Pijn is meer dan alleen een sensorische ervaring door weefselschade. In de definitie van pijn wordt ook uitdrukkelijk gekeken naar de emotionele kant van pijn. Ook hoeft er geen sprake te zijn van daadwerkelijke weerfselschade, maar kan er ook gesproken worden van pijn wanneer er verband wordt gelegd met al dan niet dreigende weefselschade.

 

Pijn behoort tot de zogenaamde vitale sensibiliteit. Het ervaren van pijn is belangrijk voor het bewaren van de integriteit van het lichaam. Pijn is voor het lichaam een noodsignaal om over te gaan tot actie.

 

Door weefselschade komen allerlei stoffen vrij die in staat zijn om pijnreceptoren die in de huid zitten te prikkelen.

 

De pijnreceptoren worden nociceptoren genoemd. Het zijn vrije zenuwuiteinde die net onder de epidermis liggen. Er bestaan verschillende soorten vrije zenuwuiteinden. Sommige worden alleen geprikkeld door een bepaalde prikkel (bijvoorbeeld warmte of koude) andere kunnen door verschillende vormen van schade geprikkeld worden.

 

De nociceptie, het opmerken van weefselschade heeft nu plaats gevonden.

 

De vrije zenuwuiteinden zijn verbonden met axonen van sensibele neuronen. Er bestaan twee verschillende type neuronen:

  • dunne gemyeliniseerde neuronen (Adelta) die scherpe pijn en temperatuur voortgeleiden
  • dunne ongemyeliniseerde neuronen (C-vezels) die doffe, zeurende pijn voortgeleiden.

 

Via de achterwortel komt het pijnsignaal het ruggenmerg binnen. In de achterhoorn synapteert het neuron over op een nieuwe neuron, het 2e neuron.
Dit neuron kruist de middellijn over en gaat aan de voorzijde van het ruggenmerg in de witte stof opstijgen in de richting van de hersenen.

Deze opstijgende baan heet de tractus spinothalamicus.

 

Het tweede neuron eindigt in de thalamus en schakelt daar over op een derde neuron. Dit neuron gaat naar de primaire sensore cortex.

 

Wanneer het signaal aankomt in de primaire sensore cortex dan is duidelijk dat er pijn is, waar er pijn is, wat voor soort pijn er is en hoe erg de pijn is.

 

Er is dus nu sprake van pijn gewaarwording.

 

Naast de bovengenoemd tractus spinothalamicus (ook wel lateralis genoemd) is er ook een andere tractus spinothalamicus die meer mediaal loopt. Deze baan gaat naar het limnische systeem toe, met name naar de amygdala, insula en gyrus cinguli.

Op deze manier ontstaat een emotionele reactie op de weefselschade.

 

Deze emotionele reactie wordt pijnbeleving genoemd.

 

Dit is de derde cirkel van de vier cirkels van Loeser.

 

Pijnbeleving leidt tot pijngedrag.

Pijngedrag heeft als doel om te voorkomen dat er nog meer weefselschade ontstaat (protectief gedrag), om te communiceren over pijn en om hulp te krijgen om om te gaan met de pijn.

 

Dit is de vierde cirkel van de cirkel van Loeser.

 

Een van de banen die een rol speelt bij pijngedrag en dan bij het protectieve gedrag is de spinotectale baan. Deze baan zorgt er voor dat er gekeken wordt naar de plaats waar er pijn is.

 

Een andere baan is de spinoreticulaire baan die zorgt voor arousal en alertheid om te reageren op de pijn.

 

Naast nociceptieve pijn bestaat er ook neuropatische pijn.

Neuropatische pijn ontstaat of door schade aan het zenuwstelsel of door aanpassing van het zenuwstelsel aan langdurige pijn waardoor pijndrempels en pijncircuits versterkt worden.

 

Deze aanpassing van pijncircuits kan op verschillende niveau's plaats vinden.

Op niveau van de pijnreceptoren speelt de axonreflex hierbij een rol. Hierdoor wordt de prikkeldrempel steeds lager en wordt er gemakkelijker een signaal opgewekt en doorgegeven aan pijnzenuwen.

 

Ook op niveau van het ruggenmerg en op niveau van de hersenen kunnen pijncircuits veranderen.

 

De aanpassing van het zenuwstelsel met verlaging van de prikkeldrempel wordt sensitisatie genoemd.

 

Er is steeds minder prikkel nodig om er voor te zorgen dat er een pijnsignaal naar de hersenen wordt toegestuurd.

 

Zelfs stimuli zoals aanraken die normaal niet pijnlijk zijn, worden nu als pijnsignaal naar de hersenen toegestuurd waardoor deze als pijnlijk ervaren worden. Dit wordt allodynie genoemd.

Hormonen zijn ook van invloed op pijnervaring. Hormomen kunnen zorgen voor een verhoogde reactie in het dorsale ganglion op een pijnlijke prikkel. Het blijkt bij mannen en vrouwen om verschillende hormonen te gaan. Bij vrouwen zorgt het hormoon prolactine voor toename gevoeligheid voor pijn, bij mannen is dit orexine-B (hypocretine).

Pijnbehandeling

Voor pijnbehandeling is het goed om de pijn van de patient te meten. Dit kan door middel van een zogenaamde visueel analoge schaal. Hiermee meet je de pijnbeleving.

 

Bij de behandeling van pijn is het belangrijk om alle vier de verschillende pijncirkels te behandelen.

Met behulp van medicatie kan de nociceptie beinvloed worden.

 

Met behulp van ander type medicatie kan de pijngewaarwording beinvloed worden. Hiervoor kunnen anti-epileptica, anti-depressiva, lokale anaesthetica en morfine gebruikt worden.

Bijzonder vormen van pijn

Referred pain

Referred pain is pijn die ontstaat in een intern orgaan, maar die gevoeld wordt als een pijnlijke huid. Vaak is dit op een specifieke plek zoals in onderstaande tekening is te zien.

 

Referred pain ontstaat doordat de autonome zenuw van een intern orgaan synapteert op hetzelfde 2e neuron als een huidzenuw. De hersenen interpreteren prikkel van deze baan dus als pijn op de huid in een bepaald dermatoom.

 

Syndrome thalamique

Het syndroom thalamique ontstaat door beschadiging van de thalamus. Hierdoor worden spontaan pijnsignalen naar de hersenen toegezonden zonder dat er sprake is van perifere prikkeling van een pijnreceptor.

Central cord syndroom

Hierbij ontstaat pijnongevoeligheid bilateraal in het zelfde dermatoom doordat centraal in het ruggenmerg een beschadiging is opgetreden en de kruizende banen onderbroken worden.

 

 

Laatst bijgewerkt: 15 juni 2024

Auteur: JH Schieving