Wat is ADHD?
ADHD is een syndroom waarbij kinderen last hebben van aandachts- en concentratiestoornissen, hyperactiviteit, rusteloos gedrag en/of impulsiviteit. Deze klachten zijn al op jonge leeftijd aanwezig en in elk geval voor de leeftijd van 7 jaar.
Hoe wordt ADHD ook wel genoemd?
De letters ADHD staan voor de engelse woorden Attention Deficit - Hyperactivity Disorder. In het Nederlands vertaald betekent dat een aandoening die gekenmerkt wordt door aandachtstekort en/of hyperactiviteit.
Subtype ADHD
Er wordt onderscheid gemaakt in drie verschillende subtypes ADHD, een type met vooral druk gedrag en impulsiviteit, een type met vooral onoplettendheid en een gecombineerd type. Deze types worden ADHD-H, ADHD-I en ADHD-G genoemd.
ADD
Niet alle kinderen met aandacht- en concentratiestoornissen hebben ook hyperactiviteit en impulsiviteit. Daarom werd er gesproken van ADD wanneer er alleen problemen zijn met de aandacht en de concentratie. Tegenwoordig wordt in plaats van ADD de term ADHD-I gebruikt, het onoplettende type van ADHD.
Hoe vaak komt ADHD voor?
In Nederland heeft één op de 20-30 kinderen last van ADHD. Het gecombineerde type komt het meest voor. Al wordt het type met onoplettenheid vaak niet goed herkend.
Bij wie komt ADHD voor?
ADHD ontstaat al op jonge leeftijd. De klachten beginnen vaak al op jonge leeftijd tussen de 2 en 5 jaar, maar in elk geval voor de leeftijd van 7 jaar.
Hoe ouder de kinderen worden hoe beter zij vaak kunnen omgaan met ADHD, maar de klachten blijven vaak ook tot op volwassen leeftijd aanwezig.
Zowel jongens als meisjes kunnen ADHD krijgen. Jongens hebben 5 maal vaker last van ADHD dan meisjes. Mogelijk is dit een onderschatting omdat meisjes vaak het type onoplettenheid hebben, waardoor de diagnose ADHD niet wordt herkend.
Wat is de oorzaak van het ontstaan van ADHD?
Combinatie van oorzaken
De precieze oorzaak van ADHD is niet bekend. Waarschijnlijk gaat het ook niet om een oorzaak maar om een combinatie van oorzaken.
Erfelijke factoren
ADHD blijkt meestal ook bij meerdere familieleden voor te komen, zodat er zeker een erfelijk factor is. Om welke erfelijke factoren het gaat is niet goed bekend.
Veranderde werking van de hersenen
Bepaalde delen van de hersenen blijken bij kinderen met ADHD anders te functioneren dan bij kinderen zonder ADHD. Vooral de voorkant van de hersenen, de zogenaamde frontaalkwab werkt minder goed bij kinderen met ADHD.
Boodschapperstofjes
Hersencellen geven signalen aan elkaar door via zogenaamde boodschapperstofjes. Deze boodschapperstofjes worden ook wel neurotransmitters genoemd. Bij kinderen met ADHD zijn de verhoudingen van verschillende boodschapperstofjes uit balans, waaronder het boodschapperstofje dopamine.
Te vroeg geboren of te licht van gewicht
ADHD wordt vaker gezien bij kinderen die te vroeg geboren zijn of een te laag geboortegewicht voor hun zwangerschapsduur hadden.
Als kenmerken bij andere syndromen
Ook kan ADHD een symptoom van bepaalde ziekten zoals het fragiele X-syndroom, het Marfan syndroom, Neurofibromatose, het Williams syndroom of epilepsie. ADHD kan als symptoom ook voorkomen als bijwerking van medicijnen die een kind moet gebruiken. Kinderen die ernstige problemen hebben met zien of horen hebben ook vaker kenmerken van ADHD.
Wat zijn de kenmerken van ADHD?
De hoofdkenmerken zijn aandachts- en concentratiestoornissen,hyperactiviteit en/of impulsiviteit. Bij sommige kinderen is er alleen een probleem met de aandachts- en concentratie, bij andere alleen van hyperactiviteit of impulsitviteit, meestal gaat het om een combinatie van alle 3 de klachten.
Dit komt op de volgende manier naar buiten:
Aandachtstekort
- Het kind slaagt er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details of maakt achteloos fouten in schoolwerk, werk of bij andere activiteiten.
