Wat is het PRRT2-syndroom?
Het PRRT2-syndroom is een erfelijke aandoening waarbij kinderen of jongeren verschillende klachten kunnen hebben zoals epilepsie-aanvallen, migraine-aanvallen of aanvallen met dystonie als gevolg van een fout in het DNA op de plaats van het PRRT2-gen.
Hoe wordt het PRRT2-syndroom ook wel genoemd?
Het PRRT2-gen is de naam van de plaats in het DNA waar kinderen of volwassenen met dit syndroom een fout hebben zitten. Hierdoor kunnen verschillende beelden ontstaan. Ook wordt wel gesproken van het PRRT2-gerelateerd syndroom. Het woord gerelateerd betekent in verband met.
ICCA-syndroom
ICCA is een afkorting voor de woorden Infantiele Convulsies met Chorea Athetose. Convulsies is een ander woord voor epilepsieaanvallen. Het woord infantiel geeft aan dat deze epilepsie aanvallen bij baby’s aanwezig zijn. Chorea en Athetose zijn medische woorden voor de aanvallen van ongecontroleerd bewegen die kinderen op latere leeftijd krijgen.
Benigne familiaire infantiele epilepsie
Een deel van de kinderen heeft alleen op babyleeftijd last van epilepsieaanvallen en krijgt later geen last van aanvallen met ongecontroleerde bewegingen. Deze vorm van epilepsie heeft de naam benigne familiare infantiele epilepsie of beningne infantiele convulsies.
Episodische dyskinesie
Er zijn ook kinderen die niet op de babyleeftijd last hebben gehad van epilepsieaanvallen en alleen op latere leeftijd last krijgen van aanvallen met ongecontroleerde bewegingen. Deze aanvallen van ongecontroleerde bewegingen worden episodische dyskinesie genoemd.
Hemiplegische migraine
Een deel van de kinderen heeft last van migraine aanvallen. Tijdens de migraine aanvallen kunnen kinderen tijdelijk last hebben van krachtsverlies in een of meerdere lichaamsdelen. Dit wordt hemiplegische migraine genoemd.
Hoe vaak komt het PRRT2-syndroom voor bij kinderen?
Het is niet goed bekend hoe vaak benigne infantiele convulsies voorkomen bij kinderen. Geschat wordt dat deze aandoening bij één op de 10.000 mensen voorkomt. Waarschijnlijk is ook bij lang niet alle kinderen deze diagnose gesteld, mogelijk komt de aandoening dus nog vaker voor dan gedacht.
Bij wie komt het PRRT2-syndroom voor?
De eerste klachten van het PRRT2-syndroom kunnen op verschillende leeftijden ontstaan. Een deel van de kinderen krijgt al voor de leeftijd van een jaar klachten, vaak gaat het dan om epilepsie aanvallen. Aanvallen met ongecontroleerde bewegingen of migraine ontstaan vaak op de lagere schoolleeftijd of op de middelbare schoolleeftijd. Soms ontstaan de eerste klachten pas op volwassen leeftijd.
Zowel jongens als meisjes kunnen het PRRT2syndroom hebben.
Wat is de oorzaak van het PRRT2-syndroom?
Fout in het erfelijk materiaal
Het PRRT2-syndroom wordt veroorzaakt door een foutje op een stukje materiaal op het 16e-chromosoom. De plaats van dit foutje wordt het PRRT2-gen genoemd.
Autosomaal dominant
Het PRRT2-syndroom wordt veroorzaakt door een zogenaamde autosomaal dominant fout. Dit houdt in dat een fout op een van de twee chromosomen 16 die een kind heeft in het PRRT2-gen al voldoende is om de aandoening te krijgen. Dit in tegenstelling tot een autosomaal recessief fout waarbij kinderen pas klachten krijgen wanneer beide chromosomen een fout bevatten.
Geërfd van een ouder
Een deel van de kinderen heeft het foutje in het PRRT2-gen geërfd van een ouder die zelf ook het foutje in het PRRT2-gen heeft. Soms was dit al bekend, soms wordt de diagnose bij de ouder pas gesteld wanneer bij het kind de diagnose gesteld wordt. Het kan ook zijn dat de ouder zelf geen klachten heeft. Een fout in het PRRT2-gen wil niet automatisch aangeven dat een persoon hier last van zal gaan krijgen. Dit wordt incomplete penetrantie genoemd.
