Normale slaap
Slaap is een actief proces van de hersenen.Mensen slapen gemiddeld 1/3 deel van hun leven.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten slaap
- REM-slaap
- non-REM slaap
Tijdens de REM-slaap maken de ogen snelle bewegingen (Rapid Eye Movements genoemd). Tijdens de andere delen van de slaap gebeurt dit niet, dit wordt de non-REM slaap genoemd.
De non-REM slaap wordt weer onderverdeeld in drie delen:
- slaapstadium I: lichte slaap
- slaapstadium II: diepere slaap
- slaapstadium III: diepe slaap
Met behulp van een EEG zijn de verschillende slaapstadia te herkennen.
In slaapstadium een vertraagt het alfaritme tot theta ritme en maken de ogen dwalende oogbewegingen.
In slaapstadium 2 bestaat het EEG uit theta-activiteit en worden zogenaamde K-complexen en slaapspoelen gezien.
In slaapstadium 3 bestaat het EEG uit delta-activiteit.
De slaap bestaat uit een aantal slaaprondje, slaapcycli genoemd, die bestaan uit een vast patroon.
Van slaapstadium I, naar slaapstadium II, in het bein van de nacht naar slaapstadium III, dan naar de REM-slaap, even wakker worden en dan weer opnieuw een nieuw slaaprondje die weer begint met slaapstadium I.
Een slaaprondje duurt ongeveer 1,5 uur. De meeste mensen maken per nacht 5 slaaprondjes (5 slaapcycli).
Slaap kan weergegeven worden in een zogenaamd hypnogram.
Regulatie van de slaap
De tijd die iemand niet heet geslapen (de slaapschuld of slaapdruk genoemd) en de biologische klok bepalen samen het slaappatroon.
Hoe langer iemand wakker is, hoe meer de slaapdruk zal toenemen.
De slaapdruk neemt toe door het stofje adenosine in de hersenen. Hoe meer adenosine, hoe meer slaapdruk.
Cafeine lijkt veel op adenosine en gaat een competitie aan met adnosine voor de adenosine receptor. Hoe meer cafeine, hoe minder adenosine op de receptor. Hierdoor neemt de slaapdruk af.
De biologisch klok wordt geregeld in de hypothalamus via de nucleus suprachiasmaticus. Wanneer er minder licht op de ogen valt, gaat de nucleus suprachiasmaticus de epifyse aanzetten tot de aanmaak van melatonine.
De afgifte van melatonine kent een circadiaan ritme. Bij ieder persoon is dat ritme anders.
Normaal gesproken zijn slaapdruk en biologische klok in fase, waardoor iemand optimaal kan slapen.
De hypothalamus speelt dus een belangrijke rol bij het regelen van de slaap.
Een kern in de hypothalamus die een belangrijke rol speelt bij het regelen van de slaap is de VLPO: VentroLaterale Preoptische Nucleus)
Een kern die een belangrijke rol speelt bij het wakker zijn is de mono-adrenerge kern.
De hersenen van mensen kennen twee standen: een persoon is of wakker of slaapt. Dit wordt geregeld door het stofje hypocretine.
De hypocretine producerende cellen beinvloeden veel gebieden zowel in de hersenstam als in de hersenschors.
Slaapproblemen
Slaapproblemen komen veel voor. Een op de drie mensen heeft last van een slaapprobleem.
De slaapbehoefte kan van persoon tot persoon verschillen. Het is daarom niet gemakkelijk om de grens tussen normale slaap en een slaapstoornis aan te geven.
Er bestaan zes verschillende soorten slaapproblemen:
- insomnie
- hypersomonolentie
- slaapgerelateerde ademhalingsstoornis
- parasomnie
- slaapgerelateerde bewegingsstoornissen
- circadiane ritmestoornis
Insomnie
Insomnie is de meest voorkomende slaapstoonis. Mensen met insomnie slapen te weinig en zijn overdag daardoor moe.
Wanneer er sprake is van weinig slapen zonder dat er overdrag sprake is van moeheid dan is er geen sprake van insomnie !!
Ook pseudo-insomnie komt vaak voor. De persoon denkt te weinig te slapen, terwijl dit in werkelijkheid niet zo blijkt te zijn.
Stress en piekeren over onvoldoende slapen kunnen een slaapstoornis in stand houden en verergeren.
Hiervan wordt ook gebruik gemaakt bij de behandeling van insomnie.
Er bestaat voor volwassenen een speciaal protocol voor cognitieve gedragstherapie die CGT-I wordt genoemd. Vaak wordt deze therapie in kleine groepen aangeboden.
