Wat is PANDAS?

PANDAS is een aandoening waarbij kinderen gedragsproblemen en tics krijgen na het doormaken van een infectie veroorzaakt door bacteriën die streptokokken worden genoemd.

Hoe wordt PANDAS ook wel genoemd?

PANDAS is een afkorting voor de Engelse termen Pediatric Autoimmune Neuropsychiatric Disorders Associated with Streptococcal infections. De term pediatric betekent op kinderleeftijd. De term Autoimmune betekent dat deze ziekte wordt veroorzaakt doordat het afweersysteem van het lichaam zich richt tegen lichaamseigen cellen. De term neuropsychiatric geeft aan dat er zowel neurologische problemen als psychiatrische problemen ontstaan. De term streptococcal infections geeft aan de deze problemen ontstaan na een infectie met een bacterie die streptokok heet.

PITAND
PANDAS is onderdeel van PITAND (pediatric infection-triggered auto-immune neuropsychiatric disorder), een groep van aandoening waarbij de gedragsproblemen zijn ontstaan na het doormaken van een infectie met een bacterie of een virus.

PANS/CANS
Tegenwoordig wordt in plaats van PITAND ook wel de naam PANS gebruikt als naam voor de gehele groep van aandoeningen waarbij gedragsveranderingen en ongewilde bewegingen ontstaan als gevolg van het doormaken van een infectie of het binnen krijgen van een schadelijke stof. PANS staat voor pediatric auto-immune neuropsychiatric symptoms. Ook wordt het woord CANS wel gebruikt. CANS staat voor childhood acute neuropsychiatric symptoms. Childhood is het Engelse woord voor kinderleeftijd.

Chorea van Sydenham
PANDAS is nauw verwant met een aandoening die chorea van Sydenham wordt genoemd. Dit is een ziekte waarbij kinderen bewegingsonrust krijgen na het doormaken van een streptokokkeninfectie. Mengbeelden van Chorea van Sydenham en PANDAS kunnen ook voorkomen.

Hoe vaak komt PANDAS voor bij kinderen?

Het is niet zo goed bekend hoe vaak PANDAS voorkomt bij kinderen. De diagnose PANDAS is ook lange tijd niet bekend geweest. Tics en gedragsproblemen komen vaak voor bij kinderen, streptokokkeninfecties ook. Het is daarom niet gemakkelijk om na te gaan bij welke kinderen de tics en de gedragsproblemen worden veroorzaakt door PANDAS en bij welke kinderen de streptokokkeninfecties toevallig samen voor komen in de periode waarin ook tics ontstaan.
Niet alle dokters geloven in het bestaan van PANDAS.

Bij wie komt PANDAS voor?

PANDAS komt voor bij jonge kinderen. Meestal ontstaan de eerste klachten tussen de leeftijd van drie en vijftien jaar, de leeftijd waarop kinderen vaak infecties met streptokok bacteriën doormaken, maar PANDAS kan ook op jongere of op oudere leeftijd ontstaan.
Zowel jongens als meisjes kunnen PANDAS krijgen, PANDAS komt iets vaker voor bij jongens dan bij meisjes.

Wat is de oorzaak van PANDAS?

Infectie
Kinderen die een PANDAS ontwikkelen hebben eerst een infectie doorgemaakt die wordt veroorzaakt door een bacterie die streptokok wordt genoemd. Streptokokken zijn veel voorkomende bacteriën die verschillende infecties kunnen veroorzaken, zoals keelpijn, oorpijn, roodvonk en gewrichtsontstekingen.
Bij PANDAS gaat het om een bepaald type streptokok bacterie, die de beta-hemolytische streptokok groep A wordt genoemd. Er bestaan meer dan 150 verschillende soorten streptokokken in groep A,
Waarschijnlijk is maar een klein deel van deze bacteriën in staat om PANDAS te veroorzaken.