Bij het kind zelf ontstaan
Bij een andere deel van de kinderen met een PRRT2-syndroom is het foutje bij het kind zelf ontstaan na de bevruchting van de eicel door de zaadcel en niet overgeërfd van een van de ouders. Dit wordt de novo genoemd, wat nieuw bij het kind ontstaan betekent.
Autosomaal recessief
Er zijn ook kinderen bekend geworden die een fout hebben in het PRRT2-gen van beide chromosomen 16. Er lijkt dus ook een autosomaal recsessieve vorm van dit syndroom bestaan. Kinderen met deze autosomaal recessieve vorm hebben vaak meer en ernstigere klachten dan kinderen met de autosomaal dominante vorm. Vaak hebben kinderen met de autosomaal recessieve vorm ook een ontwikkelingsachterstand, ataxie en een moeilijker behandelbare vorm van epilepsie.
Afwijkend eiwit
Dit stukje chromosoom bevat informatie voor de aanmaak van een eiwit, PRRT2-eiwit genoemd. PRRT2 staat voor Proline Rich Transmembraan Proteine 2. Dit eiwit speelt een belangrijke rol in de wand van hersencellen op de plaats waar twee hersencellen met elkaar communiceren. Zo’n plaats waar twee hersencellen met elkaar communiceren wordt een synaps genoemd. Het PRRT2-gen zorgt er voor dat de boodschapperstofjes goed worden afgegeven in de ruimte tussen twee zenuwen. Zonder goed werkend PRRT2 worden de boodschapperstofjes niet in juiste hoeveelheid afgegeven. Op bepaalde momenten te veel van het boodschapper stofje glutamaat afgegeven waardoor epilepsie, migraine of overmatige beweeglijkheid ontstaan.
Wat zijn de symptomen van het PRRT2-syndroom?
Variatie
Er bestaat variatie in de hoeveelheid en in de ersnt van de symptomen die verschillende kinderen met het PRRT2-syndroom hebben. Sommige kinderen hebben vooral last van de epilepsieaanvallen, andere kinderen van de bewegingsproblemen of migraine en weer andere kinderen alle drie de problemen.
Epilepsie
Een groot deel van de kinderen met het PRRT2-syndroom krijgt epilepsieaanvallen op de baby en dreumesleeftijd. Vaak beginnen de aanvallen tussen de leeftijd van drie en twaalf maanden. Vaak gaat het om schokken of verstijven in een of meerdere lichaamsdelen, soms om aanvallen met staren.
Aanvallen met ongecontroleerde bewegingen
Vanaf de lagere schoolleeftijd krijgen kinderen aanvallen waarin zij gedurende een of hooguit enkele minuten ongecontroleerde bewegingen maken met hun handen of met hun benen. Soms komen ook ongecontroleerde bewegingen in het gezicht of in de tong voor (galopperende tong). Deze bewegingen worden ook wel chorea of dystonie genoemd. Deze aanvallen worden nog al eens uitgelokt door plotseling in beweging komen of door plotseling schrikken. In periodes met stress, slaapgebrek of angst hebben kinderen meer last van deze aanvallen. Kinderen hebben vaak meerdere aanvallen op een dag, soms wel 100 op een dag. Tijdens de aanvallen zijn kinderen gewoon bij bewustzijn. Zij kunnen echter geen controle uitoefenen op de bewegingen die ze maken. De aanvallen verdwijnen meestal weer op jong volwassen leeftijd. Kinderen kunnen voordat de aanvallen ontstaan in een lijf iets voelen (kriebelend gevoel, een gevoel in hun buik) als signaal dat de aanvallen er aan zitten te komen. Dit wordt een aura genoemd.
Problemen met het evenwicht
Er zijn ook kinderen die tijdens de aanval last krijgen van problemen met het bewaren van de balans. Dit wordt ook wel episodische ataxie genoemd.
