het beste is om vier keer per dag op vaste tijden om de 6 uur een paracetamol te geven. De dosering staat op het doosje van de paracetamol vermeld.
Met minder pijnklachten en minder misselijkheid door het gebruik van paracetamol blijken kinderen sneller te herstellen.
Na enkele dagen tot een week moeten de pijnstillers worden afgebouwd.

Uitwendige verwondingen
Blauwe plekken en bulten kunnen gekoeld worden zodat de pijnklachten hiervan minder zijn. Open wonden moeten soms worden gehecht of geplakt. Dit kan zowel bij de huisarts als op de eerste hulp van het ziekenhuis gebeuren.

Weer naar school
Wanneer het kinderen lukt om thuis weer de hele dag actief te zijn, kunnen kinderen ook weer naar school toe gaan. Het is goed om te beginnen met een aantal uur naar school toe te gaan. Wanneer dit goed gaat kunnen kinderen een halve dag naar school gaan en wanneer dat ook goed gaat daarna een hele dag. In het begin kunnen kinderen merken dat zij minder lang de aandacht bij het schoolwerk kunnen houden of in een langzamer tempo hun werk maken. Dat hoort erbij. Meestal gaat het in de loop van de dagen tot weken daarna steeds weer wat beter.

Voorkomen hersenschudding
Het dragen van een fietshelm op de fiets kan helpen om de kans op een hersenschudding in geval van vallen te verkleinen.

Contact met andere ouders
Door het plaatsen van een oproep op het forum van deze site van deze site kunt u in contact komen met andere kinderen en hun ouders die met een hersenschudding te maken hebben gehad.

Wat betekent een hersenschudding voor de toekomst?

Verdwijnen van de klachten
De eerste dagen tot weken na het doormaken van een hersenschudding kunnen er klachten zijn van hoofdpijn, duizeligheid, oorsuizen, wazig zien, reuk/smaak verandering, verminderde aandacht en concentratie, geheugen problemen, vermoeidheid, toegenomen slaapbehoefte, prikkelbaarheid, trager denken, overgevoelig voor licht en geluid. Dit is normaal.
De klachten van een hersenschudding verdwijnen spontaan, meestal binnen een week. Bij een deel van de kinderen houden de klachten meerdere weken (6-12) aan, de klachten worden dan wel steeds minder hevig in de loop van de tijd.

Aanhouden van klachten
Een klein deel van de kinderen blijft nog wat langer gevoelig voor hoofdpijnklachten en heeft last van aandachts- en geheugenproblemen. Ook kunnen kinderen wat sneller emotioneel, verdrietig, angstig of geprikkeld zijn dan zij voorheen waren. Meestal verdwijnen ook al deze verschijnselen binnen drie maanden na de hersenschudding. Klachten die langer aanhouden worden niet aangeboren hersenletsel of NAH genoemd. Soms wordt gesproken van een post-commotioneel syndroom. Wanneer kinderen langdurig klachten houden, kan een MRI scan van de hersenen gemaakt worden om te kijken of er sprake is van uitgebreidere hersenschade. Een MRI scan kan namelijk meer details laten zien dan een CT-scan. Vaak wordt een speciale MRI-opname gemaakt die MRI-SWI wordt genoemd. Deze MRI scan is het beste in staat om aan te tonen of er sprake is van schade in de hersenen. Het is niet mogelijk om met behulp van de MRI scan goed te voorspellen hoe het verdere herstel van het hersenletsel zal zijn. Een revalidatiebehandeling kan kinderen en hun ouders helpen hoe om te gaan met deze aanhoudende klachten.

Posttraumatische stress syndroom
Een deel van de kinderen heeft als gevolg van het doormaken van een ongeval klachten die komen door de stress en de impact van het ongeval of van bijvoorbeelde de ziekenhuis opname. Dit wordt het posttraumatisch stress syndroom (PTSS) genoemd. Het posttraumatisch stress syndroom kan zorgen voor klachten zoals herbeleving van het ongeval, nachtmerries, vaak wakker worden in de nacht, angstig zijn en behoefte om alleen te zijn. Het is belangrijk om te herkennen dat er sprake is van PTSS omdat dit een andere behandeling vraagt dan NAH-klachten.