Afweerreactie
Het lichaam gaat in reactie op een infectie afweer maken om er voor te zorgen dat de bacterie die de infectie veroorzaakt zo snel mogelijk wordt opgeruimd. Bij kinderen die PANDAS ontwikkelen, gaat deze afweerreactie zich niet alleen richten tegen de streptokokbacterie, maar ook tegen de eigen hersenen. Er zijn aanwijzingen dat het gaat om antistoffen die zich richten op zogenaamde cholinerge interneuronen in de basale kernen (het striatum) en antistoffen tegen de dopamine-receptor 1 of 2. Maar niet alle dokters zijn het hier over eens.
De hersenen worden aangevallen en raken ontsteken . Hierdoor kunnen de hersenen niet goed functioneren.

Gevoelige gebieden in de hersenen
Vooral bepaalde gebieden in de hersenen blijken gevoelig te zijn voor de afweerreactie die gericht is tegen de streptokokken. Dit zijn de gebieden in de hersenen waar bewegingen wordt geregeld en waar het gedrag wordt bepaald. Deze gebieden in de hersenen worden de diepe kernen of basale ganglia en de frontaal kwab genoemd.

Tics
Kinderen die PANDAS doormaken ontwikkelen vaak tics. Tics zijn snelle onbedoelde bewegingen die vaak terugkeren. Kinderen met PANDAS hebben vaak complexere tics dan kinderen die tics hebben zonder dat er sprake is van PANDAS. Met complexe tics wordt bedoeld dat de bewegingen die kinderen maken bestaan uit een serie van verschillende bewegingen achter elkaar.

Gedragsproblemen
Kinderen met PANDAS krijgen vaak gedragsproblemen. De meest voorkomende gedragsproblemen worden ook wel obsessieve compulsieve gedragsproblemen genoemd. Dit wordt ook wel afgekort met de letters OCD.

Erfelijk aanleg voor ontwikkelen auto-immuunreactie
Mogelijk spelen bepaalde kenmerken in het erfelijk materiaal een rol bij het ontstaan van een auto-immuunreactie. Welke erfelijke factoren dit zijn is niet goed bekend. Vaak (bij zeven op de tien kinderen met PANDAS) komen in families van kinderen met PANDAS meerdere mensen met auto-immuunziektes voor.

Wat zijn de symptomen van PANDAS?

Infectie
De meeste kinderen die een PANDAS ontwikkelen hebben een tot enkele weken van te voren een infectie door gemaakt die veroorzaakt is door een streptokok groep A bacterie. Meestal gaat het om keelpijn of oorpijn, soms om een huidinfectie (roodvonk) of een gewrichtsontsteking.

Acuut begin
De eerste klachten van PANDAS ontstaan meestal acuut, van de een op de andere dag.

Tics
Kinderen met PANDAS krijgen vaak last van tics. Het kan zowel om bewegingstics als om geluidstics gaan. Kinderen maken plotseling een bepaalde beweging (bijvoorbeeld neus ophalen, knippen met de vingers, stampen met een voet) of een bepaald geluid (kuchen, keelschrapen, dierengeluiden).
Kinderen met PANDAS maken vaak ingewikkelde/complexe tics die bestaan uit meerdere bewegingen of geluiden achter elkaar. Deze bewegingen en geluiden ontstaan onbedoeld. Kinderen zijn vaak wel in staat om indien gevraagd deze bewegingen tijdelijk te onderdrukken. Wanneer kinderen de tics een tijdje onderdrukken, komen ze er daarna vaak tijdelijk in extra hevige mate voor.(Alsof de onderdrukte tics er toch uit moeten).

Gedragsveranderingen
Kinderen met PANDAS veranderen vaak van gedrag. Vaak worden kinderen prikkelbaarder en rusteloos. Kinderen vragen de hele tijd de aandacht van mensen in hun omgeving en hebben niet door wat het effect hiervan op andere mensen is. Ook worden kinderen met PANDAS vaak gemakkelijker boos.
Ook moeten bepaalde handelingen vaak meteen en op een bepaalde manier worden uitgevoerd. Kinderen kunnen heel onrustig worden wanneer hier vanaf geweken wordt. Een deel van de kinderen krijgt last van dwanghandelingen, kinderen moeten bijvoorbeeld alles tellen, alle voorwerpen netjes op een rijtje zetten of alle handelingen zowel met de rechter als de linkerhand uitvoeren.
Oudere kinderen hebben vaak ook last van dwanggedachten. Zij hebben last van telkens terugkerende vaak nare en verdrietige gedachten, bijvoorbeeld dat hun ouders dood zullen gaan als een kind dit niet doet of juist iets anders gedacht heeft. Oudere kinderen die veel last hebben van dwanggedachtes en dwanghandelingen kunnen hierdoor last krijgen van somberheid.
Deze gedragsveranderingen worden obsessief-compulsief syndroom genoemd, ook wel afgekort met de letters OCD.

