Ziektebeelden Ongeval Hersenkneuzing

Wat is een hersenkneuzing?

Een hersenkneuzing is een letsel van de hersenen veroorzaakt door een val of stoot op het hoofd waardoor de hersenen beschadigd raken en voor korte of langere tijd niet meer goed kunnen functioneren.

Hoe wordt een hersenkneuzing ook wel genoemd?

Een hersenkneuzing wordt ook wel matig of ernstig traumatisch schedelhersenletsel genoemd. Dit wordt afgekort met de letters MTSH of ETSH.

Contusio cerebri
De Latijnse benaming voor een hersenschudding is contusio cerebri. De term contusio betekent kneuzing, de term cerebri betekent van de hersenen.
 

Traumatic brain injury
Soms wordt de Engelse term traumatic brain injury gebruikt. Dit wordt afgekort met de letters TBI.

Hoe vaak komt een hersenkneuzing voor bij kinderen?

Het is niet goed bekend hoe vaak een hersenkneuzing voor komt bij kinderen, geschat wordt dat ongeveer één op de 4000-8000 kinderen in Nederland een hersenkneuzing (matig-ernstig of ernstig traumatisch schedelhersenletsel) heeft doorgemaakt. Licht traumatisch schedelhersenletsel (hersenschudding) komt veel vaker voor bij kinderen dan matig-ernstig of ernstig traumatisch schedelhersenletsel.

 

Bij welke kinderen wordt een hersenkneuzing gezien?

Een hersenkneuzing kan op elke leeftijd voorkomen, met name bij jonge kinderen en bij pubers komt de hersenkneuzing vaker voor.
Jongens hebben vaker een hersenkneuzing dan meisjes.

Wat is de oorzaak van het onstaan van een hersenkneuzing?

Ongeval
Meestal ontstaat een hersenkneuzing door een ongeval waarbij het hoofd betrokken is. Een kinderhoofdje is kwetsbaar omdat het relatief groot en zwaar is ten op zichte van het kinderlijfje.
Een hersenkneuzing zal niet zomaar ontstaan, daarvoor zal een flink letsel van het hoofd nodig zijn.

Kindermishandeling
Bij hele jonge kinderen ontstaat een hersenkneuzing meestal als gevolg van kindermishandeling.
 

Beschadigen hersencellen
Als gevolg van het ongeval raken hersencellen beschadigd. Daardoor kunnen deze hersencellen hun functie niet meer uitoefenen. Sommige hersencellen zullen geleidelijk aan herstellen van de beschadiging en weer normaal gaan functioneren. Andere hersencellen zullen dusdanig beschadigd zijn, dat ze afsterven. Hersencellen die afgestorven zijn, kunnen niet meer vervangen worden door nieuwe hersencellen. Wel kunnen andere hersencellen die niet beschadigd zijn functies gaan overnemen.
 

Bloedingen
Als gevolg van het ongeval met het hoofd kunnen er bloedingen in het hoofd ontstaan. Bij een hersenschudding worden vaak verschillende bloedingen gezien, zoals een slagaderlijke bloeding buiten de hersenen, een zogenaamde epidurale bloeding, een aderlijke bloeding onder het harde hersenvlies, de zogenaamde subdurale bloeding of een bloeding in de hersenen zelf. Ook kunnen kleine bloedinkjes in de hersenen ontstaan als gevolg van diep inwerkende vaak draaiende krachten op het hoofd. Dit wordt diffuse axonale schade genoemd.

Zwelling van de hersenen
Net als bij een verzwikte enkel, zullen de hersenen na een hersenkneuzing ook gaan zwellen. De hersenen zitten in een schedel die niet uit kan zetten. Als gevolg van deze zwelling gaat daarom de druk in de hersenen omhoog. Als gevolg van deze druk kunnen de hersenen niet meer goed doorbloed worden en nog verder beschadigd raken. Hierdoor kunnen kinderen in de eerste uren tot dagen na een ongeval verder achteruit gaan in hun functioneren.


Kwetsbare delen van de hersenen
De delen van de hersenen die tegen de schedel aan liggen zijn het meest kwetsbaar om beschadigd te raken. Deze delen worden de frontaalkwab en de temporaalkwab genoemd. 


 

Hypofyse
De hypofyse is een belangrijke klier in de hersenen die hormonen aanmaakt. De hypofyse ligt in het Turkse zadel en is helemaal omgeven door bot. Bij een hersenkneuzing kan er schade aan de hypofyse ontstaan. Hierdoor kan de hypofyse tijdelijk of meer blijvend minder goed in staat zijn om hormonen aan te maken.

