Home Onderwijsplein Achtergrondinformatie Hogere cerebrale functies

De mens beschikt over zogenaamde hogere cerebrale functies waarmee de mens in staat is om plannen te maken en om informatie te onthouden en later weer toe te passen en emoties te ervaren.
Deze hogere cerebrale functies worden onder verdeeld in drie grote groepen.

 

Elke groep die valt onder de hogere cerebrale functies wordt vertegenwoordig door een bepaald gedeelte van de hersenen.

 

Hogere cognitieve functies

Voor veel hogere cognitieve functies geldt dat er sprake is van een lateralisatie. Bepaalde functies liggen in de rechter hemisfeer en andere in de linker hemisfeer.

Een hermisfeer is de zogenaamde dominante hemisfeer. De dominante hemisfeer is gedefineerd als de hemisfeer waarin de taalfuncties liggen. Meestal is de linker hemisfeer de domeninate hemisfeer. Dit geldt voor alle rechtshandigen en voor 70% van de linkshandigen.

Bij een deel van de linkshandigen is de rechter hemisfeer de dominante hemisfeer.

 

Een belangrijke hogere corticale functie is taal.
De taalfunctie ligt dus per definitie in de dominante hemisfeer.

Een taalstoornis wordt een afasie genoemd. Eigenlijk is de term afasie niet goed en is dysfasie beter, maar de term afasie is helemaal ingebrugerd.
Mensen met een afasie hebben een probleem met gesproken taal, maar ook een probleem met het lezen van taal en het opschrijven van taal.

 

Soms worden afasie en dysarthrie met elkaar verward. Mensen met een afasie hebben een taalstoornis, ze gebruiken de taal niet meer op de juiste manier. Mensen met een dysarthrie gebruiken de taal op een juiste manier, maar hebben moeite met het uitspreken van de woorden.

 

Voor het begrijpen en spreken van taal zijn twee belangrijke gebieden in de hersenen betrokken:

  • het gebied van Broca (spreken van taal)
  • het gebied van Wernicke (begrijpen van taal)

 

Wanneer deze gebieden beschadigd zijn ontstaat dus een afasie (of beter dysfasie). Er wordt dus onderscheid gemaakt tussen een Broca-afasie en een Wernicke-afasie.
In de praktijk komen deze vormen van afasie eigenlijk altijd gecombineerd voor. De patient heeft dan dus beide problemen door elkaar heen. Een geisoleerde Broca-afasie of een geisoleerde Wernicke-afasie komen maar zelden voor.

 

Tussen het gebied van Wernicke en het gebied van Broca loopt een bundel zenuwen: de fasciculus arcuatus. Deze bundel zorgt er voor dat de informatie van Wernicke naar Broca toe kan gaan.

 

Wanneer deze fasciculus arcuatus beschadigd raakt ontstaat een zogenaamde conductieafasie. Dit is een hele speciale vorm van afasie waarbij de patient spontaan alles kan, maar niet in staat is om woorden of zinnen na te zeggen omdat de informatie van gehoorde woorden in Wernicke niet naar Broca toe kan.

 

Patienten met een afasie hebben ook een alexie en een agrafie.
Een speciale combinatie van symptomen is het voorkomen van een alexie (niet kunnen lezen), terwijl iemand wel kan schrijven. Dit komt door een infarct in het stroomgebied van de arteria cerebri posterior links. Hierbij is de visuele cortex aangedaan en ook het achterste been van het corpus callosum is aangedaan. De informatie van de visuele cortex zowel links als rechts kan dus niet naar Broca gestuurd worden, waardoor lezen niet lukt.

Schrijven lukt wel omdat de informatie van Broca wel naar de motorische gebieden toe kan gaan en de motorische gebieden nog normaal contact hebben met de rechter visuele cortex.