Angst
Kinderen met PANDAS zijn vaak angstiger dan andere kinderen. Vaak worden kinderen meer aanhankelijk naar hun ouders toe. Kinderen kunnen het heel spannend vinden om alleen of bij vreemden te moeten blijven, ze hebben vaak de behoefte aan een vertrouwd persoon om hen heen. Kinderen kunnen bang zijn in het donker of bang zijn voor monsters in de slaapkamer tijdens de nacht.
Vaak huilen kinderen met PANDAS gemakkelijk.

Aandacht- en concentratieproblemen
Een groot deel van de kinderen met PANDAS heeft problemen met de aandacht en concentratie. Vaak hebben kinderen moeite de aandacht en concentratie langere tijd bij een werkje te houden. Dit geldt vooral voor werkjes die kinderen moeilijk of minder interessant vinden. Kinderen raken gemakkelijk afgeleid door een geluid of een beweging in de omgeving.
Vaak hebben kinderen moeite om rustig te zitten om een werkje te doen. Kinderen wiebelen met hun armen en benen en zitten niet stil. Door dit wiebelen vallen er gemakkelijker voorwerpen van de tafel en stoten kinderen ook makkelijker voorwerpen om. Een groot deel van de kinderen met PANDAS krijgt ook de diagnose AD(H)D.

Eetproblemen
Eetproblemen komen vaker voor bij kinderen met PANDAS. Sommige kinderen willen niet meer eten en worden erg mager, andere kinderen gaan juist overeten en worden te dik.

Slaapproblemen
Kinderen met PANDAS hebben vaak slaapproblemen. Veel kinderen zijn bang om alleen te gaan slapen. Ze hebben moeite om in slaap te vallen. Ook kunnen kinderen ’s nachts vaak wakker zijn of ’s ochtends vroeg wakker worden.

Bedplassen
Oudere kinderen die PANDAS krijgen en al zindelijk waren, kunnen weer in hun bed gaan plassen.

Fijne motoriek
Een deel van de kinderen met PANDAS krijgt meer moeite met zogenaamde fijn motorische taakjes. Tekenen en schrijven gaan slordiger. Kinderen kunnen meer moeite hebben met het open krijgen van knopen en ritsen of een sleutel in het slot steken.

Schokken
Een deel van de kinderen met PANDAS krijgt last van plotselinge schokken in een arm, een been of in de romp. Zulke schokken worden myoclonieën genoemd. Kinderen kunnen schrikken van deze schokken en iets uit hun handen laten vallen.

Vreemde bewegingen
Kinderen met PANDAS kunnen ook vreemde bewegingen gaan maken met hun armen/benen of hun gezicht. Soms gaat het om kleine draaiende, dansende bewegingen chorea genoemd, zoals ook gezien wordt bij chorea van Sydenham. Ook kan een vreemde stand van een arm en/of been voorkomen, dit wordt dystonie genoemd.

Gewrichtsklachten
Kinderen met PANDAS zijn gevoeliger voor het krijgen van gewrichtsklachten. De gewrichten kunnen pijnlijk zijn bewegen. Soms zijn de pijnlijke gewrichten ook dik en rood.

Hart
Bij chorea van Sydenham kunnen ook problemen met hart in de vorm van een ontsteking van het hartzakje voorkomen. Bij kinderen met PANDAS zien hier geen duidelijke aanwijzingen voor.

Toename klachten bij infecties
Vaak nemen de tics en de gedragsveranderingen toe wanneer kinderen opnieuw een infectie doormaken met een streptokok groep A. Maar ook andere infecties kunnen zorgen voor een toename van klachten. Na de opflakkering nemen de klachten vaak in de loop van enkele weken tot maanden ook weer af. Gemiddeld hebben kinderen met PANDAS een keer in de twee jaar een opflakkering van hun klachten. Op jonge leeftijd wanneer kinderen vaker infecties hebben komen opflakkeringen vaker voor dan op tienerleeftijd.
Sommige kinderen hebben ook last van toename van klachten na een behandeling bij de tandarts (niet bij een gewone controle).

