Ziektebeelden Aangeboren afwijkingen Miller Dieker syndroom

Wat is het Miller Dieker syndroom?

Het Miller Dieker syndroom is een aandoening waarbij kinderen specifieke afwijkingen aan de hersenen hebben wat leidt tot een ontwikkelingsachterstand in combinatie met bepaalde uiterlijke kenmerken.

Hoe wordt het Miller Dieker syndroom ook wel genoemd?

Het Miller Dieker syndroom wordt ook wel het Miller Dieker lissencefalie syndroom genoemd. Lissencefalie is de naam van de hersenafwijking die gevonden wordt bij kinderen met dit syndroom.Het Miller Dieker syndroom wordt ook wel afgekort met de letters MDS.
Miller en Dieker waren twee artsen die dit syndroom beschreven hebben.

Hoe vaak komt het Miller Dieker syndroom voor bij kinderen?

Het Miller Dieker syndroom is een zeldzame aandoening, het komt ongeveer bij één op de 100.000 kinderen voor.

Bij wie komt het Miller Dieker syndroom voor?

Het Miller Dieker syndroom is een aangeboren aandoening die al voor de geboorte aanwezig is. De eerste klachten van het Miller Dieker syndroom ontstaan meestal in de eerste levensmaanden.
Zowel jongens als meisjes kunnen het Miller Dieker syndroom krijgen.

Wat is de oorzaak van het Miller Dieker syndroom?

Fout in erfelijk materiaal

Het Miller Dieker syndroom wordt veroorzaakt door een fout in het erfelijk materiaal, het DNA. De fout in het DNA ligt bij het Miller Dieker syndroom op het 17 e chromosoom.
De plaats waar deze fout op het DNA zit wordt het LIS1-gen genoemd.

Ontbreken eiwit

Door de fout in het LIS1-gen wordt een bepaald eiwit onvoldoende aangemaakt. Dit eiwit wordt PAF, Platelet Activating Factor genoemd. Dit PAF-eiwit speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van de hersenen, het zorgt er voor dat de hersencellen op de juiste plek komen te liggen.
Door een tekort aan dit eiwit komen de hersencellen bij kinderen met het Miller-Dieker syndroom niet op de juiste plek te liggen.
Waarschijnlijk ontbreken naast het PAF-eiwit nog andere eiwitten bij kinderen met het Miller-Dieker syndroom. Welke eiwitten dit zijn, is niet goed bekend.

Lissencefalie

De hersencellen komen bij het Miller-Dieker syndroom niet op de juiste plaats liggen, maar blijven te dicht bij elkaar liggen. De hersenschors is daardoor niet mooi gelobd en opgebouwd uit 6 verschillende lagen. Bij het Miller Dieker syndroom is de hersenschors glad en slechts opgebouwd uit vier lagen. Hierdoor kunnen de hersencellen niet goed functioneren, waardoor de symptomen van het Miller Dieker syndroom ontstaan.

Wat zijn de symptomen van het Miller Dieker syndroom?

Variatie

Niet alle kinderen met het Miller Dieker syndroom hebben alle onderstaande klachten. Ook de ernst van de symptomen kan variëren van kind tot kind.

Zwangerschap

Tijdens de zwangerschap groeien kinderen met het Miller Dieker syndroom vaak slecht. Ook kan de moeder veel vruchtwater hebben. De meeste moeders merken achteraf op dat ze hun kind weinig hebben voelen bewegen tijdens de zwangerschap.

Ontwikkelingsachterstand

Kinderen met het Miller Dieker syndroom zijn trager in hun ontwikkeling dan andere kinderen. Zij leren pas later rollen, zitten, staan en lopen. Een groot deel van de kinderen lukt het uiteindelijk niet om zelfstandig te kunnen zitten of lopen.
Ook de taalontwikkeling gaat trager, kinderen gaan pas op latere leeftijd praten. Meestal blijft de taalontwikkeling beperkt tot het maken van geluiden of het spreken van enkele woorden. Sommige kinderen kunnen ook korte zinnen maken.

Epilepsie

Bijna alle kinderen met het Miller Dieker syndroom krijgen last van epilepsie aanvallen. Soms beginnen deze epilepsie al vanaf de geboorte. Meestal beginnen de epilepsie aanvallen rondom de leeftijd van 6 maanden. Vaak ontstaat het syndroom van West. Op latere leeftijd kunnen andere epilepsie aanvallen ontstaan.

