Ziektebeelden Aandoeningen van de zenuw Anterior interosseus syndroom

Wat is een anterior interosseus syndroom?

Een anterior interosseus syndroom is een aandoening waarbij kinderen en volwassenen het topje van de duim en wijsvinger niet meer goed kunnen bewegen doordat een bepaald zenuwtakje (de anterior interosseus) niet goed werkt.

Hoe wordt een anterior interosseus syndroom ook wel genoemd?

Anterior interosseus is de naam van het zenuwtakje wat niet goed werkt bij kinderen en volwassenen met dit syndroom. Het wordt ook wel afgekort met de letters AIN.

Kiloh-Nevin syndroom
Soms wordt de term Kiloh-Nevin syndroom gebruikt. Kiloh en Nevin zijn twee artsen die dit syndroom beschreven hebben.

Medianus neuropathie
Het anterior interosseus syndroom wordt ook wel een medianus neuropathie genoemd. De anterior interosseus is een zijtakje van een grotere armzenuw die medianus wordt genoemd. Het medische woord voor een zenuw die zijn werk niet goed kan doen, is neuropathie. Dat betekent letterlijk zieke zenuw.

Hoe vaak komt een anterior interosseus syndroom voor bij kinderen?

Het is niet goed bekend hoe vaak een anterior interosseus syndroom voorkomt bij kinderen. Het komt veel vaker voor bij volwassenen dan bij kinderen.

Bij wie komt een anterior interosseus syndroom voor?

Een anterior interosseus syndroom kan op alle leeftijden voorkomen.
Zowel jongens als meisjes kunnen een anterior interosseus syndroom krijgen.

Wat is de oorzaak van een anterior interosseus syndroom?


Afknelling van de zenuw
De klachten van een anterior interosseus syndroom ontstaan doordat een zenuwtakje (de anterior interosseus) in de knel komt te zitten in de onderarm. Door de afknelling raakt het beschermlaagje van de zenuw kapot, waardoor de zenuw niet goed zijn werk kan doen. Wanneer de afknelling langer aanhoudt of heel ernstig is kunnen ook de zenuwvezels zelf kapot gaan.

Spieren
De anterior interosseus zenuw zorgt voor de aansturing van drie spieren in de hand en onderarm: de spier die het duimkootje beweegt (flexor pollicis longus) de spier die zorgt dat de vingerkootjes van de ringvinger en middelvinger bewogen kan worden (flexor digitorum profundus) en de spieren die zorgt voor draaien van de onderarm (pronator quadratus).
De zenuw heeft geen gevoelsfunctie.

Verschillende oorzaken
De zenuw kan om verschillende redenen in de knel komen te zitten. Het kan zijn dat de ruimte waar de zenuw doorloopt te smal is als gevolg van een aanlegvariant van de botten en pezen in de hand. Ook kan een botbreuk van de elleboog of de onderarm zorgen voor het ontstaan van schade aan de zenuw. Een verdikking van een bepaalde spier in de onderarm kan ook zorgen voor het ontstaan van het anterior interosseus syndroom. Ook kan een ontsteking van de zenuw zorgen voor het ontstaan van het anterior interosseus syndroom. Het anterior interosseus syndroom kan onderdeel zijn van een neuralgische amyotrofie.

Wat zijn de symptomen van een anterior interosseus syndroom?

Variatie
Er bestaat een variatie in de hoeveelheid en de ernst van de symptomen die verschillende mensen met een anterior interosseus syndroom hebben. Niet alle onderstaande klachten hoeven tegelijkertijd aanwezig te zijn.

Minder kracht
Kinderen en volwassenen met dit syndroom hebben minder kracht in het topje van de duim en topje van de buigvinger wanneer ze deze moeten buigen. Hierdoor hebben kinderen moeite om iets vast te pakken tussen duim en wijsvinger, bijvoorbeeld een pen om te schrijven of een sleutel om in een slot te steken. De zogenaamde pincetgreep kan niet meer gemaakt worden. Ook kunnen kinderen en volwassenen voorwerpen uit hun handen laten vallen.

Pijnklachten
Vaak hebben kinderen en volwassenen met het anterior interosseus syndroom een pijnlijk gevoel in de onderarm. Het is voor hen vaak lastig om aan te geven waar in de onderarm deze pijnklachten aanwezig zijn. Soms wordt ook pijn in de elleboog gevoeld.

Gevoel normaal
Kinderen en volwassenen met anterior interosseus syndroom hebben geen last van tintelingen of een veranderd gevoel.

Hoe wordt de diagnose anterior interosseus syndroom gesteld?

