Wat een plexus choreoïdeus cyste?
Een plexus choreoïdeus cyste is een kleine holte gevuld met vocht die in de zijhoornen van de hersenholtes ligt.
Hoe wordt een plexus choreoïdeus cyste ook wel genoemd?
Een cyste is een holte gevuld met vocht. Plexus choreoïdeus is de naam van een speciaal onderdeel van de zijhoornen van de hersenholtes waarin het hersenvocht wordt aangemaakt.
Soms wordt de afkorting CPC gebruikt.
Hoe vaak komt een plexus choreoïdeus cyste voor bij kinderen?
Plexus choreoïdeus worden gezien bij één op de 50 tot 100 kinderen wanneer zij tijdens de zwangerschap een ECHO krijgen. Na de geboorte verdwijnen deze cystes meestal geleidelijk aan.
Deze informatiefolder gaat niet over plexus choreoïdeus cystes die op latere leeftijd ontstaan.
Bij wie komt een plexus choreoïdeus cyste voor?
Een plexus choreoïdeus cyste ontstaat tijdens de aanleg van de hersenen. Met het ouder worden deze cystes vaak kleiner en kunnen ze niet meer zichtbaar zijn op een scan. Deze cystes worden vaker gezien bij kinderen die te vroeg (prematuur) geboren zijn.
Zowel jongens als meisjes kunnen deze cystes krijgen.
Wat is de oorzaak van het ontstaan van een plexus choreoïdeus cyste?
Niet bekend
De oorzaak van het ontstaan van deze cystes is niet goed bekend. Waarschijnlijk is het een klein aanlegfoutje, zonder dat dit foutje gevolgen heeft voor de ontwikkeling van een kind. Er ontstaat een holte gevuld met vocht in de plexus choreoïdeus die als functie het aanmaken van hersenvocht heeft.
Plaats van de cyste
In de hersenen bij pasgeborenen kunnen meerdere soorten cystes voorkomen: plexus choreoïdeus cystes, connatale cystes, cystes als gevolg van zuurstof tekort in de hersenen (PVL) of subependymale pseudocystes. De plaats van de cyste helpt mee om te bepalen van wat voor soort cyste er sprake is. Een plexus choreoïdeus cyste ligt altijd in de zogenaamde plexus choreoïdeus in de zijhoornen van de hersenholtes. De andere bovengenoemde cystes liggen buiten de zijholtes van de hersenen. Op deze manier kan onderscheid gemaakt worden tussen de verschillende cystes die gevonden kunnen worden tijdens Echo-onderzoek.
De cystes variëren in grootte tussen de 2 en 20 mm.
Geen onderliggende ziekte
De aanwezigheid van deze cystes wijst niet op een onderliggende ziekte van de hersenen.
Onderliggende ziekte
Bij een heel klein deel van de kinderen met plexus choreoïdeus cystes is er sprake van een onderliggende ziekte waarbij de hersenen anders zijn aangelegd. Vaak hebben deze kinderen meerdere cystes aan beide kanten van de hersenen. In de regel zijn er dan ook andere afwijkingen in de hersenen zichtbaar. Onderliggende ziektes waarbij vaker plexus choreoïdeus cystes worden gezien zijn: trisomie 18, Down syndroom, Klinefelter syndroom en Aicardi syndroom. Deze kinderen hebben naast afwijkingen in de hersenen vaak ook andere afwijkingen elders in het lichaam, zoals bijvoorbeeld een aangeboren hartafwijking.
Wat zijn de symptomen van plexus choreoïdeus cystes?
Geen symptomen
Plexus choreoïdeus cystes geven geen symptomen. Kinderen hebben geen last van de aanwezigheid van deze plexus choreoïdeus cystes.
Normale ontwikkeling
Kinderen met alleen een plexus choreoïdeus cyste ontwikkelen zich normaal.
Hoe wordt de diagnose plexus choreoïdeus cyste gesteld?
Echo hersenen
Plexus choreoïdeus cystes kunnen worden gezien op een echo van de hersenen als kleine holtes in de zijholtes in de hersenen. Zelden zitten deze cystes in de 3e hersenholte. De cystes zijn vaak het beste te zien na een zwangerschapsduur van 14 weken. De cystes moeten meer dan 2-3 mm groot zijn om zichtbaar te zijn op een ECHO. Er kan sprake zijn van een of van meerdere cystes. De cystes kunnen zowel aan een kant van de hersenen als aan twee kanten van de hersenen worden gezien. De cystes worden naar het eind van de zwangerschap toe steeds kleiner.
Bij cystes in de derde hersenholte bestaat er een klein risico op het ontstaan van een waterhoofd.