Sympatische stormen

Bij ernstige hersenbeschadiging kunnen de hersenen geen remmende signalen meer doorsturen naar het ruggenmerg. Daardoor kan gewone gevoelsinformatie die binnenkomt in het ruggenmerg direct de zenuwen stimuleren die de spieren aansturen, waardoor een verhoogde spierspanning en overstrekken ontstaat. Ook worden de zenuwen die het hart en andere organen aansturen gestimuleerd door gewone gevoelsinformatie waardoor de hartslag omhoog gaat en de bloeddruk stijgt, de ademhaling sneller gaat en kinderen erg kunnen gaan zweten. 

Wat zijn de verschijnselen van een hersenkneuzing?

Bewusteloosheid
Door de hersenkneuzing kunnen de hersenen tijdelijk niet meer goed functioneren. Hierdoor raakt een kind buiten bewustzijn en reageert niet meer op de omgeving. Bij een hersenkneuzing duurt deze periode van bewusteloosheid langer dan een half uur Dit in tegenstelling tot de hersenschudding waarbij kinderen binnen een half uur weer bij bewustzijn zijn. De duur van de bewusteloosheid bij een hersenkneuzing kan varieren tussen een kwartier en meerdere uren-dagen-weken.
Hoe langer de duur van de bewusteloosheid hoe ernstiger meestal de hersenkneuzing.
De periode van bewusteloosheid wordt ook wel coma genoemd.

Verwardheid
Wanneer de hersenen weer voor een deel normaal functioneren, komt het kind weer bij bewustzijn. Vaak zijn kinderen dan nog wel verward, ze weten niet goed waar ze zijn en wat er gebeurd is. Ze kunnen angstig zijn en huilen. Grotere kinderen kunnen steeds dezelfde vragen stellen. Wanneer de hersenen weer normaal functioneren, verdwijnt ook deze verwardheid. De duur van de verwardheid bij een hersenkneuzing kan variëren van een uur tot vele dagen, weken en soms zelf maanden. Ook hier geldt hoe langer de periode van verwardheid, hoe ernstiger de hersenkneuzing.
 

Geheugenverlies
Door de hersenkneuzing zijn de hersenen niet in staat om informatie op te slaan in het geheugen. Ook gebeurtenissen die vlak voor de hersenkneuzing gebeurd zijn worden meestal niet goed opgeslagen in het geheugen. Daarom hebben kinderen met een hersenkneuzing meestal geen herinneringen aan de periode van voor het ongeval tot een tijd nadat ze weer bij bewustzijn zijn gekomen.

Hoofdpijn
Een hersenkneuzing veroorzaakt vaak hevige hoofdpijnklachten. Veel kinderen vinden licht, geluid en drukte erg vervelend.

Misselijkheid en braken
Als gevolg van de hoofdpijn en als gevolg van de hersenkneuzing kunnen misselijkheid en braken voorkomen.

Prikkelbaarheid
Een deel van de kinderen met een hersenkneuzing gedraagt zich heel geprikkeld, ze huilen veel en zijn niet goed te troosten. Vaak bewegen ze onrustig en willen ze niet rustig blijven liggen.
 

Uitvalsverschijnselen
Als gevolg van de hersenkneuzing kunnen de hersenen, al dan niet, tijdelijk niet goed functioneren. De functies die geregeld worden door het deel van de hersenen wat beschadigd is, kunnen uitvallen.
Welke klachten hierdoor ontstaan, zal afhangen van de functie van het deel van de hersenen wat beschadigd is geraakt.
Veel voorkomende problemen zijn problemen van wazig zien aan een kant van beide ogen, problemen met praten en slikken, problemen met het bewegen van een arm of been, een veranderd gevoel in het lichaam of problemen met het bewaren van het evenwicht.

Epilepsie
De hersenkneuzing kan de hersenen gevoeliger maken voor het ontstaan van epileptische aanval. Er kunnen verschillende soorten epileptische aanvallen optreden. Epilepsie-aanvallen kunnen zowel kort na het ontstaan van de hersenkneuzing voorkomen, maar ze kunnen ook pas enkele weken tot maanden na het doormaken van een hersenkneuzing ontstaan.