- Het kind heeft vaak moeite de aandacht bij taken of spel te houden.
- Het kind lijkt vaak niet te luisteren als hij/zij direct aangesproken wordt.
- Het kind volgt vaak aanwijzingen niet op en slaagt er vaak niet in schoolwerk, karweitjes af te maken of verplichtingen op het werk na te komen (niet het gevolg van opstandig gedrag of van het onvermogen om aanwijzingen te begrijpen).
- Het kind heeft vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten.
- Het kind vermijdt vaak, heeft een afkeer van of is onwillig zich bezig te houden met taken die een langdurige geestelijke inspanning vereisen (zoals school- of huiswerk).
- Het kind raakt vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of bezigheden (bijvoorbeeld speelgoed, huiswerk, potloden, boeken of gereedschap).
- Het kind wordt vaak gemakkelijk afgeleid door uitwendige prikkels.
- Het kind is vaak vergeetachtig bij dagelijkse bezigheden
Hyperactiviteit / Impulsiviteit
- Het kind beweegt vaak onrustig met handen of voeten of draait in zijn stoel.
- Het kind staat vaak op in de klas of in andere situaties waar verwacht wordt dat men op zijn plaats blijft zitten.
- Het kind rent vaak rond of klimt overal op in situaties waarin dit ongepast is (bij adolescenten of volwassenen kan dit beperkt zijn tot subjectieve gevoelens van rusteloosheid).
- Het kind kan moeilijk rustig spelen of zich bezig houden met ontspannende activiteiten.
- Het kind is vaak "in de weer" of "draaft maar door".
- Het kind praat vaak aan een stuk door.
- Het kind gooit het antwoord er vaak al uit voordat de vragen afgemaakt zijn.
- Het kind heeft vaak moeite om zijn/haar beurt te wachten.
- Het kind verstoort vaak bezigheden van anderen of dringt zich op.
Bijkomende problemen
Naast deze kenmerken komen bij kinderen met ADHD ook vaker andere problemen voor. De meeste kinderen zijn motorisch wat onhandig, bezeren zich gemakkelijk en vallen gauw. Eén op de 3 kinderen met ADHD heeft problemen met leren. Door het drukke gedrag en de vele prikkels die ADHD kinderen moeten verwerken kunnen veel kinderen ’s avonds moeilijk in slaap komen. Kinderen met ADHD zijn vaker wat angstiger van aard, kunnen sneller agressief worden, hebben vaker moeite om gescheiden te worden van hun ouders of andere bekende personen en kunnen niet goed tegen veranderingen. Een deel van de kinderen met ADHD heeft ook tics. Sommige kinderen vinden het ook moeilijk om contact te maken met andere kinderen.Tijdens de slaap bewegen veel kinderen met ADHD veel onrustig vooral met de benen, sommige kinderen stoppen af en toe met ademhalen tijdens de slaap.
Meisjes
ADHD bij meisjes wordt vaak niet herkend, omdat meisjes vaak meer ADHD van het onoplettende type hebben.
Hoe wordt de diagnose ADHD gesteld?
Verhaal en onderzoek
De diagnose ADHD wordt gesteld aan de hand van het verhaal van de ouders en een goed lichamelijk onderzoek van het kind. Bij dit onderzoek wordt gekeken of er sprake is van een onderliggende ziekte zoals neurofibromatose en andere ziektes genoemd onder het kopje oorzaak van ADHD.
De meeste kinderen met ADHD zijn ietwat onhandig in hun bewegingen, maar verder worden er geen andere afwijkingen gevonden.
Vragenlijsten
Daarnaast moeten de ouders en andere personen die nauw betrokken zijn bij het kind (school,opvang) een vragenlijst invullen over het kind. Daarin worden 9 vragen gesteld over aandachtsproblemen en 9 vragen over hyperactiviteit en impulsiviteit, vergelijkbaar met de kenmerken die in bovenstaande paragraaf worden genoemd. Als 6 of meer van 9 vragen van toepassing zijn op het kind kan er sprake zijn van ADHD.
Er bestaat geen bloedtest of ander onderzoek om de diagnose ADHD te stellen.
Kinderpsychiatrisch onderzoek
Wanneer er naast de ADHD nog veel andere gedragsproblemen bestaan kan een uitgebreid onderzoek door een (kinder)psychiater nodig zijn.