Typisch uiterlijk

Kinderen met het Miller Dieker syndroom hebben meestal een typisch uiterlijk. De hoofdomtrek is klein, het voorhoofd is hoog, de ogen staan wat verdere uit elkaar dan gewoonlijk. De schedel is smal ter hoogte van de slapen, de neus is kort, de neuspunt staat naar boven gedraaid. De mond is klein, de bovenlip is dun. De oren zijn plat, staan laag op het hoofd en zijn wat naar achteren gedraaid. Bij sommige kinderen zijn de vingers, met name de pinken niet recht, maar krom.

Lage spierspanning

Baby’s met het Miller Dieker syndroom hebben vaak een lage spierspanning. Ze voelen slap aan en moeten goed ondersteund worden wanneer ze opgetild worden.

Spasticiteit

Bij het ouder worden neemt de spierspanning in de spieren geleidelijk toe en ontstaat spasticiteit in de spieren. De spieren worden stijf en zijn niet meer soepel. Dit bemoeilijkt het bewegen.

Hartafwijking

Een op de vier kinderen met het Miller Dieker syndroom heeft een hartafwijking. Meestal gaat het om een gaatje tussen de beide hartkamers (ventrikelspetum defect) of een combinatie van afwijkingen aan het hart en de grote bloedvaten die tetralogie van Fallot wordt genoemd.

Problemen met zien

Bij kinderen met het Miller Dieker syndroom komt vaker staar voor, waardoor er problemen met zien zijn.

Voedingsproblemen

Kinderen met het Miller Dieker syndroom hebben vaak moeite met drinken, eten en slikken. Daarom groeien ze maar moeizaam en blijven ze licht van gewicht. Ook het terug stromen van de voeding van de maag naar de slokdarm en de mond komt vaak voor.

Nierafwijkingen

Een klein deel van de kinderen met het Miller Dieker syndroom heeft ook aangeboren afwijkingen aan de nier.

Niet ingedaalde balletjes

Bij jongentjes met het Miller Dieker syndroom zijn de zaadballetjes vaak niet ingedaald.

Navelbreuk

Bij kinderen met het Miller Dieker syndroom wordt vaker een navelbreuk (omfalocele) gezien.

Hoe wordt de diagnose Miller Dieker syndroom gesteld?

Verhaal en onderzoek

Op grond van het verhaal en de bevindingen bij onderzoek, kan vermoed worden dat er sprake is van een afwijking aan de hersenen waaronder het Miller Dieker syndroom. Andere syndromen kunnen een soort gelijk beeld geven.

MRI-scan

Met behulp van een MRI- kunnen de hersenafwijkingen die horen bij het Miller Dieker syndroom zichtbaar gemaakt worden. Bij het Miller Dieker syndroom valt op dat het hersenoppervlak niet geplooid is maar glad. De achterkant van de hersenen is vaak helemaal glad, aan de voorkant komen soms enkele plooien voor.
De hersenschors is heel dik. Het onderliggende gebied van de hersenen waar de zenuwbanen lopen is juist heel dun.

Chromosomenonderzoek en DNA onderzoek

Met behulp van chromosomen onderzoek en een speciale techniek (FISH-techniek) kan de fout op het 17 e chromosoom worden aan getoond. Hiermee wordt de diagnose Miller Dieker syndroom bevestigd.

Kindercardioloog

Omdat een van de vier kinderen met het Miller Dieker syndroom een afwijking aan het hart heeft, zullen alle kinderen met het Miller Dieker syndroom worden verwezen naar de kindercardioloog om te kijken of ze een hartafwijking hebben.

Oogarts

Kinderen met het Miller Dieker syndroom worden vaak ook beoordeeld door de oogarts, omdat een deel van kinderen met het Miller Dieker syndroom afwijkingen aan de ogen heeft.

Hoe wordt het Miller Dieker syndroom behandeld?

Geen genezing

Er is geen behandeling die het Miller Dieker syndroom kan genezen. De behandeling is er op gericht de symptomen van de ziekte zo veel mogelijk te onderdrukken of om het kind er zo goed mogelijk mee te leren om gaan.

Fysiotherapie, ergotherapie, revalidatie

Een fysiotherapeut kan helpen om de ontwikkeling zo veel mogelijk te stimuleren.
De ergotherapeut en/of revalidatiearts kunnen behulpzaam zijn bij hulpmiddelen thuis die de verzorging van een kind met het Miller Dieker syndroom makkelijker maken.

Logopedist

Een logopedist kan helpen bij het stimuleren van de taalontwikkeling en adviezen geven bij drinkproblemen.