Sympatische stormen
Bij kinderen met een ernstige hersenkneuzing kunnen zogenaamde sympatische stormen voorkomen. Dit zijn aanvallen waarbij het actie deel van het autonome zenuwstelsel (de sympaticus) overactief wordt, waardoor de hartslag, de bloeddruk en de lichaamstemperatuur omhoog gaan en een kind erg kan gaan zweten. Ook kunnen kinderen hierbij gaan overstrekken en onrustig worden. Dit kan enkele minuten tot enkele uren aanhouden. De aanleiding voor zo'n sympatische storm is vaak een prikkel zoals een hard geluid, aanraken van het kind of bijvoorbeeld een volle blaas.

Uitwendige verwondingen
Als gevolg van de val of stoot tegen het hoofd kunnen ook uitwendige verwondingen zichtbaar zijn zoals blauwe plekken op het hoofd, een bult op het hoofd of een open wond.
 

Inwendige verwondingen
Als gevolg van het ongeval komen ook vaak verwondingen voor die aan de buitenkant niet meteen zichtbaar zijn. Vaak komen botbreuken voor. Ook kunnen organen zoals de longen, het hart, de leven en de nieren beschadigd raken als gevolg van het ongeval.

Hoe wordt de diagnose hersenkneuzing gesteld?

Verhaal en onderzoek
De diagnose hersenkneuzing wordt gesteld op grond van het verhaal van het kind aangevuld met informatie van omstanders. Vooral de manier waarop het letstel ontstaan is, duur van de bewusteloosheid, de duur van de verwardheid en het voorkomen van een of meerdere keren braken bepaald of er sprake is van een hersenkneuzing of van een minder ernstige hersenschudding.
Bij een hersenschudding mag de duur van de bewusteloosheid niet langer zijn dan 30 minuten, mag de duur van de verwardheid niet langer zijn dan een uur en mag een kind niet vaker dan één keer hebben gebraakt. Wanneer de bewusteloosheid langer duurt dan 30 minuten en/of een kind langer dan een dag na het ongeval nog in de war is, is er sprake van een hersenkneuzing.
Ook een uitgebreid lichamelijk en kinderneurologisch onderzoek zijn belangrijk. Daarbij wordt met name gelet op tekenen die wijzen op ernstiger neurologische schade, zoals afwijkingen van de pupilgrootte, bloed uit en oor of neus of verlammingen van de armen en of benen.

CT-scan
Met behulp van een CT-scan kan snel een beeld van de hersenen in de schedel worden verkregen. Op de CT-scan zijn bij een hersenkneuzing vaak afwijkingen aan de hersenen te zien, zoals kneuzingshaarden of bloedingen. In de eerste uren na het ongeval zijn vaak lang nog niet alle afwijkingen in de hersenen zichtbaar. Wanneer de scan na enkele uren of een dag herhaald wordt, zijn vaak meerdere afwijkingen te zien.

MRI-scan
Bij een ernstige hersenkneuzing zal vaak in een later stadium een meer gedetailleerde MRI-scan worden gemaakt om de uitgebreidheid van de schade vast te leggen.

Bloedonderzoek
Bij kinderen met een hersenkneuzing wordt vaak het natrium in het bloed gecontroleerd. Dit kan ontregeld raken na een hersenkneuzing. Ook wordt gekeken of de hypofyse die belangrijke hormonen aanmaakt goed functioneert. Door de hersenkneuzing kan er een tekort aan schildklierhormoon, een tekort aan antiplashormoon (ADH), een tekort aan bijnierschors stimulerend hormaoon (ACTH) of een tekort aan groeihormoon ontstaan. 

 

Drukmeter
Bij kinderen met een ernstige hersenkneuzing die langdurig buiten bewustzijn blijven, wordt vaak een drukmeter in de hersenen ingebracht. Deze drukmeter kan een indruk geven van de druk in het hoofd. Wanneer de druk te hoog wordt als gevolg van de hersenkneuzing, kunnen de hersenen nog extra beschadigd raken. Door de druk te meten, kan met behulp van een behandeling geprobeerd worden te voorkomen dat druk in het hoofd te hoog wordt.

EEG
Door middel van een EEG kan gekeken worden of er sprake is van epileptische activiteit.

Hoe wordt een hersenkneuzing behandeld?

Opname in het ziekenhuis
Elk kind met een hersenkneuzing zal goed in de gaten gehouden moeten worden en daarom worden opgenomen in een ziekenhuis. Regelmatig zal beoordeeld worden of de kinderen wakker zijn, hun ogen kunnen openen, hun armen en benen kunnen bewegen of geluid kunnen maken.
Kinderen met een matig ernstige hersenkneuzing zullen worden opgenomen op de kinderafdeling. Kinderen met een ernstige hersenkneuzing die buiten bewustzijn blijven zullen worden opgenomen op de intensive care afdeling. Bij kinderen die als gevolg van een hersenkneuzing comateus zijn, kan het nodig zijn om bepaalde lichaamsfuncties te ondersteunen of over te nemen. Zo kan het tijdelijk nodig zijn dat het kind aan de beademingsmachine ligt.