Wanneer er tijdens het vraaggesprek of onderzoek afwijkende bevindingen worden gedaan die wijzen op een onderliggende ziekte, kan het nodig zijn hier onderzoek naar te doen.
Welke behandeling is er voor ADHD?
Twee peilers
De behandeling voor ADHD bestaat uit twee peilers die elk even belangrijk zijn. Aan de ene kant gaat het om een gedragsmatige aanpak, aan de andere kant vaak om een behandeling met medicijnen.
Kinder-en jeugdpsychiater
Een kinder- en jeugdpsychiater is een arts die gespecialiseerd is in behandeling van problemen zoals ADHD. De arts kijkt samen met het gezin welke behandelingsvormen het beste passen bij kind en het gezin.
Gedragsmatige aanpak
Allereerst is het van belang om kinderen met ADHD veel structuur en duidelijkheid te geven. Ouders moeten heel consequent en duidelijk zijn en tegelijk proberen hun kind zo positief mogelijk te benaderen. Dit vraagt nogal wat van ouders. Daarom vinden veel ouders het fijn om ondersteuning hierbij te krijgen of af en toe even de zorg uit handen te kunnen geven aan bijvoorbeeld een orthopedagoog of kinderpsycholoog. Via ouderverenigingen bestaat er een mogelijkheid om in contact te komen met andere ouders. Deze ouderverenigingen hebben ook brochures met informatie en tips.
School
Ook op school is het heel belangrijk om consequent en duidelijk te zijn. Sommige kinderen kunnen door middel van een rugzakje extra begeleiding krijgen op school en ook de leerkracht kan ondersteuning geven. Wanneer het niet goed gaat op het gewone basisonderwijs, zijn sommige kinderen beter af op het speciaal onderwijs, met kleinere klassen en meer begeleiding.
Kinderpsycholoog
Sommige oudere kinderen hebben baat bij een behandeling door een kinderpsycholoog die hen leert om te gaan met de symptomen van ADHD. Een kinderpsycholoog werkt vaak met cognitieve gedragstherapie (CGT).
Orthopedagogische omgeving
Wanneer er zeer ernstige problemen zijn als gevolg van de ADHD thuis en op school kan het voor een klein deel van de kinderen beter zijn wanneer zij in een gestructureerde orthopedagogische omgeving gaan wonen.
Dieet
Er zijn ook veel kinderen die visolie verreikt met omega-3 vetzuren gebruiken voor het verminderen van de symptomen van ADHD. Er zijn enkele onderzoeken die aantonen dat dit inderdaad een lichte verbetering van de symptomen van ADHD kan geven. Maar ook al lijkt visolie geen medicijn, het gebruik van visolie kan wel degelijk ook bijwerkingen hebben. Het is daarom altijd belangrijk het gebruik van visolie te bespreken met de behandelend arts.
Ook zijn er kinderen die een dieet volgen waarin geen kunstmatige toevoegingen zitten (bijvoorbeeld kleurstoffen). Sommige ouders merken een duidelijk effect van een dergelijk dieet. Onderzoeken bij grote groepen kinderen hebben dit effect niet kunnen aantonen.
Medicijnen
Voor veel kinderen kunnen medicijnen ook een belangrijk onderdeel van de behandeling zijn. Deze medicijnen verbeteren de aandacht- en concentratie en in mindere mate verminderen zijn ook de hyperactiviteit. Er bestaan verschillende medicijnen die voorgeschreven kunnen worden. Alle medicijnen hebben bijwerkingen, al vallen deze in praktijk meestal mee. Per kind zal gekeken moeten worden wat de voordelen van het gebruik van medicijnen zijn en of deze opwegen tegen de eventuele bijwerkingen van deze medicijnen.
-Methylfenidaat (Ritalin®)
Een veel gebruikt medicijn in de behandeling van ADHD is het medicijn methylfenidaat of Ritalin ®. Methylfenidaat verbetert de aandacht en concentratie en vermindert ook enigszins de hyperactiviteit. Het medicijn werkt maar kort, ongeveer 4 uur, zodat het 3 keer per dag ingenomen moet worden. Het werkt snel en de werking is ook niet afhankelijk van een spiegel die opgebouwd moet worden. Dit maakt dat het mogelijk is om op dagen dat er veel gevraagd wordt van een kind qua aandacht en concentratie (bijvoorbeeld schooldagen) medicijnen te geven en op andere dagen waarop dit minder van belang is (weekenden, vakanties) bijvoorbeeld geen medicijnen te geven. De belangrijkste bijwerkingen van methylfenidaat zijn het verminderen van de eetlust, problemen met inslapen, het stijgen van de bloeddruk en soms een negatieve invloed op de stemming. Daarnaast kunnen andere bijwerkingen voorkomen, maar deze zijn minder vaak voorkomend. Soms kunnen tics verergeren als gevolg van methylfenidaat. Bij kinderen met ADHD bij het syndroom van Tourette is methylfenidaat daarom niet het eerste keus medicijn.