Voorkomen nieuwe hersenschudding
Het is wel belangrijk om te voorkomen dat een kind met een hersenschudding binnen korte tijd weer een hersenschudding oploopt. Een tweede hersenschudding korte tijd na een eerste hersenschudding geeft vaak meer klachten dan de eerste hersenschudding. Er wordt geadviseerd de eerste zes weken na het doormaken van een hersenschudding geen sporten te doen waarbij een grote kans bestaat op het ontstaan van hoofdletsel, zoals koppen bij voetbal, rugby of boksen.

Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.

Wilt u ook uw verhaal kwijt, dat kan: verhalen kunnen gemaild worden via info@kinderneurologie.eu en zullen daarna zo spoedig mogelijk op de site worden geplaatst. 

Heeft u foto's die bepaalde kenmerken van deze aandoening duidelijk maken en die hier op de website mogen worden geplaatst, dan vernemen wij dit graag.

Links

www.hersenstichting.nl
(stichting die bekendheid geeft aan verschillende hersenaandoeningen)

Referenties

  1. Recent Advances in Pediatric Concussion and Mild Traumatic Brain Injury. Almeida AA, Lorincz MT, Hashikawa AN. Pediatr Clin North Am. 2018;65:1151-1166
  2. Paediatric traumatic brain injury. Coulter IC, Forsyth RJ. Curr Opin Pediatr. 2019;31:769-774
  3. Magnetic Resonance Imaging Biomarkers of Brain Connectivity in Predicting Outcome after Mild Traumatic Brain Injury: A Systematic Review. Puig J, Ellis MJ, Kornelsen J, Figley TD, Figley CR, Daunis-I-Estadella P, Mutch WAC, Essig M. J Neurotrauma. 2020;37:1761-1776
  4. Implications of DTI in mild traumatic brain injury for detecting neurological recovery and predicting long-term behavioural outcome in paediatric and young population-a systematic review. Jain B, Das AK, Agrawal M, Babal R, Purohit DK. Childs Nerv Syst. 2021
  5. Cognitive Outcomes in Children with Mild Traumatic Brain Injury: An Examination Using the National Institutes of Health Toolbox Cognition Battery. Chadwick L, Roth E, Minich NM, Taylor HG, Bigler ED, Cohen DM, Bacevice A, Mihalov LK, Bangert BA, Zumberge NA, Yeates KO. J Neurotrauma. 2021;38:2590-2599
  6. Post-Concussion and Post-Traumatic Stress Symptoms after Pediatric Traumatic Brain Injury: Shared Vulnerability Factors? Fisher ER, Montroy JJ, Duque G, Cox CS, Ewing-Cobbs L. J Neurotrauma. 2021;38:2600-2609.
  7. Sleep outcomes in pediatric mild traumatic brain injury: a systematic review and meta-analysis of prevalence and contributing factors. Djukic S, Phillips NL, Lah S. Brain Inj. 2022;36:1289-1322
  8. Clinical Practice Guideline Recommendations in Pediatric Mild Traumatic Brain Injury: A Systematic Review. Moore L, Ben Abdeljelil A, Tardif PA, Zemek R, Reed N, Yeates KO, Emery CA, Gagnon IJ, Yanchar N, Bérubé M, Dawson J, Berthelot S, Stang A, Beno S, Beaulieu E, Turgeon AF, Labrosse M, Lauzier F, Pike I, Macpherson A, Freire GC. Ann Emerg Med. 2024;83:327-339 

Laatst bijgewerkt: 17 augustus 2024 voorheen: 31 mei 2023, 25 januari 2023, 20 juli 2022, 6 juli 2022, 17 augustus 2021, 14 juli 2021, 21 april 2021, 29 juli 2020, 3 juli 2019, 28 november 2018, 14 november 2015 en 19 mei 2007,
Auteur: JH Schieving