Rust
De hersenen moeten zelf herstellen van een hersenkneuzing. Er bestaat geen behandeling om dit herstel te beïnvloeden. Wel wordt geadviseerd om de hersenen rust te geven zodat de hersenen alle energie kunnen gebruiken om te herstellen.
Kinderen geven meestal zelf wel aan hoeveel rust ze nodig hebben. Bij ernstig hersenkneuzing hebben kinderen vaak behoefte om veel te slapen. Vaak kunnen ze niet goed tegen drukte, lawaai en licht. Het is dan ook heel belangrijk om de kinderen in een rustige omgeving te laten en bezoek tot een later moment uit te stellen.
Wanneer de hoofdpijn minder wordt kunnen de activiteiten geleidelijk worden uitgebreid, in die mate dat de hoofdpijn niet erdoor verergerd. .

Pijnstillers
Omdat kinderen met een hersenkneuzing vaak hevige hoofdpijnklachten hebben, krijgen zij meestal standaard pijnstilling. Soms is paracetamol voldoende, een andere keer is het nodig om sterkere pijnstilling te geven bijvoorbeeld in de vorm van morfine. Wanneer de hoofdpijn afneemt en het kind hersteld, worden de pijnstillers geleidelijk afgebouwd.
Ook worden regelmatig medicijnen gegeven die het braken als gevolg van de hersenkneuzing verminderen.

Delier
Behandeling van een delier bij kinderen die wisselend verward zijn is belangrijk. Rust, regelmaat een vast dagritme en vertrouwde spulletjes helpen om de ernst van het delier te verminderen. Soms zijn medicijnen nodig zoals risperidon, quetiapine of lorazepam.

Drukverlagende behandeling
Bij kinderen met een hersenkneuzing waarbij de druk in het hoofd te hoog wordt, zodat extra beschadigingen zullen ontstaan, worden vaak behandelingen gegeven om deze druk te verlagen. De druk kan al verlaagd worden door het hoofd hoger te leggen dan de rest van het lichaam, ook kunnen drukverlagende medicijnen (bijvoorbeeld mannitol) gegeven worden of medicijnen die de bloeddruk beïnvloeden.
Wanneer alle behandelingen om de druk te verlagen niet helpen, wordt soms gekozen voor een operatie.

Operatie
Wanneer er als gevolg van het ongeval, sprake is van een subdurale of epidurale bloeding kan het nodig zijn deze bloeding door middel van een operatie te verwijderen en tot stilstand te brengen.
Bij kinderen met een sterk verhoogde druk ondanks drukverlagende behandeling, kan er voor gekozen worden om het schedelbot te verwijderen waardoor de hersenen kunnen uitzetten als gevolg van de zwelling zonder dat de druk in het hoofd omhoog gaat.

Behandeling epilepsie
Bij kinderen met epilepsieaanvallen die later dan een week na het ontstaan van de hersenkneuzing ontstaan, worden vaak medicijnen voorgeschreven die nieuwe epilepsieaanvallen kunnen voorkomen.

Behandeling sympatische stormen
Het is belangrijk om te kijken wat de aanleiding is voor het ontstaan van een sympatische storm en te kijken of deze aanleiding weg te nemen is. Wanneer dit niet lukt, kunnen verschillende soorten medicijnen helpen om de sympatische stormen te verminderen. Per kind kan verschillen welk medicijn het beste werkt, medicijnen die gebruikt kunnen worden zijn: morfine, baclofen, propranolol, labetolol, clonidine, midazolam, carbamazepine, gabapentine of chloorpromazine.

Fysiotherapie
Met behulp van een fysiotherapeut kunnen de spieren bij krachtsverlies weer getraind worden en kan het kind geleidelijk aan leren zelf weer te kruipen, zitten, staan en lopen.

Logopedie
De logopediste kan allerlei oefeningen geven om het praten en slikken weer te verbeteren. Ook kan ze alternatieve manier van communiceren aanbieden bijvoorbeeld door het communiceren met een plaatjesboek.

Sondevoeding
Bij kinderen met een hersenkneuzing die grote problemen met slikken hebben, kan het tijdelijk nodig zijn om sondevoeding te gaan geven. Dit om complicaties van verslikken zoals een longontsteking te voorkomen.

