Wat zijn absences?
Absences zijn een bepaald type epileptische aanval die enkele seconden duren. Tijdens een absence is het kind kortdurende buiten bewustzijn, hebben kinderen een starende blik en komen er vaak automatische bewegingen in het gezicht of met de handen voor.
Bij wie komen absences voor?
Absences komen vaak bij kinderen op de lagere schoolleeftijd voor, tussen de 4-12 jaar, maar kunnen ook voorkomen bij pubers. Zelden komen absences voor bij kinderen jonger dan 3 jaar.
Hoe vaak komen absences voor?
Absences komen vaak voor, een op de 2000 kinderen in Nederland heeft ooit last gehad van absences.
Absences komen vaker voor bij meisjes dan bij jongens.
Hoe verloopt een absence-epilepsieaanval?
Typische absences verlopen op de onderstaande manier:
- Tijdens het spelen of een andere bezigheid stopt het kind heel abrupt met de bezigheden en reageert het niet meer op de omgeving;
- Het kind krijgt een starende blik, de ogen kunnen omhoog draaien;
- Vaak zijn er beweginkjes in het gezicht te zien: knipperen met de ogen, trillen van de kin, schokjes van het hoofd, smak- of slikbewegingen met de mond;
- Sommige kinderen friemelen met hun handen;
- Net zo plotseling als de aanval begint, stopt de aanval ook weer en gaat het kind verder met de bezigheden waar het mee bezig was toen de aanval begon. Het lijkt wel alsof er tijdelijk een knop aan en uit gezet is;
- De absences duren enkele seconden;
- Er kunnen tientallen tot honderdtallen absences op een dag plaats vinden. Bij juveniele absences is de frequentie lager;
- Tijdens een absence reageert uw kind niet op roepen van zijn naam of aanrakingen;
- Uw kind voelt een absences niet aankomen;
- Na de absence is uw kind niet verward.
Naast de typische absences bestaan er ook atypische absences, deze lijken wel op de bovenstaande beschrijving maar vertonen toch niet alle kenmerken. Ze duren vaak langer. Soms reageert het kind nog wel op aanspreken. Er komen ook schokken of andere bewegingen van armen en benen voor.
Welke typen absence-epilepsie zijn er?
Er bestaan twee epilepsievormen waarbij uitsluitend absences voorkomen en geen andere epilepsie-aanvallen. Het gaat om de absence-epilepsie op kinderleeftijd, hierbij beginnen de absences meestal rond de leeftijd van 6-7 jaar. Daarnaast is er ook de zogenaamde juveniele absence epilepsie. Hierbij beginnen de absences rond de leeftijd van 9-12 jaar.
Absences kunnen ook voorkomen bij kinderen die naast absences ook nog andere typen epileptische aanvallen hebben. Een voorbeeld hiervan is de juveniele myoclonusepilepsie.
Betekend staren altijd dat er sprake is van absences?
Nee, zeker niet. Veel kinderen staren of dagdromen wel eens. Dit is onschuldig en is geen epileptische aanval. Dagdromen begint vaak minder abrupt dan absences en houdt ook langer aan. Wanneer een kind aan het dagdromen is, is de aandacht van het kind wel weer te trekken door zijn of haar naam te roepen of het kind aan te raken.
Een ander soort epilepstische aanval de zogenaamde focale aanval met verminderd bewustzijn (zie het algemene verhaal over epilepsie) kan ook erg veel lijken op een absence. Bij deze vorm van epilepsie is de epileptische activiteit in een deel van de hersenen aanwezig, terwijl de epileptische activiteit bij absences overal in de hersenen aanwezig is.
Wat is de oorzaak van absence-epilepsie?
Verandering in het DNA
De oorzaak van de absences op de kinderleeftijd en de juveniele absences is niet precies bekend. Waarschijnlijk is bestaat er een genetische aanleg om vatbaar te zijn voor het krijgen van absences. Daarnaast zal ook de rijping van de hersenen een rol spelen.
Afwijkingen in de hersenen
Wanneer uw kind naast absences ook andere aanvallen heeft en problemen met de ontwikkeling, kunnen de epileptische aanvallen ook veroorzaakt worden door afwijkingen in de hersenen. Deze afwijkingen kunnen aangeboren zijn, veroorzaakt door problemen rondom de geboorte, door een infectie of een ongeluk.
Wat voor gevolgen hebben absences?
Absences op zich zijn onschuldig en veroorzaken geen hersenbeschadiging. Omdat uw kind tijdens de absences even niet bij bewustzijn is, kunnen de absences echter wel andere gevolgen hebben. Schoolprestaties kunnen achteruit gaan omdat uw kind vele malen per dag even afwezig is en zo telkens een stukjes leerstof mist. Ook in het verkeer kan kortdurende afwezigheid van het bewustzijn grote gevolgen hebben. Daarom is het van groot belang de absences wel te behandelen.
