Een reflex is een eenvoudige onbewuste motore respons op een specifieke stimulus. Ze spelen een rol bij behoud van houding en bij homeostase.
Een reflex verloopt over een zogenaamde reflexboog. Er is sensore input die naar het ruggenmerg toe gaat, daar vindt een actie plaats en dan is er motore output.
Een reflexboog kan in plaats van over het ruggenmerg ook over de hersenstam verlopen.
Er bestaan 3 soorten reflexen:
- proprioceptieve
- exteroceptieve
- pathologische
Proprioceptieve reflex
De bekendste proprioceptieve reflex is de myotatische reflex die opgewekt wordt door het slaan met de reflexhamer.
In de spier wordt het spierspoeltje uitgerekt, via type Ia sensorische vezels gaat het signaal naar het ruggenmerg, daar vindt een synaps plaats op een motorneuronen en via het motore axon wordt de uitgerekte spier weer op spanning gebracht.
Tegelijkertijd met het aansturen van de agonistspier, moet de antagonist spier geremd worden. Dit gaat via dezelfde reflexboog, maar wel met tussenkomst van een interneuron omdat de actie afremmen moet zijn. Dit principe heet reciproke inhibitie.
Voorbeelden van myotatische reflex zijn de peesreflexen zoals bicepspeesreflex, de tricepspeesreflex, de kniepeesreflex en de achillespeesreflex.
Wanneer de skeletspieren gaan verkorten, zou het spierspoeltje slap komen te hangen en zijn sensorische functie niet meer goed uit kunnen voeren.
Om dit te voorkomen worden de gamma motorneuronen ook altijd aangestuurd wanneer de alfamotornneuronen aangestuurd worden. Deze gelijktijdige aansturing van de alfa en gamma motorneuronen wordt alfa-gamma coactivatie genoemd.
De aansturing van de gamma motorneuronen zorgt er voor dat het spierspoeltje zelf ook korter wordt en op spanning blijft en zodoende nog steeds in staat is om veranderingen in spierlengte waar te nemen en hierop te reageren.
Een andere proprioceptieve reflex is de omgekeerde myotatische reflex via het golgipeeslichaampje. Wanneer de spanning te hoog wordt in het peeslichaampje dan wordt de spier afgeremd. Tegelijkertijd wordt de antagonist gestimuleerd. Deze reflexboog gaat altijd via een interneuron.
Let op hoewel de bicepspeesreflex peesreflex wordt genoemd, is het geen reflex met als sensor het golgi-peeslichaampje maar de sensor is een spi
exteroceptieve reflexen
Bij exteroceptieve reflexen gaat de input via de huid.
Voorbeelden van exteroceptieve reflexen zijn:
- terugtrekreflex op pijn
- gekruiste extensiereflex
- voetzoolreflex
- buikhuidreflexen
De terugtrek reflex is een reflex wanneer een ledemaat pijn krijgt, het ledemaat wordt dan gebogen weg van de pijn. Dit kan zowel in het been als in de arm.
De input gaat via Adelta vezels naar het ruggenmerg en via een interneuron wordt de flexorspier aangespannen.
Tegelijker tijd wordt de extensor spier ontspannen.
Om niet om te vallen moet het contralaterale been gestrekt worden om standbeen te worden.
Nu worden juist de extensoren aangestuurd en de flexoren geremd.
Een andere exteroceptieve reflex is de voetzool reflex. Na stimuleren van de huid onder de voet gaat het signaal via de Adelta vezels van S1 naar het ruggenmerg, waarna flexie van de tenen en voetzool wordt gestimuleerd.
Ook de buikhuidreflexen zijn exteroceptief. Ze kunnen boven de navel (Th 8), op navel niveau (Th 10) en onder navelniveau (Th 12) gestreken worden in de richting van de navel, als antwoord beweegt de navel naar de kant waar de buikhuid wordt aangeraakt toe.
Pathologische reflexen
De voetzoolreflex volgens Babinski is een pathologische reflex die wijst op schade aan de pyramidebaan bij kinderen en volwassenen boven de leeftijd van 2 jaar.
Onder de leeftijd van 2 jaar mag deze reflex nog normaal voorkomen omdat de pyramidebaan dan nog niet voldoende gemyeliniseerd is.
Bij de babinski reflex is er sprake van extensie van de grote teen, spreiden van de tenen en flexie van de knie (triple respons).
Autonome reflexen
Ook bestaan er een aantal autonome reflexen zoals
- pupilreflex
- vestibulo-oculaire reflex
Een andere manier om het evenwichtsorgaan te prikkelen is met calorische stimulatie door koud of warm water in een oor te spuiten.
Auter: JH Schieving