Hoe wordt de diagnose PANDAS gesteld?


Verhaal en onderzoek
Op grond van het verhaal van plots ontstane gedragsproblemen en tics na het doormaken van een infectie met een streptokok groep A bacterie, kan het vermoeden geven dat er sprake is van een PANDAS.
PANDAS kan erg veel lijken op het Tourette syndroom waarbij ook tics en gedragsproblemen voorkomen. Niet alle dokters geloven dat PANDAS een apart ziektebeeld is.

Criteria
Er zijn criteria opgesteld op grond waarvan de diagnose PANDAS mag worden gesteld. Deze criteria zijn:

  1. tics en/of een obsessief-compulsief syndroom
  2. de klachten beginnen op kinderleeftijd
  3. de klachten ontstaan abrupt en wisselen qua ernst in de loop van de tijd
  4. tijdsrelatie tussen ontstaan van klachten en een infectie met streptokok groep A
  5. andere neurologische problemen zoals hyperactiviteit of choreatiforme bewegingen.
  6. Bijkomende gedragsproblemen zoals emotionele instabiliteit, angst en verandering van karakter

Bloedonderzoek
Wanneer de infectie kort geleden plaats gevonden heeft, is het mogelijk om de streptokokkenbacterie in het bloed aan te tonen door middel van een bloedkweek. Ook kunnen de waardes van de AST en anti-DNAse B verhoogd zijn. Dit zijn afweerstoffen die aangemaakt worden tegen de streptokokbacterie. De AST is het hoogst 3-6 weken na doormaken van een streptokokkeninfectie, de anti-DNAseB is het hoogst 6-8 weken na doormaken van een streptokokkeninfectie.
Het vervolgen van deze waardes in de tijd is niet zo makkelijk en de vraag is of dit zinvol is. Deze waardes stijgen namelijk pas enkele weken nadat kinderen een streptokokken infectie hebben doorgemaakt en dalen daarna ook weer langzaam in de loop van meerdere weken tot maanden. De hoogte van de waarde hangt dus sterk samen met het tijdstip waarop deze waarde bepaald wordt.
Na het doormaken van een infectie met de bacterie Mycoplasma of Borrelia kunnen dezelfde symptomen als bij PANDAS ontstaan. Vandaar dat ook vaak gekeken wordt of er aanwijzingen zijn voor het doormaken van een infectie met een van deze bacteriën. Wanneer een van deze bacteriën gevonden wordt, wordt er eigenlijk gesproken van PANS en niet van PANDAS.

Keelkweek
Meestal wordt ook door middel van een wattenstaafje wat materiaal achter uit de keel afgenomen om te kijken of de streptokokkenbacterie daar nog aantoonbaar is. Omdat de streptokokkeninfectie wel enkele weken voor het ontstaan van PANDAS kan optreden is de streptokokken bacterie lang niet altijd meer aantoonbaar.
Sommige kinderen blijken de streptokokbacterie altijd bij zich te dragen in de keel. Ook zonder dat er sprake is van een infectie kan bij deze kinderen de streptokok groep A bacterie worden aangetoond.

MRI-scan
Soms zal ook een MRI-scan gemaakt worden van de hersenen. Bij kinderen met PANDAS kunnen afwijkingen gezien worden aan de zogenaamde diepe kernen, de basale ganglia genoemd. Ook kunnen afwijkingen gezien worden in het voorste gedeelte van de hersenen in de buurt van de oogkassen. Dit gebied wordt de orbitofrontaalkwab genoemd. Lang niet bij alle kinderen met PANDAS worden afwijkingen gezien op de MRI-scan. Dit hangt ook sterk samen met het tijdstip na ontstaan van de klachten en het tijdstip waarop de MRI scan wordt gemaakt.

Kindercardioloog
Wanneer er twijfels bestaan of er ook problemen zijn met het functioneren van het hart, zullen kinderen vaak onderzocht worden door een kindercardioloog.