 

Het regelen van melodie en de intonatie van de spraak wordt niet geregeld door de linker hemisfeer maar juist door de rechter hemisfeer.
Een stoornis van de rechterhemisfeer leidt dus tot een monotone vlakke spraak. Dit wordt aprosodie genoemd.

 

Rechter hemisfeer functie

Ruimtelijke inzicht, lichaamsschema zijn functies van de rechter parietaal kwab.
Beschadiging van de rechter parietaal kwab kan leiden tot een zogenaamd neglect.

 

Onderstaande een tekening van patient met een neglect die gevraagd is een klok te tekenen.

 

Patienten met een rechter hemisfeer functie hebben vaak ook geen besef dat ze ziek zijn en dat een kant van hun lichaam het niet meer doet. Dit kan tot gevaarlijke situaties leiden, een patient met een hemibeeld rechts stapt dan bijvoorbeeld gewoon uit bed omdat hij/zij niet beseft dat de rechterkant van het lichaam verlamd is. Dit wordt anosognosie genoemd.

 

Een andere belangrijke functie van de rechter hemisfeer is het maken van handelingsplannen.

Wanneer het handelen gestoord is, wordt gesproken van een apraxie.

 

Er worden twee vormen van apraxie onderscheiden.

 

Een speciale vorm van apraxie is de kledingapraxie. De patient weet niet meer hoe hij/zij bepaalde kleding moet aantrekken.

Waarnemingsstoornissen

Bij patienten met een neurologische ziekte komen vaak visuele waarnemingsstoornissen voor. Deze ontstaan vaak wanneer er sprake is van afwijkingen in beide hemisferen.

Voorbeelden van dergelijke waarnemingsstoornissen zijn: visuele agnosie en prosopagnosie.

 

geheugen

Geheugen is een belangrijke functie.
Het deel van het geheugen waar we bewust invloed op kunnen uitoefenen heet het expliciete geheugen.

De geheugenfuncties worden opgedeeld naar hun specifieke functie.

  • werkgeheugen: hierin kan kortdurend (seconden-minuten) informatie worden opgeslagen die daarna of verder opgeslagen wordt of verloren zal gaan
  • episodische geheugen: dit is het deel van het geheugen waarin informatie gebonden aan een bepaalde context onthouden wordt. Het wordt weer onderverdeeld in anterograad deel waarin nieuwe informatie afkomstig van het werkgeheugen wordt opgeslagen. Ook is er een retrograad deel hierin zijn oudere gegevens opgeslagen.
  • semantisch geheugen: dit is het deel van geheugen waarin informatie onthouden wordt die los van een context onthouden wordt, zoals betekenis van woorden.

 

Het werkgeheugen bevindt zich in de auditieve en visuele cortex zelf en voor een deel in de prefrontale cortex.

 

Het episodisch geheugen zit met name in het limibische systeem en deels in de thalamus en de verbindingen tussen beide.

Uiteraard is het niet alleen belangrijk dat informatie wordt opgeslagen in het geheugen, maar ook belangrijk dat de informatie weer uit het geheugen gehaald kan worden. Dit is een functie van de thalamus, de prefrontale cortex en van het striatum.

 

Connatieve functies

Initiatief en impulscontrole is een belangrijke connatieve functie geregeld door vooral de frontaalkwab en dan vooral van de prefrontaalkwab. Deze wordt weer onderverdeeld in drie onderdelen:

 

Elk deel heeft zijn eigen functie.
Beschadiging van een deel geeft dus specifieke functiestoornissen.

 

Ook aandacht en concentratie zijn belangrijk voor het goed uitvoeren van allerleifuncties. Hier is een heel netwerk aan structuren bij betrokken.

 

Emoties

Emoties worden voor een groot deel geregeld door het limibische systeem. Ook de insulaire cortex speelt daarbij een belangrijke rol.

 

De mens kent 4 kernemoties: blij, boos, bang en verdrieitig.
En daarnaast nog een scala aan gemengde emoties: verrast, wanhopig, walging, bezorgdheid, genegenheid etc.