Ergotherapie
De ergotherapeut kan het kind weer leren om zich zelf te redden. Ook kan de ergotherapeut advies geven over hulpmiddelen die het zelfstandig functioneren weer makkelijker maken. Zo bestaat er aangepast bestek, aangepaste borden en bekers. Een ergotherapeut kan ook advies geven over een geschikte rolstoel.

Neuropsycholoog
De meeste kinderen met een ernstige hersenkneuzing worden enkele maanden na hun herstel onderzocht door een neuropsycholoog om vast te leggen welke problemen zij hebben met het leren, het geheugen en het vasthouden van de concentratie. De neuropsycholoog kan adviezen geven hoe hiermee om te gaan.

Revalidatiearts
Een revalidatiearts coördineert de verschillende therapievormen. Tijdens de herstelfase gaan veel kinderen naar een revalidatiecentrum waar ze allerlei soorten therapie kunnen krijgen om het herstel te bevorderen.

Voorkomen hersenkneuzing
Het dragen van een fietshelm op de fiets kan helpen om de kans op een hersenkneuzing in geval van vallen te verkleinen.

Onderzoek
Er wordt onderzoek gedaan of het bepalen van de stof S100B, GFAP of het NSE in bloed kan helpen om de ernst van het hersenletsel goed te kunnen inschatten.

Begeleiding
Begeleiding van ouders en kinderen van een kind die een hersenkneuzing hebben doormaakt is heel belangrijk.Een maatschappelijk werkende of een psycholoog kunnen begeleiding geven bij het verwerken van besef dat uw kind een hersenkneuzing heeft en de consequenties die dat heeft voor uw kind en voor de rest van het gezin.

Contact met andere ouders
Lotgenotencontact kan hierbij erg belangrijk zijn. Via het forum van deze site kunt u in contact komen met andere ouders die ook een kind hebben wat een hersenkneuzing heeft doorgemaakt.

Wat betekent een hersenkneuzing voor de toekomst van het kind?

Herstel
In de weken na het ontstaan van de hersenkneuzing zal geleidelijk aan herstel gaan optreden. Bij sommige kinderen gaat het herstel vlot, bij anderen gaat het veel langzamer. Dit hangt ook sterk af van de grootte van de hersenkneuzing en de conditie van het kind. Het herstel gaat in de eerste maanden na een hersenkneuzing het snelst, daarna gaat het herstel in een langzamer tempo. Met behulp van therapie en revalidatie zal geprobeerd worden dit herstel zo goed mogelijk te laten verlopen en het kind hier zo goed mogelijk met de beperkingen leren om te gaan.

Restverschijnselen
Het herstel na een hersenkneuzing is lang niet altijd volledig. De herstelmogelijkheden hangen af van de grootte en de plaats van de hersenkneuzing en van de andere hersenbeschadiging die ontstaan zijn tegelijk met de hersenkneuzing. Klachten die twee jaar na het ontstaan van de hersenkneuzing nog aanwezig zijn, zijn meestal blijvend. Restverschijnselen na door maken van een hersenkneuzing worden niet aangeboren hersenletsel (NAH) genoemd.

Overlijden
Een deel van de kinderen met een ernstige hersenkneuzing heeft dusdanig grote problemen dat zij komen te overlijden als gevolg van de hersenkneuzing. Meestal is dit het gevolg van de ernstige hersenbeschadiging, maar het kan ook het gevolg zijn van een beschadiging van bijvoorbeeld de longen, het hart of de lever.

Problemen met leren
Een groot deel van de kinderen die een hersenkneuzing heeft doorgemaakt, houdt als restverschijnsel van de hersenkneuzing problemen met leren, het geheugen, de aandacht en de concentratie over. Ook komen gedragsproblemen als hyperactiviteit en impulsiviteit vaker voor bij kinderen die een hersenkneuzing hebben doorgemaakt. Andere kinderen worden juist heel rustig of passief na het doormaken van een hersenkneuzing

Hoofdpijn
Kinderen die een hersenkneuzing hebben doorgemaakt, hebben vaker dan andere kinderen last van hoofdpijnklachten. Vaak als teken van vermoeidheid en overbelasting.

Epilepsie
Een op de twee tot vier kinderen die een hersenkneuzing hebben doorgemaakt, ontwikkelt op latere leeftijd epilepsie. Er kan jaren zitten tussen het optreden van de hersenkneuzing en het optreden van de eerste epilepsieaanvallen. Deze vorm van epilepsie wordt ook wel posttraumatische epilepsie genoemd.