Hoe wordt PANDAS behandeld?

Rust en regelmaat
Kinderen met PANDAS hebben vaak behoefte aan een regelmatig leven met voldoende rustmomenten op de dag en voldoende slaap. Wanneer kinderen overprikkeld raken, helpt het vaak om ze eerst op een vaste plaats te laten afkoelen en daarna te bespreken wat er mis is gegaan.
Het helpt kinderen met PANDAS wanneer hun ouders, verzorgers en andere mensen in de omgeving rust, vertrouwen, positieve aanmoediging en liefde uitstralen en kinderen helpen met het omgaan van de gevolgen van PANDAS. Dit helpt kinderen met PANDAS om voldoende zelfvertrouwen te ontwikkelen, wat heel belangrijk is voor een kind.

Gedragstherapie
Kinderen met PANDAS hebben vaak baat bij gedragstherapie die gericht is op het omgaan met tics en OCD. Deze therapie is niet anders dan bij kinderen met tics of OCD die geen PANDAS hebben. Deze behandeling wordt cognitieve gedragstherapie genoemd, ook wel afgekort als CBT. In deze therapie wordt kinderen geleerd hoe ze kunnen omgaan met onrustige en vaak negatieve gedachtes in hun hoofd. Ook leren kinderen dat het niet altijd nodig is om dwanghandelingen uit te voeren, wanneer je anders handelt, zal dit ook goed gaan en niet zorgen voor ernstige gebeurtenissen. Tics kunnen behandeld worden met exposure-respons preventie.
Gedragstherapie wordt vaak gegeven door orthopedagogen, psychologen en kinder-en jeugdpsychiaters.

Medicijnen
Medicijnen kunnen de tics en de gedragsproblemen bij PANDAS verminderen. Verschillende medicijnen kunnen gebruikt worden. Medicijnen die vaak gebruikt worden zijn clonidine (Dixarit®), risperidon (Risperdal®), aripiprazol (Abilify®), pimozide (Orap®), paroxetine (Seroxat®). Deze medicijnen worden altijd gecombineerd met gedragstherapie. Per kind zal moeten worden afgewogen of het toevoegen van medicijnen aan gedragstherapie meerwaarde heeft. Wanneer medicijnen nodig zijn, is het belangrijk om te blijven kijken of deze medicijnen nog steeds meerwaarde hebben of kunnen worden afgebouwd. Wanneer uw kind het lastig vindt om medicijnen in te nemen, vindt u hier tips voor innemen medicijnen.

Antibiotica
Vaak wordt de diagnose PANDAS gesteld nadat de infectie van de streptokok groep A al onderdrukt is. Het heeft op dat moment geen zin meer om alsnog antibiotica te geven.
Dokters die geloven in het bestaan van PANDAS zijn van mening dat het zinvol kan zijn om bij nieuwe infecties met streptokok laagdrempelig antibiotica te geven om toename van PANDAS klachten te voorkomen. Dokters die niet geloven in PANDAS zien hier het nut niet van in. Vaak worden kinderen behandeld met penicilline, azitromycine of clindamycine. Soms worden zogenaamde cefalosporines gegeven.
Bij kinderen die frequent infecties hebben met streptokokken, kan overwogen worden om dagelijks
een lage dosering amoxicilline of azitromycine te gebruiken ter voorkoming van nieuwe streptokokkeninfecties en daarmee opflakkering van PANDAS. De meningen zijn verdeeld of dit een zinvolle behandeling is. Dit wordt in praktijk eigenlijk alleen gedaan bij kinderen die vaak (meerdere keren per jaar) een infectie met streptokokken hebben. Het dagelijks gebruiken van antibiotica heeft namelijk ook als nadeel dat ook andere bacteriën in het lichaam worden gedood die juist een helpende functie voor het lichaam hebben. Per kind zullen de voor- en nadelen van het dagelijks gebruik van antibiotica moeten worden afgewogen. Sommige kinderen krijgen alleen in de wintermaanden (de maanden met de R) antibiotica en niet de zomermaanden, omdat streptokokkeninfecties in de winter meer voorkomen. In de zomer is het lichaam dan zonder de nadelen van het dagelijks antibiotica gebruik. Wanneer kinderen een langdurende tandarts behandeling moeten krijgen, kan ook overwogen om voor deze behandeling een dosering antibiotica te nemen omdat door langdurende tandarts behandeling streptokokken vrij kunnen komen die kunnen zorgen voor toename van klachten.