Tics
Kinderen met PRRT2-syndroom kunnen ook last hebben van tics. Tics zijn korte snelle onwillekeurige bewegingen in het gezicht of in de handen. Tics kunnen wel kortdurend worden tegen gehouden door kinderen, maar dit geeft wel een heel vervelend gevoel. Wanneer de tics een tijdje tegen gehouden zijn, dan komen ze er daarna vaak tijdelijk even nog vaker voor. De tics moeten er als het ware uit.
Migraine
Kinderen met het PRRT2-syndroom hebben vaker last van migraineaanvallen. Migraine is een hoofdpijnaanval waarbij kinderen last hebben van bonzende hoofdpijn in het hele hoofd of in een deel van het hoofd. Tijdens de hoofdpijnaanvallen hebben kinderen vaak last van misselijkheid en kunnen kinderen gemakkelijk gaan spugen. Licht en geluid zijn vaak vervelend. Tijdens de migraine aanval kunnen kinderen tijdelijk last hebben van een verlamming of een gevoelsstoornis in een arm of in een been. Dit verdwijnt weer als de migraine aanval voor bij is. Vooraf aan de migraine aanval hebben kinderen vaak een aura. Ze zien flikkeringen voor de ogen, vreemde gekleurde ballen, ervaren doofheid in een lichaamsdeel of problemen met praten als teken dat er aan aanval aan zit te komen.
Problemen met leren
Een deel van de kinderen met het PRRT2-syndroom heeft problemen met leren. Zij hebben meer moeite om langere tijd geconcentreerd met hun werk bezig te zijn. Kinderen kunnen het moeilijker vinden om het geleerde in nieuwe situaties toe te passen.
Ontwikkeling
Kinderen met het PRRT2-syndroom ontwikkelen zich normaal. Sommige kinderen ontwikkelen zich in de eerste maanden wel wat trager dan leeftijdgenootjes zonder aanvallen. Alle kinderen zijn in staat uiteindelijk zelfstandig te kunnen lopen en fietsen.
Geen klachten
Er kunnen ook jaren voorkomen waarin kinderen helemaal geen klachten hebben.
Hoe wordt de diagnose PRRT2-syndroom gesteld?
Verhaal en onderzoek
De diagnose PRRT2-syndroom kan worden vermoed op grond van het verhaal van een kind die op babyleeftijd epilepsieaanvallen heeft en later op kinderleeftijd aanvallen krijgt met onwillekeurige bewegingen.
Wanneer in een familie al bekend is dat meerdere mensen het PRRT2-syndroom hebben, dan zal de diagnose gemakkelijk te stellen zijn. Anders zal de diagnose vaak via DNA onderzoek worden gesteld.
DNA onderzoek
Wanneer aan het PRRT2-syndroom wordt gedacht kan door middel van bloedonderzoek de fout in het erfelijk materiaal van het 16e chromosoom in het PRRT2-gen worden aangetoond.
Vaak worden ook alle chromosomen tegelijkertijd onderzocht (zogenaamd Array onderzoek), soms kan hiermee de diagnose 16p11.2 deletie syndroom worden gevonden. Deze kinderen missen het PRRT2-gen en hebben daarom ook het PRRT2-syndroom, met daarnaast vaak nog andere symptomen.
Tegenwoordig zal door middel van een nieuwe genetische techniek (exome sequencing genoemd), deze diagnose gesteld kunnen worden zonder dat er specifiek aan gedacht was of naar gezocht is.
EEG
Bij kinderen met epilepsieaanvallen als gevolg van een PRRT2-syndroom zal vaak een EEG gemaakt worden. Op dit EEG kan zogenaamde focale epileptiforme activiteit worden gezien, het EEG kan ook helemaal normaal zijn. De afwijkingen op het EEG zijn niet specifiek voor het PRRT2-syndroom en kunnen ook bij andere vormen van epilepsie worden gezien.
MRI-scan
Op de MRI scan van de hersenen worden bij kinderen met het PRRT2-syndroom geen afwijkingen gezien.
Stofwisselingsonderzoek
Epilepsieaanvallen of aanvallen met bewegingsstoornissen is vaak reden om stofwisselingsonderzoek op bloed en urine uit te voeren. Bij kinderen met het PRRT2-syndroom worden hierop geen afwijkingen gezien.