Medicijnen voor epilepsie

Vaak worden diverse medicijnen voorgeschreven om te voorkomen dat kinderen met het Miller Dieker syndroom epileptische aanvallen krijgen. Diverse medicijnen, de zogenaamde anti-epileptica kunnen hiervoor gebruikt worden. Vaak is het moeilijk om de epileptische aanvallen onder controle te krijgen. Daarom wordt ook vaak gekozen voor behandelingen in de vorm van een ketogeen dieet, prednison behandelingen of een nervus vagus stimulator.

Sondevoeding

Veel kinderen met het Miller Dieker syndroom hebben problemen met drinken, eten of slikken. Om er voor te zorgen dat deze kinderen toch voldoende voedingsstoffen krijgen, hebben zij vaak sondevoeding nodig. Deze sondevoeding kan via in een slangetje in de neus naar de maag worden gegeven, ook kan de sondevoeding via een slangetje wat rechtstreeks naar de maag loopt worden gegeven (PEG-sonde)

Hartoperatie

Een klein deel van de kinderen met een hartafwijking die nadelige gevolgen heeft voor het functioneren zal een hartoperatie moeten ondergaan.

Begeleiding

Begeleiding en ondersteuning van ouders van een kind met het Miller Dieker syndroom is ook heel belangrijk. Via de patiëntenvereniging kunnen ouders in contact komen met andere ouders met dezelfde aandoening. Ook via het forum van deze website kunt u een oproepje plaatsen om in contact te komen met ouders met dezelfde aandoening of met andere aandoeningen die vergelijkbare problemen geven. Een maatschappelijk werkende of een psycholoog kan begeleiding geven bij het verwerken van de diagnose en om de ziekte een plaats te geven in het leven.

Wat is de prognose van het Miller Dieker syndroom?

Ontwikkelingsachterstand

Het Miller Dieker syndroom is een ziekte waarbij kinderen beperkt zijn in hun ontwikkelingsmogelijkheden. De mate van ontwikkelingsachterstand verschilt van kind tot kind. Meestal is de ontwikkelingsachterstand ernstig en kunnen kinderen niet zelfstandig zitten en lopen. Daarop zijn uitzonderingen zowel naar boven als naar beneden bekend.

Moeilijk behandelbare epilepsie

De epilepsie-aanvallen zijn bij kinderen met het Miller Dieker syndroom meestal moeilijk te behandelen ondanks diverse medicijnen en andersoortige behandelingen. Vaak lukt het niet om de epilepsie-aanvallen geheel te voorkomen en moet een bepaalde mate van epilepsie-aanvallen geaccepteerd worden.

Levensverwachting

De levensverwachting van kinderen met het Miller Dieker syndroom hangt sterk samen met de ernst van de klachten die kinderen met het Miller Dieker syndroom hebben. Bij ernstige complicaties is de levensverwachting verkort en komen kinderen in de eerste tien levensjaren te overlijden aan een longontsteking of niet meer te behandelen epileptische aanvallen.
Kinderen met minder ernstige complicaties kunnen ouder worden.

Hebben broertjes en zusjes ook een verhoogde kans om ook het Miller Dieker syndroom te krijgen?

Hoewel het Miller Dieker syndroom wordt veroorzaakt door een fout in het erfelijke materiaal, is dit foutje meestal ontstaan na de bevruchting van eicel en zaadcel. Het foutje is dus niet overgeërfd van een van de ouders. Ouders hebben daarom een kleine kans van ongeveer 1% dat zij nog een kindje zullen krijgen met het Miller Dieker syndroom.
Soms blijken de ouders wel drager te zijn van een foutje op het erfelijk materiaal, in dat geval bestaat er wel een verhoogde kans tot 33% om nog een kindje te krijgen met dit syndroom.
Een klinisch geneticus kan hier meer informatie over geven.
Door middel van een vlokkentest of een vruchtwaterpunctie kan tijdens een volgende zwangerschap worden gezien of een aanstaand kindje ook het Miller Dieker syndroom heeft.

Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.

Referenties

  1. Wynshaw-Boris A.Lissencephaly and LIS1: insights into the molecular mechanisms of neuronal migration and development.Clin Genet. 2007;72:296-304
  2. Chen SJ, Peng SS, Kuo MF, Lee WT, Liang JS.Miller-Dieker syndrome associated with tight filum terminale.Pediatr Neurol. 2006;34:228-30.

Laatst bijgewerkt: 28 november 2007

Auteur: JH Schieving