Prednison
Het medicijn prednison kan een sterke afweerreactie van het lichaam onderdrukken.Prednison kan zowel in tabletvorm als infuusvorm gegeven worden. Op deze manier kan het medicijn prednison het ontstaan van de klachten als gevolg van PANDAS beïnvloeden. Behandeling met prednison heeft alleen maar zin in de eerste week na het ontstaan van de klachten, wanneer de afweerreactie van het lichaam actief is. Ook hiervoor geldt dat per kind de voor- en nadelen van het gebruik van prednison tegen elkaar moeten worden afgewogen.

Immuunglobulines
Immuunglobulines zijn afweerstoffen. Afweerstoffen van andere mensen blijken de lichaamseigen afweerstoffen die de hersenen aanvallen een halt toe te kunnen roepen. Deze immuunglobulines worden via een infuus toegediend. Deze infusen moeten regelmatig herhaald worden. Het is een erg dure behandeling die ook weer risico’s in zich heeft (er wordt materiaal gegeven verkregen van veel verschillende mensen). Voor deze behandeling wordt eigenlijk alleen gekozen wanneer er erg veel klachten zijn als gevolg van PANDAS.

Plasmaferese
Plasmaferese is een behandeling waarmee lichaamseigen afweerstoffen uit het lichaam worden verwijderd. Dit gebeurd door middel van slangetjes waarmee het bloed door een machine wordt geleid waar de antistoffen eruit gehaald worden, waarna het bloed weer in het lichaam terug wordt geleid. Dit is een ingrijpende behandeling.
Ook voor deze behandeling wordt eigenlijk alleen gekozen wanneer er zeer veel klachten zijn als gevolg van PANDAS.

Verwijderen keelamandelen
Het verwijderen van de keelamandelen blijkt geen enkel effect te hebben op het voorkomen van het ontstaan van klachten van PANDAS. Deze behandeling wordt dan ook niet aangeraden.

School
Kinderen met PANDAS kunnen vaak regulier onderwijs volgen. Vaak hebben kinderen wel extra begeleiding en ondersteuning nodig bij het vasthouden van de aandacht en bij het plannen van de schoolwerkjes. Een deel van de kinderen gaat naar cluster 4 onderwijs. Dit is onderwijs voor kinderen met gedragsproblemen. Hier zijn de klassen vaak kleiner en hebben de leerkrachten meer ervaring in het omgaan met kinderen met gedragsproblemen. Het helpt om kinderen haalbare taken te geven en werken af te wisselen met een periode van bewegen of rust. Succeservaringen helpen kinderen meer vooruit dan ervaringen dat zij falen een taak te volbrengen.

Slaapproblemen
Vaste bedtijden en een vast slaapritueel (dag doornemen, boekje lezen, knuffel) helpen om kinderen gemakkelijker in slaap te laten vallen. Soms hebben kinderen de aanwezigheid van een ouder in de buurt nodig om slaap te vallen.

Begeleiding
Het krijgen van PANDAS heeft vaak een groot effect op het leven van een kind en van de rest van het gezin. Een maatschappelijk werkende of een psycholoog kan het gezin ondersteunen hoe zij het kind het beste kunnen begeleiden.

Contact met andere ouders
Door het plaatsen van een oproepje op het forum van deze site kunt u in contact komen met andere ouders die een kind hebben met een PANDAS.

Wat betekent het hebben van PANDAS voor de toekomst?

Opflakkeringen
De meeste kinderen ervaren dat hun klachten in de loop van enkele weken tot maanden na het ontstaan ervan, geleidelijk aan steeds minder worden. Een nieuwe infectie (al dan niet met streptokok) kan zorgen voor een opflakkering van de klachten. Het ene kind is gevoeliger voor deze opflakkeringen dan het andere kind.
Na de puberteit maken de meeste mensen minder vaak (streptokokken)infecties meer door. Daarom komen opflakkeringen na de puberteit minder vaak voor.