Methylfenidaat werkt ongeveer bij drie van de vier kinderen, bij een op de vier heeft het geen of juist een averechts effect. De laatste gift methylfenidaat moet niet later dan 16 uur ’s middags worden gegeven in verband met problemen met inslapen als gevolg van het gebruik van methylfenidaat.
Methylfenidaat moet geleidelijk aan worden opgebouwd, na ongeveer 3 weken zitten de meeste kinderen op een juiste dosis en kan het effect beoordeeld worden. Het effect wordt meestal beoordeeld door het kind zelf te vragen hoe het gaat en door ouders, verzorgers en leerkrachten voor en na starten van de methylfenidaatvragenlijsten te laten invullen. De juiste balans tussen zoveel mogelijk werking en zo min mogelijk bijwerking bepaald uiteindelijk de juiste dosis. Maximaal wordt 60 mg per dag methylfenidaat voorgeschreven.
Methylfenidaat wordt meestal niet voorgeschreven aan kinderen jonger dan 6 jaar.
Er bestaat ook langwerkende vormen van methylfenidaat: Medikinet® en Equasym® die ongeveer 8 uur werken en Concerta® die ongeveer 12 uur werkt en een maal per dag ingenomen moet worden. Deze middelen worden echter lang niet door aller verzekeringen vergoed. Het werkt ook niet duidelijk beter dan Ritalin, maar heeft het grote voordeel dat het in plaats van twee tot drie maal per dag, 1 maal per dag ingenomen moet worden.
NB methyfenidaat valt onder de Nederlandse opiumwet en dat betekent dat er vaak een verklaring nodig is (bijvoorbeeld een Schengen verklaring) om deze medicijnen mee op reis te mogen nemen. Op de website van het CAK kunt u hier meer informatie over vinden.
-Dexamfetamine
Wanneer methylfenidaat geen effect heeft of te veel bijwerkingen heeft, kan ook gekozen worden voor het medicijn dexamfetamine. Dexamfetamine verhoogt de afgifte van dopamine in de basale kernen. Op volwassen leeftijd is dexamfetamine de eerste keus. Inmiddels bestaat er ook een nieuwere variant die lisdexamfetamine (Elvanse®) heet.
NB (lis)dexamfetamine valt onder de Nederlandse opiumwet en dat betekent dat er vaak een verklaring nodig is (bijvoorbeeld een Schengen verklaring) om deze medicijnen mee op reis te mogen nemen. Op de website van het CAK kunt u hier meer informatie over vinden.
-Clonidine (Dixarit(R))
Een ander middel wat gebruikt kan worden voor de verbetering van de aandacht en concentratie is clonidine (Dixarit®). Dit middel werkt heel anders en heeft ook andere bijwerkingen dan het gebruik van methylfenidaat. Clonidine moet twee maal per dag gegeven worden, pas na een week of zes is de werking van het medicijn duidelijk. De meest voorkomende bijwerkingen zijn verlaging van de bloeddruk, hoofdpijn, sufheid, verstopping, sombere stemming en problemen met vroeg wakker worden. De meeste bijwerkingen verdwijnen na een tijdje gebruik van het medicijn en dat is ook de reden dat het medicijn langzaam moet worden opgebouwd.
-Overige medicijnen
Andere medicijnen die gebruikt kunnen worden bij de behandeling van ADHD zijn atomoretine (Strattera®) wat ook eenmaal per dag geven moet worden, pipamperon (Dipiperon®) met name wanneer er ook veel gedragsproblemen zijn, nortriptyline met name wanneer er sprake is van een sombere stemming.
Recent is ook het middel guanfacine (Intuniv®)op de markt gekomen voor de behandeling van ADHD. Dit middel heeft andere bijwerkingen dan de nu reeds bekende medicijnen. Het wordt met name ingezet wanneer de andere medicijnen onvoldoende effect of te veel bijwerkingen hebben.