Verhaal en onderzoek
Op grond van het verhaal van een kind of volwassenen die het topje van de duim en de wijsvinger niet meer goed kan buigen, kan de diagnose anterior interosseus syndroom worden vermoed. Kenmerkend is dat kinderen en volwassenen met duim en wijsvinger niet meer het OK-teken kunnen maken.

EMG
Een EMG is een onderzoek waarbij de zenuwen kunnen worden doorgemeten om te kijken of de zenuwen goed functioneren. Dit gebeurt met kleine stroompjes. Op deze manier kan gezien worden dat de zenuw medianus niet goed werkt en kan ook gezien op welke plek de zenuw niet goed werkt. Ook kan het EMG helpen om in te schatten hoe ernstig de beschadiging van de zenuw is.

ECHO van de zenuw
Het is ook mogelijk om een ECHO van de zenuw te maken. In de onderarm is dit nog wel lastig om te doen, omdat hier veel spieren en zenuwen lopen.

MRI scan van de elleboog en arm
Wanneer onduidelijk is waarom de zenuw in de knel zit, kan een MRI scan van de elleboog en de onderarm gemaakt worden om te kijken wat maakt dat de zenuw in de knel zit.

Hoe wordt een anterior interosseus syndroom behandeld?

Afwachten
Wanneer de klachten kort bestaan en mild zijn, dan is de beste behandeling vaak afwachten. De zenuw kan zichzelf dan herstellen waarna de klachten weer zullen verdwijnen.

Ontstekingsremmende medicijnen
Ontstekingsremmende medicijnen kunnen helpen om een ontsteking van de zenuw minder te maken. Vaak wordt gedurende een aantal dagen het medicijn prednison gegeven.

Spalk
Een spalk om de onderarm kan helpen om de onderarm tijdelijk minder te bewegen waardoor de zenuw minder geprikkeld wordt en tot rust kan komen.

Operatie
Wanneer de zenuwschade groot is of de klachten niet verbeteren met gebruik van spalk en ontstekingsremmende medicijnen dan kan een operatie worden verricht. Deze operatie wordt vaak uitgevoerd door de neurochirurg of door de plastische chirurg. Er zijn verschillende operaties mogelijk. Bij de operatie wordt er voor gezorgd dat de zenuw weer voldoende ruimte heeft en niet meer in de knel komt te zitten. Na de operatie kan de zenuw geleidelijk aan herstellen.

Contact met andere ouders
Door het plaatsen van een oproepje op het forum van deze site kunt u proberen in contact te komen met andere kinderen en hun ouders die ook te maken hebben met een anterior interosseus syndroom.

Wat betekent het hebben van een anterior interosseus syndroom voor de toekomst?

Verdwijnen van de klachten
Bij het merendeel van de kinderen en volwassenen met een anterior interosseus syndroom verdwijnen de klachten spontaan of door middel van een spalk of operatie. Zenuwen herstellen in een langzaam tempo, dus het kan wel enkele weken duren voordat de zenuw weer helemaal hersteld is en de klachten verdwijnen.

Blijvende klachten
Bij een klein deel van de kinderen en volwassenen blijven er klachten bestaan ondanks een behandeling. Bij hen is de zenuw te veel beschadigd en is volledig herstel van het zenuwweefsel niet meer mogelijk.

Terugkeer van de klachten
Kinderen en volwassenen die een keer een anterior interosseus syndroom gehad hebben, zijn gevoeliger om later nog een keer een anterior interosseus syndroom te krijgen.

Hebben broertjes en zusjes een vergrote kans om een ulnaropathie te krijgen?

Meestal is een anterior interosseus syndroom niet het gevolg van een erfelijke aandoening en zal de kans dat een broertje of zusje ook een anterior interosseus syndroom krijgt klein zijn.

Wilt u ook uw verhaal kwijt, dat kan: verhalen kunnen gemaild worden via info@kinderneurologie.eu en zullen daarna zo spoedig mogelijk op de site worden geplaatst. Voor meer informatie zie hier.

Heeft u foto's die bepaalde kenmerken van deze aandoening duidelijk maken en die hier op de website mogen worden geplaatst, dan vernemen wij dit graag.

 

Referenties

  1. Ultrasound assessment on selected peripheral nerve pathologies. Part I: Entrapment neuropathies of the upper limb - excluding carpal tunnel syndrome. Kowalska B, Sudoł-Szopińska I. J Ultrason. 2012;12:307-18
  2. Anterior interosseous nerve syndrome: fascicular motor lesions of median nerve trunk. Pham M, Bäumer P, Meinck HM, Schiefer J, Weiler M, Bendszus M, Kele H. Neurology. 2014;82:598-606

Laatst bijgewerkt: 23 September 2018

auteur: JH Schieving