Restverschijnselen
Gedragsproblemen zoals obsessieve compulsieve aandoening OCD, gevoeligheid voor angst, sombere stemming en AD(H)D blijven vaak op volwassen leeftijd aanwezig. Volwassenen hebben vaak wel meer mogelijkheden om met deze gedragsproblemen om te gaan, zodat zij er in het dagelijks leven minder last van hebben.

Levensverwachting
Kinderen met PANDAS hebben een normale levensverwachting.

Kinderen krijgen
Volwassenen die als kind PANDAS hebben gehad, kunnen kinderen krijgen. Het is niet goed bekend wat het effect van een zwangerschap is voor een vrouw met PANDAS. De kinderen die geboren worden hebben zelf een licht verhoogde kans om ook PANDAS te krijgen.

Hebben broertjes en zusjes een vergrote kans om ook PANDAS te krijgen?

Auto-immuunziektes, zoals PANDAS, komen in bepaalde families vaker voor dan in andere families. Er wordt gedacht dat er een erfelijke aanleg bestaat om een auto-immuunziekte te krijgen. Daarnaast spelen nog andere factoren een rol bij het al dan niet krijgen van een auto-immuunziekte.
Broertjes en zusjes hebben hierdoor een licht verhoogde kans om zelf ook PANDAS te krijgen. Ook bestaat er een licht verhoogde kans op het krijgen van een andere auto-immuunziekte.

Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.

Wilt u ook uw verhaal kwijt, dat kan: verhalen kunnen gemaild worden via info@kinderneurologie.eu en zullen daarna zo spoedig mogelijk op de site worden geplaatst. Voor meer informatie zie hier.

Heeft u foto's die bepaalde kenmerken van deze aandoening duidelijk maken en die hier op de website mogen worden geplaatst, dan vernemen wij dit graag.

Links

Pandasweb
(Nederlands talige website over PANDAS)
Pandasnetwork
(Engelstalige website over PANDAS)
Pandasppn
(Engelstaltige webiste voor behandelaren van PANDAS)

Referenties

  1. Pediatric movement disorders: an update. Wolf DS, Singer HS. Curr Opin Neurol. 2008;21:491-6
  2. Autoimmune neuropsychiatric disorders associated with streptococcal infection: Sydenham chorea, PANDAS, and PANDAS variants. Pavone P, Parano E, Rizzo R, Trifiletti RR. J Child Neurol. 2006;21:727-36.
  3. PANDAS: to treat or not to treat? King RA. Adv Neurol. 2006;99:179-83
  4. 4 Moving from PANDAS to CANS. Singer HS, Gilbert DL, Wolf DS, Mink JW, Kurlan R. J Pediatr. 2012;160:725-31
  5. Evaluation of autoimmune phenomena in patients with pediatric autoimmune neuropsychiatric disorders associated with streptococcal infections (PANDAS). Stagi S, Rigante D, Lepri G, Bertini F, Matucci-Cerinic M, Falcini F. Autoimmun Rev. 2014;13:1236-40.
  6. Post-infectious autoimmune disorders: Sydenham's chorea, PANDAS and beyond. Williams KA, Swedo SE. Brain Res. 2015;1617:144-54
  7. Cognitive, Graphomotor, and Psychosocial Challenges in Pediatric Autoimmune Neuropsychiatric Disorders Associated With Streptococcal Infections (PANDAS). Colvin MK, Erwin S, Alluri PR, Laffer A, Pasquariello K, Williams KA. J Neuropsychiatry Clin Neurosci. 2021;33:90-97
  8. Diagnostic Approach to Pediatric Autoimmune Neuropsychiatric Disorders Associated With Streptococcal Infections (PANDAS): A Narrative Review of Literature Data. Prato A, Gulisano M, Scerbo M, Barone R, Vicario CM, Rizzo R. Front Pediatr. 2021;9:746639

Laatst bijgewerkt: 1 mei 2022 voorheen: 6 augustus 2021,4 maart 2019, 7 juli 2018 en10 januari 2009

Auteur: JH Schieving