Posttraumatische stress syndroom
Een deel van de kinderen heeft als gevolg van het doormaken van een ongeval klachten die komen door de stress en de impact van het ongeval of van bijvoorbeelde de ziekenhuis opname. Dit wordt het posttraumatisch stress syndroom (PTSS) genoemd. Het posttraumatisch stress syndroom kan zorgen voor klachten zoals herbeleving van het ongeval, nachtmerries, vaak wakker worden in de nacht, angstig zijn en behoefte om alleen te zijn. Het is belangrijk om te herkennen dat er sprake is van PTSS omdat dit een andere behandeling vraagt dan NAH-klachten.

Hebben broertjes en zusjes ook een vergrote kans om een hersenkneuzing te krijgen?

De meeste hersenkneuzingen bij kinderen ontstaan als gevolg van een ongeval. Broertjes en zusjes zullen dan ook geen vergrote kans hebben om zelf ook een hersenkneuzing te krijgen, tenzij ze zelf ook betrokken zijn bij dit zelfde ongeval.

Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.

Wilt u ook uw verhaal kwijt, dat kan: verhalen kunnen gemaild worden via info@kinderneurologie.eu en zullen daarna zo spoedig mogelijk op de site worden geplaatst. Voor meer informatie zie hier.

Heeft u foto's die bepaalde kenmerken van deze aandoening duidelijk maken en die hier op de website mogen worden geplaatst, dan vernemen wij dit graag.

Links en verwijzingen

www.hersenstichting.nl
(stichting die bekendheid geeft aan verschillende hersenaandoeningen)

Referenties

  1. Hypopituitarism in childhood and adolescence following traumatic brain injury: the case for prospective endocrine investigation. Acerini CL, Tasker RC, Bellone S, Bona G, Thompson CJ, Savage MO. Eur J Endocrinol. 2006; 155:663-9
  2. Keenan HT, Bratton SL. Epidemiology and outcomes of pediatric traumatic brain injury. Dev Neurosci. 2006;28:256-63.
  3. Glick JC, Staley K. Inflicted traumatic brain injury: advances in evaluation and collaborative diagnosis. Pediatr Neurosurg. 2007;43:436-41
  4. Paroxysmal sympathetic hyperactivity: the storm after acute brain injury. Meyfroidt G, Baguley IJ, Menon DK. Lancet Neurol. 2017;16:721-729.
  5. Paediatric traumatic brain injury. Coulter IC, Forsyth RJ. Curr Opin Pediatr. 2019;31:769-774
  6. Guidelines for the Management of Pediatric Severe Traumatic Brain Injury, Third Edition: Update of the Brain Trauma Foundation Guidelines, Executive Summary. Kochanek PM, Tasker RC, Carney N, Totten AM, Adelson PD, Selden NR, Davis-O'Reilly C, Hart EL, Bell MJ, Bratton SL, Grant GA, Kissoon N, Reuter-Rice KE, Vavilala MS, Wainwright MS. Neurosurgery. 2019;84:1169-1178
  7. Traumatic brain injury biomarkers in pediatric patients: a systematic review. Marzano LAS, Batista JPT, de Abreu Arruda M, de Freitas Cardoso MG, de Barros JLVM, Moreira JM, Liu PMF, Teixeira AL, Simões E Silva AC, de Miranda AS. Neurosurg Rev. 2022;45:167-197
  8. Incidence and risk factors of posttraumatic epilepsy following pediatric traumatic brain injury: A systematic review and meta-analysis. Mariajoseph FP, Chen Z, Sekhar P, Rewell SS, O'Brien TJ, Antonic-Baker A, Semple BD. Epilepsia. 2022;63:2802-2812
  9. Pediatric Moderate and Severe Traumatic Brain Injury: A Systematic Review of Clinical Practice Guideline Recommendations. Ben Abdeljelil A, Freire GC, Yanchar N, Turgeon AF, Beno S, Bérubé M, Stang A, Stelfox T, Zemek R, Beaulieu E, Gagnon IJ, Gabbe B, Lauzier F, Labrosse M, Tardif PA, Deshommes T, Gnanvi J, Moore L. J Neurotrauma. 2023;40:2270-2281 

Laatst bewerkt op 17 augustus 2024 voorheen: 31 mei 2023,  29 juli 2020, 12 augustus 2019, 1 december 2018 en 25 februari 2008

Auteur: J.H. Schieving