MRI scan van de hersenen
Op de MRI scan worden een of meerdere kleine holtes van enkele millimeters worden gezien in de zijholtes (laterale ventrikels) van de hersenen. Na de geboorte zijn deze cystes meestal niet meer terug te vinden omdat ze spontaan verdwenen zijn. Het is niet nodig de cystes met MRI scan te vervolgen om te kijken of ze helemaal verdwijnen.
Een heel klein deel van de kinderen met een plexus choreoïdeus cyste in de derde hersenholte ontwikkeld een waterhoofd. Meestal verdwijnt dit waterhoofd weer, wanneer de cyste spontaan kleiner wordt.
Prenatale diagnostiek
Wanneer meerdere plexus choreoïdeus cystes worden gezien en de moeder ouder is dan 35 jaar of wanneer er sprake is van andere aangeboren afwijkingen, dan kan dit een reden zijn om prenatale diagnostiek te doen in de vorm van een vlokkentest of een vruchtwaterpunctie om te beoordelen of er sprake is van een onderliggende chromosoom afwijking. Deze onderzoeken hebben een klein risico op het ontstaan van een miskraam. (0,5% bij de vlokkentest en 0,3% bij de vruchtwaterpunctie). De kans op het vinden van een onderliggende aandoening moet dus worden afgewogen tegen het risico op het ontstaan van een miskraam.
Hoe worden plexus choreoïdeus cystes behandeld?
Geen behandeling
Het is niet nodig om plexus choreoïdeus cystes te behandelen. De cyste verdwijnen spontaan tijdens of kort na de zwangerschap.
Contact met andere ouders
Door het plaatsen van een oproepje op het forum van deze site kunt u in contact komen met andere ouders die een kind hebben met een plexus choreoïdeus cyste.
Wat betekent het hebben van plexus choreoïdeus cystes voor de toekomst?
Verdwijnen
Bij het merendeel van de kinderen verdwijnen deze cystes spontaan tijdens de zwangerschap of in de eerste tijd na de geboorte. Het is niet nodig om de cyste met behulp van MRI scans te vervolgen om te zien of deze verdwijnen.
Aanwezig blijven
Bij een klein deel van de kinderen blijven deze cystes zichtbaar op een MRI scan.
Normale ontwikkeling
Kinderen met een plexus choreoïdeus cyste ontwikkelen zich normaal.
Levensverwachting
Kinderen met een plexus choreoïdeus cyste hebben een normale levensverwachting die niet anders is dan die van kinderen zonder plexus choreoïdeus cyste.
Kinderen krijgen
Volwassenen die als kind een plexus choreoïdeus cyste hebben gehad, kunnen net als andere volwassenen kinderen krijgen. Het is niet bekend of deze kinderen een verhoogde kans hebben om zelf ook een plexus choreoïdeus cyste te krijgen. Omdat kinderen geen last hebben van deze cystes is het niet nodig om hier onderzoek naar te doen.
Hebben broertjes en zusjes een vergrote kans op het krijgen van plexus choreoïdeus cystes?
De oorzaak van het ontstaan van plexus choreoïdeus cystes is niet bekend. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat broertjes en zusjes een verhoogde kans hebben op het krijgen van plexus choreoïdeus cystes.
Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.
Wilt u ook uw verhaal kwijt, dat kan: verhalen kunnen gemaild worden via info@kinderneurologie.eu en zullen daarna zo spoedig mogelijk op de site worden geplaatst. Voor meer informatie zie hier.
Referenties
- Controversial ultrasound findings in mid trimester pregnancy. Evidence based approach. Ebrashy A, Kurjak A, Adra A, Aliyu LD, Wataganara T, de Sá RA, Pooh R, Sen C, Stanojevic M. J Perinat Med. 2016;44:131-7.
- Endoscopic management of a choroid plexus cyst of the third ventricle: case report and documentation of dynamic behavior. Azab WA, Mijalcic RM, Aboalhasan AA, Khan TA, Abdelnabi EA. Childs Nerv Syst. 2015;31:815-9.
- Society for Maternal-Fetal Medicine Consult Series #57: Evaluation and management of isolated soft ultrasound markers for aneuploidy in the second trimester: (Replaces Consults #10, Single umbilical artery, October 2010; #16, Isolated echogenic bowel diagnosed on second-trimester ultrasound, August 2011; #17, Evaluation and management of isolated renal pelviectasis on second-trimester ultrasound, December 2011; #25, Isolated fetal choroid plexus cysts, April 2013; #27, Isolated echogenic intracardiac focus, August 2013). Society for Maternal-Fetal Medicine (SMFM). Electronic address: pubs@smfm.org, Prabhu M, Kuller JA, Biggio JR. Am J Obstet Gynecol. 2021;225:B2-B15
Laatst bijgewerkt: 21 september 2022 voorheen: 11 mei 2020 en 19 juni 2018
Auteur: JH Schieving