Ook kan een slaapoefentherapeut mensen helpen om minder last te hebben van insomnie.
Slaapmiddelen
Slaapmiddelen moeten vermeden worden of hooguit kortdurend (< 14 dagen) gegeven worden. De meest gebruikte slaapmiddelen zijn benzodiazepines. De benzodiazepines versnellen het in slaap vallen, maar hebben wel een negatief effect op de slaapkwaliteit. Langer gebruikt van benzodiazepines zorgt voor afname van het positieve effect, maar aanhouden van dit negatieve effect. OSAS is een relatieve contra-indicatie voor het geven van een benzodiazepine.
Hypersomnie
Hypersomnie is een slaapstoornis met overmatige slaperigheid overdag. De bekendste vorm van hypersomnie is narcolepsie.
OSAS kan ook hypersomnie overdag geven, maar behoort niet tot de categorie van hypersomnie, maar tot de ademhalingsrelateerde slaapstoornis.
Narcolepsie
Narcolepsie komt bij een op de 2000-3000 mensen voor. Vaak ontstaan de eerste symptomen tijdens de puberteit of jong volwassen leeftijd. Narcolepsie omvat verschillende symptomen.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen type 1 (met kataplexie) en type 2 (zonder kataplexie).
Kataplexie is het meest specifieke verschijnsel van narcolepsie.
Mensen met narcolepsie type 1 hebben een tekort aan hypocretine. Hierdoor wordt het slaap-waakritme geen on-off fenomeen meer, maar kunnen allerlei mogelijk standen (half slaap en half wakker voorkomen).
Voor de diagnostiek van narcolepsie is het belangrijk om inzicht te hebben in de activiteiten een week vooraf gaand aan de slaaponderzoeken. Dit kan door middel van actigrafie. Mensen die weinig slapen kunnen afwijkingen hebben bij slaaponderzoek zonder dat er sprake is van narcolepsie.
Mensen met de diagnose narcolepsie hebben bijna allemaal het HLA type DQB1*0602, maar dit type komt bij een op de vier mensen voor en speelt dus geen rol bij het stellen van de diagnose narcolepsie.
Er zijn criteria opgesteld wanneer gesproken mag worden van narcolepsie type 1 volgens de ICSD-3.
Bij de behandeling van narcolepsie is het belangrijk die symptomen te behandelen waar de patient zelf het meest last van heeft. Meestal is dit de overmatige slaperigheid. Behandeling van kataplexie is voor de patient lang niet altijd nodig.
Ademhalingsgerelateerde slaapstoornis
Parasomnie
Er wordt van parasomnie gesproken wanneer er sprake is van abnormaal gedrag of abnormale ervaringen in de slaap.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen parasomnie tijdens de non-REM slaap en parasomnie tijdens de REM-slaap.
Parasomnie komt veel voor op de kinderleeftijd, maar ook op volwassen leeftijd.
Angst in de nacht kan berusten op pavor nocturnus of een nachtmerrie. Onderstaande tabel kan behulpzaam zijn bij het maken van onderscheid tussen beide vormen.
REM-sleep behaviour disorder is een aandoening waarbij de normale spierverlamming tijdens de REM-slaap afwezig is. Hierdoor komen in slaap terugkerende periodes voor waarin mensen geluiden maken, praten of complex motoor gedrag vertonen. Patienten hebben hier meestal geen herinnering aan.
De meeste mensen verlaten niet het bed tijdens deze aanvallen. Bedpartners kunnen anstig worden voor deze aanvallen.
Bij een op de drie mensen met een REM-sleep behaviour disorder ontstaat er binnen 5 jaar een vorm van parkinsonisme. Na 10 jaar is dit percentage nog hoger. De helft van de mensen ontwikkelt de ziekte van Parkinson, de andere helft Lewy body dementie. Een klein deel van de mensen ontwikkelt MSA.
Stoornis van de biologische klok
Slaapgerelateerde bewegingsstoornissen
Links
slaapgeneeskunde vereniging (website van slaapgeneeskunde vereniging)
slaapoefentherapie (website van het netwerk slaapoefentherapie)
apneuvereniging (website van de apnuevereniging)
narcolepsie.nl (website van de narcolepsie vereniging)
restless legs (website van de stichting restless legs)
Referenties
Biemond cursus epilepsie en slaapstoornissen 2021
Laatst bijgewerkt: 16 december 2021 voorheen: 15 augustus 2021
Auteur: JH Schieving