Begeleiding
Een maatschappelijk werkende of psycholoog kan begeleiding geven hoe het hebben van deze aandoening een plaats kan krijgen in het dagelijks leven. Het kost vaak tijd voor ouders om te verwerken dat de toekomstverwachtingen van hun kind er anders uit zien dan mogelijk verwacht is.
Contact met andere ouders
Door het plaatsen van een oproep op het forum van deze site kunt u in contact komen met andere ouders/verzorgers die een kindje hebben met ADHD.
Wat betekent ADHD voor de toekomst?
Onbehandeld
Wanneer de symptomen van ADHD niet behandeld worden heeft dat vaak grote gevolgen voor de toekomst. Kinderen met ADHD ontwikkelen vaak weinig zelfvertrouwen doordat zij vaak negatief benaderd worden. Zij ontwikkelen hierdoor vaak ook gedragsproblemen en hebben een grotere kans om later met politie en justitie in aanraking te komen.
Door de aandachts- en concentratieproblemen kunnen kinderen met ADHD ook niet naar vermogen presteren op school en bestaat er een grotere kans dat zij onder hun niveau functioneren of bijvoorbeeld hun opleiding niet afmaken.
Behandeld
Wanneer kinderen met ADHD wel behandeld worden met medicijnen treden deze problemen veel minder vaak op.
Psychose
Jongeren met ADHD zijn gevoeliger voor het ontwikkeling van een psychose. Dit is een toestand van verwardheid en angst waarbij jongeren beelden kunnen zien of geluiden kunnen horen die er in werkelijkheid niet zijn. Dit treedt bij jongeren met ADHD vier keer vaker op, dan bij jongeren zonder ADHD. Het gebruik van drugs verhoogt de kans op het krijgen van een psychose.
Levensverwachting
Kinderen met ADHD kunnen een normale levensverwachting hebben. Bijkomende aandoening zoals bijvoorbeeld een verslaving kunnen van invloed zijn op de levensverwachting. Ook komt zelfdoding iets vaker voor bij pubers en jongeren met ADHD.
Kinderen krijgen
Het hebben van ADHD heeft geen invloed op de vruchtbaarheid. Kinderen van een volwassene hebben een licht verhoogde kans om zelf ook ADHD te krijgen.
Hebben broertjes en zusjes een vergrote kans om ADHD te krijgen?
Of een kind ADHD zal krijgen hangt af van meerdere factoren die nog niet allemaal bekend zijn. Wel speelt daar ook een erfelijke factor een rol in. Broertjes of zusjes van kinderen met ADHD hebben een vergrote kans om ook ADHD te ontwikkelen. Hoe groot deze kans is, is niet goed aan te geven omdat er meer nodig is dan alleen een erfelijke aanleg om ADHD te ontwikkelen.
Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.
Wilt u ook uw verhaal kwijt, dat kan: verhalen kunnen gemaild worden via info@kinderneurologie.eu en zullen daarna zo spoedig mogelijk op de site worden geplaatst. Voor meer informatie zie hier.
Heeft u foto's die bepaalde kenmerken van deze aandoening duidelijk maken en die hier op de website mogen worden geplaatst, dan vernemen wij dit graag.
Links en verwijzingen:
www.balansdigitaal.nl
(Site met informatie over kinderen met ontwikkelingsproblemen waaronder ADHD)
www.adhd.nl
(Site met informatie over ADHD)
Referenties
- A review of the pathophysiology, etiology, and treatment of attention-deficit hyperactivity disorder (ADHD). Sharma A, Couture J. Ann Pharmacother. 2014;48:209-25
- Attention deficit hyperactivity disorder. Thapar A, Cooper M. Lancet. 2016;387:1240-50.
- Twenty years of research on attention-deficit/hyperactivity disorder (ADHD): looking back, looking forward. Cortese S, Coghill D. Evid Based Ment Health. 2018;21:173-176
- Evaluation of the current data on guanfacine extended release for the treatment of ADHD in children and adolescents. Childress A, Hoo-Cardiel A, Lang P. Expert Opin Pharmacother. 2020;21:417-426
Laatst bijgewerkt: 3 april 2022 voorheen: 31 juli 2021 10 januari 2021, 20 oktober 2020, 15 december 2018 en 23 april 2007
Auteur: JH Schieving