Hoe wordt het PRRT2-syndroom behandeld?
Geen behandeling
Niet alle kinderen met epilepsie als gevolg van het PRRT2-syndroom hebben een behandeling nodig. Het hangt af van de ernst van de aanvallen en de frequentie van de aanvallen of de voordelen van het krijgen van medicijnen opwegen tegen de nadelen van het krijgen van medicijnen.
Voorkomen uitlokkende factoren
Slaapgebrek, stress en angst kunnen zorgen dat epilepsie-, bewegingsstoornis- of migraine aanvallen ontstaan. Een regelmatig slaappatroon en ontspanningsoefeningen kunnen helpen om minder last hebben van deze aanvallen.
Medicijnen om nieuwe epilepsie aanvallen te voorkomen
Wanneer medicatie nodig is omdat de epilepsie aanvallen frequent voorkomen, kunnen verschillende soorten medicijnen gebruikt worden zoals fenobarbital (Luminal®) bij jonge kinderen of levetiracetam (Keppra®) of carbamazepine (Tegretol ®) bij jonge en oudere kinderen. Maar ook andere medicijnen die epileptische aanvallen kunnen voorkomen kunnen gebruikt worden. Meestal worden deze medicijnen gegeven totdat gedurende een jaar geen aanvallen meer worden gezien. Dan wordt geprobeerd of het lukt om de medicijnen af te bouwen.
Medicijnen om aanvallen van bewegingsstoornis te voorkomen
Carbamazepine (Tegretol ®), oxcarbazepine, levetiracetam (Keppra®), topiramaat (Topamax®), lamotrigine (Lamictal®), valproaat (Depakine®) en difantoine (Fenytoine ®) kunnen ook helpen om aanvallen van ongecontroleerde bewegingen als gevolg van het PRRT2-syndroom te voorkomen.
Migraine
Kinderen met PRRT2-syndroom die last hebben van migraine aanvallen, worden op dezelfde manier behandeld als kinderen met migraine zonder het PRRT2-syndroom.
Begeleiding
Een maatschappelijk werkende of psycholoog kan begeleiding geven hoe het hebben van deze aandoening een plaatsje kan krijgen in het dagelijks leven. Het kost vaak tijd voor ouders om te verwerken dat hun kind een neurologische aandoening heeft.
Contact met andere ouders
Door middel van een oproepje op het forum van deze site kunt u proberen in contact te komen met andere kinderen en hun ouders/verzorgers die ook te maken hebben met het PRRT2-syndroom.
Wat betekent het hebben van het PRRT2-syndroom voor de toekomst?
Verdwijnen
Bij de meeste kinderen met epilepsieaanvallen als gevolg van het PRRT2-syndroom verdwijnen de aanvallen vanzelf rond de leeftijd van één tot twee jaar. Een enkele keer houden de aanvalletjes aan tot de leeftijd van drie jaar.
Ook de aanvallen met onwillekeurige bewegingen verdwijnen meestal weer tegen het einde van de puberteit/ jong volwassen leeftijd.
Normale ontwikkeling
Kinderen met het PRRT2-syndroom ontwikkelen zich normaal. Zij kunnen later zelfstandig functioneren in de maatschappij.
Alcohol en koffie
Het gebruik van alcohol en koffie met caffeine kan bij jong volwassenen aanvallen uitlokken. Het is goed om hier voorzichtig mee te zijn.
Transitie van zorg
Tussen de leeftijd van 16 en 18 jaar wordt de zorg vaak overgedragen van kinderspecialisten naar specialisten die de zorg aan volwassenen geven. Het is belangrijk om tijdig hierover na te denken. Is er behoefte de zorg over te dragen naar specialisten voor volwassenen of kan de huisarts de zorg leveren die nodig is.En als er behoefte is aan overdragen van de zorg naar specialisten voor volwassenen, naar welke dokter(s) wordt de zorg dan overgedragen? In welk ziekenhuis kan de zorg het beste geleverd worden. Het proces van overdragen van de zorg wordt transitie genoemd. Het is belanrgijk hier tijdig over na te denken en een plan voor te maken samen met de dokters die betrokken zijn bij de zorg op de kinderleeftijd.