Hoe wordt vastgesteld dat er sprake is van absence-epilepsie?
Wanneer uw huisarts vermoedt dat er bij uw kind sprake is van absences zal hij uw kind doorsturen naar de (kinder)neuroloog in het ziekenhuis. Deze zal u precies vragen hoe de absences verlopen en daarnaast allerlei andere vragen stellen over het verloop van de zwangerschap en de ontwikkeling van uw kind. Daarna zal de (kinder)neuroloog uw kind neurologisch onderzoeken.
Hersenfilmpje (EEG)
Vervolgens zal een hersenfilmpje (EEG) van uw kind gemaakt worden. Uw kind krijgt allemaal draadjes op het hoofd geplakt waarmee de elektrische activiteit van de hersenen kan worden gemeten. Bij typische absences op de kinderleeftijd is er een karakteristiek patroon op het EEG te zien. Er hoeven dan geen andere onderzoeken te gebeuren.
Ander onderzoek
Bij atypische absences, problemen met de ontwikkeling van uw kind of een niet karakteristiek EEG is het soms nodig om nog andere onderzoeken aan te vragen. Het kan gaan om een scan van het hoofd of onderzoek van bloed, urine of hersenvocht.
Hoe worden absences behandeld?
Absences kunnen behandeld worden met medicijnen tegen epileptische aanvallen. De meeste kinderen reageren goed op de medicijnen.De meest gebruikte medicijnen voor absence-epilepsie zijn valproaat (depakine ®), ethoxisumide (ethymal ®) of lamotrigine (lamictal ®), levetiracetam (Keppra(r) of een combinatie van een van deze middelen. Als een medicijn niet goed helpt, moet soms een ander medicijn geprobeerd worden. Het is van belang goed op te letten of uw kind nog absences heeft na het starten van de medicijnen, in dat geval moet de hoeveelheid medicijnen soms opgehoogd worden. Bij absences op de kinderleeftijd wordt meestal na een half jaar tot een jaar zonder absences opnieuw een hersenfilmpje gemaakt. Als hierop geen epileptische activiteit meer te zien is, wordt geprobeerd of de medicijnen kunnen worden gestopt. Mochten er weer absences voorkomen dan krijgt uw kind opnieuw voor een jaar medicijnen. Bij absences die op latere leeftijd beginnen wordt na 2 jaar geprobeerd de medicijnen af te bouwen.
Zorgen voor voldoende slaap
Het is voor kinderen met absence epilepsie belangrijk dat zij een vast slaappatroon hebben en voldoende slaap krijgen. Dit helpt om minder last te hebben van de absences.
Leefregels
Zolang uw kind nog absences heeft is het belangrijk dat uw kind zich aan bepaalde leefregels houdt. Alle situaties waarin het krijgen van absences gevaar op levert moeten of vermeden worden of er moet iemand bij zijn die weet dat uw kind een absences kan krijgen en kan ingrijpen. Als dat niet kan moet er iemand aanwezig zijn bij uwe kind die weet dat uw kind absences heeft en kan ingrijpen als dat nodig is.
Een aantal leefregels staat hieronder vermeldt:
- laat uw kind niet alleen zwemmen, maar alleen onder toezicht;
- laat uw kind niet alleen in bad;
- laat uw kind niet op grote hoogtes klimmen;
- laat uw kind niet alleen in het verkeer;
- zorg dat tijdens sport voor een begeleider die op de hoogte is.
Als de aanvallen goed onder controle zijn, gelden deze regels minder strikt. Probeer uw kind wel zo veel mogelijk mee te laten doen met alle dingen die kinderen zonder absences ook zouden doen. Probeer te voorkomen dat uw kind een buitenbeentje wordt.
School
Kinderen met absence epilepsie kunnen gewoon naar school. Het is belangrijk om de absences met behulp van medicijnen helemaal te onderdrukken. Absences kunnen er namelijk voor zorgen dat kinderen stukjes van de lesstof missen en deze daardoor minder goed kunnen begrijpen. Het Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie (LWOE) kan leerkrachten en kinderen op school ondersteunenen hoe zij zo goed mogelijk kunnen omgaan met de absence epilepsie en met het gebruik van medicijnen.
Begeleiding
In de meeste ziekenhuizen werken tegenwoordig epilepsieverpleegkundigen die kind en ouders kunnen begeleiden in het omgaan met epilepsie en de invloed die epilepsie heeft op het dagelijks leven. De meeste kinderen en ouders vinden na enige tijd weer een nieuw evenwicht waarin de epilepsie een plaats in het dagelijks leven heeft gekregen. Soms is ondersteuning door een maatschappelijk werkende of een psycholoog nodig.
Contact met andere ouders
Via het forum van deze site kunt u een oproepje plaatsen om in contact te komen met ouders met een kind met absence epilepsie of een ander epilepsiesyndroom. Via de patiëntenvereniging van de Nederlands Epilepsievereniging kunnen ouders ook in contact komen met andere ouders met dezelfde aandoening.
Bijwerkingen van medicijnen
Alle medicijnen hebben bijwerkingen zo ook de medicijnen die gebruikt worden voor de behandeling van absences. Meestal zijn de bijwerkingen mild en goed te verdragen. De meest voorkomende bijwerkingen zijn concentratieproblemen, moeheid of soms hyperactiviteit. Elk medicijn heeft zijn eigen bijwerkingen. Als uw kind veel last heeft van bijwerkingen kan een ander medicijnen geprobeerd worden.
Wat betekent absence-epilepsie voor de toekomst?
Absences op de kinderleeftijd hebben een goede prognose. Bij drie van de vier kinderen verdwijnen de absences voor de puberteit. Sommige kinderen kunnen na een half jaar behandeling al stoppen met de medicijnen.
Bij juveniele absences blijven de aanvallen vaak niet weg na het stoppen van de medicijnen en moeten de meeste kinderen langer doorgaan met innemen van de medicijnen.
Ook kan het zijn dat uw kind later naast de absences nog andere epileptische aanvallen krijgt.
Vier van de tien kinderen met absences (zowel op kinderleeftijd als juveniele) krijgt later last van een ander type epilepsieaanvallen.
Zijn absences te voorkomen?
Als er in de familie mensen zijn die als kind absences of andere epileptische aanvallen hebben gehad, bestaat er een kans dat uw kind een verhoogde aanleg heeft om absences of andere epileptische aanvallen te krijgen. Als een ouder of een broertje of zusje epileptische aanvallen hebben, krijgt één op de 10-20 kinderen ook epileptische aanvallen, als er twee familieleden zijn met epilepsie dan krijgt zelfs een op de 5 kinderen zelf ook epileptische aanvallen.
Denk hier aan als uw kind vaak even afwezig en let er op of het niet meer symptomen van absences heeft. In dat geval is het verstandig contact met de huisarts op te nemen. Het is niet mogelijk door het volgen van een bepaald dieet of door een bepaalde manier van leven te voorkomen dat absences ontstaan.
Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.
Wilt u ook uw verhaal kwijt, dat kan: verhalen kunnen gemaild worden via info@kinderneurologie.eu en zullen daarna zo spoedig mogelijk op de site worden geplaatst. Voor meer informatie zie hier.
Heeft u foto's die bepaalde kenmerken van deze aandoening duidelijk maken en die hier op de website mogen worden geplaatst, dan vernemen wij dit graag.
Meer informatie en links
www.epilepsievereniging.nl
(Site van de epilepsievereniging Nederland)
www.epilepsie.nl
(Site van het nationaal epilepsiefonds)
Referenties
- Towards a Better Understanding of Cognitive Deficits in Absence Epilepsy: a Systematic Review and Meta-Analysis. Fonseca Wald ELA, Hendriksen JGM, Drenthen GS, Kuijk SMJV, Aldenkamp AP, Vles JSH, Vermeulen RJ, Debeij-van Hall MHJA, Klinkenberg S. Neuropsychol Rev. 2019;29:421-449
- Circadian Rhythms and Epilepsy: A Suitable Case for Absence Epilepsy. Smyk MK, van Luijtelaar G. Front Neurol. 2020;11:245
- Clinical and experimental insight into pathophysiology, comorbidity and therapy of absence seizures. Crunelli V, Lőrincz ML, McCafferty C, Lambert RC, Leresche N, Di Giovanni G, David F. Brain. 2020;143:2341-2368
- International League Against Epilepsy classification and definition of epilepsy syndromes with onset in childhood: Position paper by the ILAE Task Force on Nosology and Definitions. Specchio N, Wirrell EC, Scheffer IE, Nabbout R, Riney K, Samia P, Guerreiro M, Gwer S, Zuberi SM, Wilmshurst JM, Yozawitz E, Pressler R, Hirsch E, Wiebe S, Cross HJ, Perucca E, Moshé SL, Tinuper P, Auvin S. Epilepsia. 2022;63:1398-1442
- Childhood vs. juvenile absence epilepsy: How to make a diagnosis. Asadi-Pooya AA, Farazdaghi M. Seizure. 2022;102:125-128
Auteur: JH Schieving
Laatst bijgewerkt: 15 maart 2023 voorheen: 23 november 2022, 30 januari 202, 12 april 2019,7 maart 2018 en 7 maart 2008