Ook verandert er veel in de zorg wanneer een jongere de leeftijd van 18 jaar bereikt. Voor meer informatie over deze veranderingen verwijzing wij u naar het artikel veranderingen in de zorg 18+.
Levensverwachting
Kinderen met het PRRT2-syndroom hebben een normale levensverwachting.
Kinderen
Volwassenen met het PRRT2-syndroom kunnen normaal kinderen krijgen. Deze kinderen hebben tot maximaal 50% kans om zelf ook het PRRT2-syndroom te krijgen. Wanneer een kind het foutje erft van een van de ouders, dan betekent dit nog niet dat dit kind ook het PRRT2-syndroom gaat krijgen. Niet ieder persoon met de fout krijgt daadwerkelijk klachten.
Hebben broertjes en zusjes een verhoogde kans om ook het PRRT2-syndroom te krijgen?
Het PRRT2-syndroom is een erfelijke aandoening. Wanneer een van de ouders zelf het IPRRT2-syndroom heeft gehad, dan hebben broertjes en zusjes tot 50% kans om zelf ook het PRRT2-syndroom te krijgen.
Wanneer het foutje in het erfelijk materiaal bij het kind zelf is ontstaan, dan is de kans heel klein dat broertjes en zusjes zelf ook het PRRT2-syndroom krijgen. Dit zou alleen het geval zijn wanneer een van de ouders het foutje in het PRRT2-gen in de eicel of in de zaadcel heeft zitten, zonder dat het in de andere lichaamscellen zitten. De kans daarop is heel klein.
Een klinisch geneticus kan hier meer informatie over geven.
Wilt u ook uw verhaal kwijt, dat kan: verhalen kunnen gemaild worden via info@kinderneurologie.eu en zullen daarna zo spoedig mogelijk op de site worden geplaatst. Voor meer informatie zie hier
Heeft u foto's die bepaalde kenmerken van deze aandoening duidelijk maken en die hier op de website mogen worden geplaatst, dan vernemen wij dit graag.
Links en verwijzingen
www.epilepsievereniging.nl
(site van epilepsievereniging Nederland)
www.epilepsie.nl
(site van het nationaal epilepsiefonds)
Referenties
- PRRT2 links infantile convulsions and paroxysmal dyskinesia with migraine. Cloarec R, Bruneau N, Rudolf G, Massacrier A, Salmi M, Bataillard M, Boulay C, Caraballo R, Fejerman N, Genton P, Hirsch E, Hunter A, Lesca G, Motte J, Roubertie A, Sanlaville D, Wong SW, Fu YH, Rochette J, Ptácek LJ, Szepetowski P. Neurology. 2012;79:2097-103
- Unusual variability of PRRT2 linked phenotypes within a family. Brueckner F, Kohl B, Puest B, Gassner S, Osseforth J, Lindenau M, Stodieck S, Biskup S, Lohmann E. Eur J Paediatr Neurol. 2014;18:540-2
- PRRT2 mutations: exploring the phenotypical boundaries. Djémié T, Weckhuysen S, Holmgren P, Hardies K, Van Dyck T, Hendrickx R, Schoonjans AS, Van Paesschen W, Jansen AC, De Meirleir L, Selim LA, Girgis MY, Buyse G, Lagae L, Smets K, Smouts I, Claeys KG, Van den Bergh V, Grisar T, Blatt I, Shorer Z, Roelens F, Afawi Z, Helbig I, Ceulemans B, De Jonghe P, Suls A. J Neurol Neurosurg Psychiatry. 2014;85:462-5
- The evolving spectrum of PRRT2-associated paroxysmal diseases. Ebrahimi-Fakhari D, Saffari A, Westenberger A, Klein C. Brain. 2015;138:3476-9
- Alloping tongue syndrome in a PRRT2 mutation carrier. Vilas D, Marcé-Grau A, Macaya A, Valls-Solé J, Tolosa E. Neurol Genet. 2019;5:e377
Laatst bijgewerkt 21 februari 2020
Auteur: JH Schieving